(door Auke Wilming)
De RSB-beker begon voor Messemaker dit jaar op een stormachtige donderdagavond in Hellevoetsluis. Onderweg werd gesproken over de unieke kans op een beker-hattrick; wij zijn immers al twee jaar bekerhouder. Het succesvolle bekerteam van de laatste jaren, bestaande uit Peter, nogmaals Peter, Erik en Jan, was helaas niet compleet; Erik was verhinderd. Dat bood mij wel de kans om mijn RSB-bekerdebuut te maken! Het was de hele dag al regenachtig, maar op weg naar het Groenhovenbad (waar wij tegenwoordig verzamelen) was het gelukkig droog.
In de knusse speelzaal van De Pionier startten wij de klokken. Buiten ging het stormen, en
ook bij Peter Ypma kwam een stormachtige stelling op het bord (zoals gebruikelijk). Zijn
tegenstander op het eerste bord ging voor a2-a4-a5, gevolgd door lange rokade. De stelling leek op niets wat ik eerder heb gezien, en dat is precies het soort stelling waar Peter in gedijt! Op enig moment stond Peter twee pionnen achter, maar de stelling bleef verre van
duidelijk. Als de witte vrijpionnen op de damevleugel zouden kunnen lopen, zou Peter
zomaar in de problemen kunnen zitten. Maar ja, als honden konden bidden, zou het kluiven
regenen. In tijdnood deed wit één ongelukkige zet, en daarna wist Peter alle witte pionnen
af te snoepen en zelf te promoveren.
Op bord twee kwam Peter Scheeren met wit in een Grünfeld terecht, en zwart ging al snel in
schildpadmodus. Peter stond beter, actiever, maar het was lastig dat in iets tastbaar om te
zetten. Uiteindelijk wist hij een kwaliteit te offeren op d6, waardoor hij daar een vrijpion kreeg. Zwarts loper begon op een pion te lijken, en gecombineerd met een constante matdreiging op de zwarte velden was de stelling niet meer te houden.
Ikzelf speelde op bord drie en kwam in een Italiaanse stelling. Wits plan met 9.h3 en 12.fxe3
leek mij bedenkelijk, want g3 en al snel ook f4 werden daardoor gaten. Toen ik ook nog eens de Italiaanse loper voor een paard kon ruilen, zag het er zonnig voor mij uit.
Wellicht zorgden al deze succesjes ervoor dat ik mijn stelling overschatte, want ik maakte in
het middenspel een paar ongelukkige keuzes en het lukte maar niet om mijn loper te
ontwikkelen. Donkere wolken pakten zich samen boven mijn zwarte stelling.
In deze cruciale stelling heeft wit alle kansen na 29.Ph4, maar het lot was mij gunstig gezind, hij speelde 29.Db7, waarna 29…Pxc5 30.bxc5 Lc6 volgt, en de dame opgesloten zit.
Hoewel ik hem niet kon winnen, wist ik wel een dameruil op c7 te forceren. De lucht boven
mijn stelling klaarde op, en opeens stond mijn loper op de juiste diagonaal en mijn toren op
de open lijn! Het eindspel met drie witte pionnen op de c-lijn was vrij eenvoudig om te
zetten in een punt.
Jan speelde op bord vier tegen een wat jongere speler, en koos ervoor de hoofdlijnen van
de versnelde draak te vermijden met een rustige 7.Pb3.
In deze onbekende wateren speelde zwart al snel het ietwat onnauwkeurige Dd7, en daarna
zag hij zich genoodzaakt om zijn loper af te ruilen met Lxb3. Al snel kwam hij van de regen in de drup, verloor een pion, en nog een, en na een mooie (schijn)dame-offer wist Jan mat te
zetten.
Zo werd het toch een op papier afgetekende 4-0 overwinning voor ons, waar het gedurende avond niet per se naar uitzag. In maart zal de volgende ronde plaatsvinden.
In de auto terug naar Gouda regende het pijpenstelen, maar toen ik naar huis ging fietsen, was het helder.