Schip van Theseus gaat ten onder

(door Auke Wilming)

Zie zeker ook het verslag van dubbel-lid Albert op de site van Overschie!

In de 8e finale van de RSB-beker was Messemaker gekoppeld aan Overschie. Het was aan teamleider Erik om een datum te prikken, omdat wij de gastheren waren. Peter Scheeren geeft een serie maandagavonden les, dus hij kon er helaas niet bij zijn. Op 17 februari kon de rest van het basisteam (Peter Ypma, Jan en Erik) wel. Ik zou dan invallen, zoals ik ook in de eerste ronde voor Erik inviel. Op vrijdag bleek dat Peter Ypma ook niet zou kunnen spelen, hij zou te laat terugkomen van een excursie. Zaterdag moest ook Jan zich wegens ziekte afmelden; en zo was alleen Erik nog over van het eigenlijke team. Erik was er de vorige ronde dan weer niet bij, en zo was het bekerteam een ‘Schip van Theseus’ geworden; alle onderdelen waren op enig moment vervangen. Met Arjan en Guido had Erik op zeer korte termijn gelukkige bekwame vervangers kunnen regelen! Zouden wij het schip om de rotsen naar de branding van de kwartfinale kunnen varen?

Op bord 1 speelde Guido met zwart tegen Quirinius van Dorp. In het middenspel moest Guido alle zeilen bijzetten, maar hij wist het vol te houden tot de absolute tijdnoodfase. Daarin blunderde hij jammerlijk en dus moest hij het zeil strijken.

Erik, the last man standing van het basisteam, speelde op bord 2 tegen Robert Straver. Hij raakte verzeild in een eindspel met gelijk materiaal, waarin zwart beter stond. De reden hiervoor was dat Eriks vrije e-pion werd geblokkeerd, terwijl Roberts vrije d-pion veel meer potentie had. De positie leek voor de rest in balans, maar een klein lek doet een groot schip zinken, en toen Erik in een poging de d-pion tegen te houden een stuk weggaf, moest hij opgeven.

Bij Arjans partij kon ik een oogje in het zeil houden omdat ik ernaast zat, dus daar heb ik het meest van gezien. Na een Hollandse opening had Erik Brandenburg, Arjans tegenstander, de kans om met een ingewikkelde combinatie een stuk te winnen. De kunst was niet een aangevallen stuk weg te halen, ook niet een toren te slaan, maar in het midden van al dat geweld een toren naar de 7e rij te brengen, waarna óf stukwinst óf mat zou volgen. Arjan kroop door het oog van de naald, en daarna was remise de logische uitkomst.

Goede rekenaars zullen hebben opgemerkt dat Overschie al 2.5 punten heeft verzameld op de eerste drie borden, en daarmee de winst naar veilige Rotterdamse haven heeft gebracht. Het resultaat op bord vier is achteraf dus een curiositeit, maar tijdens de ontknoping van de partij was dat nog niet duidelijk. Ik speelde tegen Daan Smit, tegen wiens broer ik vorig jaar een leuke remise speelde in de RSB-competitie, en ik wil graag één leerzaam moment hieronder uitlichten. 

Ik had met wit een prettige positie uit de opening weten te krijgen, waarin zwart niet echt kort of lang kon rokeren. Toch hadden we nog een ingewikkeld middenspel voor de boeg, waarbij het voor mij de kunst was goed te wegen wat belangrijker was: verdedigen tegen de aanval op mijn koning, of mijn positionele voordeel bestendigen. De lopers van zwart waren niet erg goed, en de dubbele f-pion was een grote positionele zwakte. 

In deze stelling had ik het best iets als 16.Le2, 16.g4 of 16.f5 kunnen spelen, om e5 te forceren en dan gebruik te maken van het veld d5. In plaats daarvan was ik te bang voor 16…b4, en speelde ik 16.Pd4? om te voorkomen dat zwarts paard op b4 terechtkomt. Het ‘suboptimale’ van deze zet is dat het niet voorkomt dat zwarts paard op b4 terechtkomt. Na 16…b4 kan ik geen 17.Pxc6 spelen, want bxc3 wint dan een stuk voor zwart. Na 17.axb4 Pxb4 sta ik dus opeens een stuk minder. 

De les is, wat mij betreft, dat je de aanval van je tegenstander niet moet overschatten. Ook met het paard op b4 is er weinig aan de hand, en ook de a-pion is minder gevaarlijk dan hij lijkt. Zodra die begint te lopen verzwakt zwart namelijk het veld b5, en zelfs als zwart tijd vindt voor a6-a5-a4-a3, kan ik simpelweg b3 spelen en is er niets aan de hand. 

Het liep dus anders, en met weinig tijd op onze klokken verloor ik vervolgens mijn e4-pion en stond ik straal verloren. Gelukkig kon Daan de winnende voorzettingen niet vinden en kon ik, heel gelukkig, toch de winst naar veilige haven brengen.

Door deze nederlaag worden wij helaas dus niet voor de derde keer op rij bekerkampioen. Ook in de RSB-competitie hadden wij al verloren van Overschie, dus het is zaak om 8 maart wél te winnen, dan in de KNSB-competitie.

Volg ons of deel dit bericht via:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *