Maandagavond 8 december speelde Messemaker thuis in de tweede ronde van de KNSB-bekercompetitie. Peter Scheeren, Auke, Jan en Scott mochten het (in die bordvolgorde) opnemen tegen de Rijswijkse tegenstrevers. Qua rating ontliepen de beide teams elkaar niet veel en het werd een spannende avond.
Ik had de opening van mijn partij nog niet voltooid of Scott stond al een pion voor; met een truc die de dame dreigde in te sluiten, won hij een centrumpion en begon hij aan een comfortabel middenspel. Peter had met zwart op bord 1 een koningsindische formatie opgezet, en ook zijn tegenstander speelde g3/Lg2/0-0. Op bord 3 had Jan met zwart een prima stelling; wit had een geïsoleerde d-pion en met paarden op b4 en f6 werd die goed in toom gehouden. Ikzelf had op bord 2 een strategisch interessant stelling waarin mijn tegenstander de eerste was die in de denktank ging.
Later op de avond wist Scott ook een tweede pion te winnen en in principe stond hij dus gewonnen. Jans tegenstander probeerde gebruik te maken van de d-pion en zijn controle van het centrum door een koningsaanval te lanceren. Hierbij offerde hij een kwaliteit, en het had er dus alle schijn van dat deze partij een binaire uitkomst ging hebben. Mijn tegenstander had Dxb2 gespeeld, en ik probeerde een halfuur lang zijn dame te vangen, om ten slotte toch te concluderen dat dat niet ging. Ik had al wel gezien dat ik ook zonder damewinst genoeg compensatie kreeg voor de pion: zwart kreeg dubbele, geïsoleerde a-pionnen en dubbele f-pionnen. Peter had een vrijpion op de damevleugel die eerder zwak dan sterk leek.
Ik miste de beste voorzetting om mijn stelling met +1 te consolideren, en na een forcerende lijn kwamen we in een eindspel met ieder 4 pionnen en een waardering van +0.3. Mijn tegenstander bood remise aan, dus ging ik eens kijken op de andere borden. Jan stond dan wel een kwaliteit voor, maar zijn koningsstelling leek mij erg verdacht. Scott stond nog steeds gewonnen (al was de stelling wel een beetje chaotisch geworden) en Peter stond nog steeds iets slechter. Gezien het feit dat hij een halfuur meer had op de klok, leek het mij dat hij zeker remise kon maken om snelschaken te forceren. Zodoende nam ik het remiseaanbod aan.
Jan verloor een tijdje later zoals ingecalculeerd, en Scotts tegenstander moest ondanks een creatief dame-offer ook de handdoek in de ring gooien.
Alles kwam nu aan op de partij op bord 1, waar de klok een grote rol speelde. Met nog een dame, toren en loper elk was de vrije b-pion van Peter gevaarlijker geworden, en toen de dames eraf gingen was het de vraag of de vrijpion nog te stoppen was. De koning op g1 en loper op g2 konden weinig beginnen tegen de pion op b3, en met minder dan een minuut op de klok was er voor wit geen houden meer aan. Zo sloten wij de bekeravond, waar wij op enig moment toch zeker minder stonden, toch netjes af met winst in de reguliere speeltijd.
Het RSB-3 team speelt op 1-12 tegen Fianchetto 3. Beide teams hebben hun eerste twee wedstrijden gewonnen met iets meer bordpunten voor onze tegenstander. Het belooft dus een spannende avond te worden. Dat wordt ook werkelijkheid. Al lijkt het er eerst niet op.
We komen namelijk voor met 3,5-0,5. Maar dan zien we wat donkere wolken boven de borden van Hans, Yuri en Ruud. En helaas worden dat drie verliespartijen. We kijken dus vol spanning naar bord 1 met Zoran. Hij weet echter raad met de druk en met de tegenstander! Zo wordt het (weer) 4,5-3,5.
Het wedstrijdformulier is gespiegeld ten opzichte van de vorige wedstrijd. Nu 1 1 1 1 0,5 0 0 0 i.p.v. 0 0 0 0,5 1 1 1 1 bij de vorige keer.
[Bord 1 – Bela Hlavaj – Zoran Zekusic
1 e4 e5 2 Lc4 Pf6 3 d3 c6 4 Pc3 b5
Vanuit de Bishop Opening gaf me dit de mogelijkheid meer druk zeten op b en c lijn met b-pion.
Dat waren eerste 15 zetten waar de ontwikkeling van de stukken zichtbaar is. Beide spelers zijn op zoek naar een vrij veld dat mogelijk een dreiging wordt voor zijn tegenstander. De witspeler heeft de mogelijkheid Pf5, met een dreiging op de pion d6. Maar ook de dubbele pionnen op b en e lijn zijn zwakke pionnen. Afruilen met cxb4 is niet goed voor mijn tegenstander zoals hij wel wist. Daarom ging hij op zoek naar betere positie.
16 d4 a5 17 Dc2 Db6 18 Pf5 Tad8 19 d5 Pb8 20 Pd2
De laatste zet Pd2 had ik niet verwacht. Deze zet brengt problemen mee. Met Pc4 komt mijn pion d6 in echte problemen. Bij de volgende zet had ik meer tijd nodig om het juiste antwoord te vinden. Als hij Pc4 gaat spelen dan is mijn dame aangevallen en de pionnen op de a- en d-lijn.
20..;g6 deze zet was een van de beslissende zetten in deze partij. De tegenstander kreeg een gratis pion met voor mij als doel een vrije h-lijn en nog een dubbel pion op de g-lijn.
Door het offeren van de h-pion wordt zichtbaar dat de strijd werd verplaats naar de h-lijn en naar de zwakke pion op g4. Mijn paard staat buiten spel maar op dit moment is het niet mogelijk hem is spel zetten maar hij krijg later belangrijke rol.
26.Dg3
Deze zet vind ik een foute zet. Volgens mij is Df3 beter omdat mijn paard nu kans krijgt om in het spel te komen.
26…;Th4 27 Kf2 Td8h8 28 Ke2 Pd7 29.Tf2 Pf6 30 g5
Hij zag Pxe4 niet waarbij dame en toren werden aangevallen. 30….Pxe4 31Df3 Pxf2 32 Dxf2 Tg4 33 Df3 Dxg5 34 Pxd6 Txg2+ 35 Kd3 f5 36 Kc4 Tg3 37 Df2 bxc3 38 bxc3 Txe3 39 Txa5 Df4+ 40 Dxf4 exf4 41Txc5
En f3 was de laatste zet. De tegenstander gaf op.
Bord 2 Bert met wit. “Ik kwam, met wit spelend) matig uit de opening; de machine gaf -0.6 aan. Toch kon wijn tegenstander geen weg vinden om een doorbraak te forceren. Op de twaalfde zet gaf hij zijn voordeel op. De 18e zet was een duidelijke fout, hij liet toe dat ik een onkwetsbaar paard op e5 kon positioneren. De koningsaanval die zwart voor ogen stond kon daardoor niet doorgaan. Op de 22e zet gaf zwart pardoes een pion weg. Ik kon daarbij de dames ruilen en bleef er een eindspel over van twee torens aan beide kanten en met wit een pluspion. Op zich is dat nog niet beslissend, maar dan moet je als zwart wel je torens in het spel houden. Dat deed mijn tegenstander niet en ik kon met mijn pluspion de partij winnend afsluiten.”
Bord 3 Simon met zwart. Simon weet pionnen te winnen en de houdt de de witspeler continu onder druk. Uiteindelijk moet wit opgeven.
Bord 4 Eelko met wit. In mijn partij won ik in de opening een stuk tegen een pion. Daarbij kreeg zwart een dubbelpion op de g-lijn en een gat in zijn koningsstelling. Door zelf lang te rokeren kon ik de druk op de koningsvleugel hoog houden. Een loperoffer bracht een van mijn torens midden op het bord waar deze naar harte lust pionnen kon opeten. Het laatste valletje zette ik door met mijn paard de verdediging van de pion op e4 los te laten. Zwart hapte toe maar zag toen dat mijn paard op f6 mat kon zetten. Zover liet hij het niet komen en gaf zich gewonnen. Stelling na16…a5
Met een loperoffer kwam mijn toren midden in het spel: 17.Lxd5! cxd5 18.Txd5 De6?! 19.Txg5 b4?! Stelling na 19…b4?!
Ik speelde 20.Pd5 waarna zwart (te snel) 20…Dxe4 speelde en toen opgaf.
Bord 5 Peter met zwart. In 1935 tijdens de 26e wedstrijd van de WK-match speelt Aljechin de Hollandse (!!) verdediging tegen Euwe. Uit beleefdheid of hoffelijkheid? Het wordt de Parel van Zandvoort, een prachtige en beslissende overwinning voor “onze” Max. De cruciale stand is zelfs op postzegel uitgegeven.
Uit beleefdheid of hoffelijkheid (??) speel ik tegen mijn tegenstander van Fianchetto (!) de Owens Defense: 1….;b6. Het wordt, helaas, niet de Parel van Gouda. Probleemloos komt zwart uit de opening, maar we zien beiden geen mogelijkheden in een uitgedunde stelling vooruitgang te boeken. Het remisevoorstel van mijn tegenstander neem ik daarom aan. Mijn goede vriend Stockfish vertelt me later dat ik misschien wel door had kunnen spelen….Toch maar eens mijn doffe parels wat meer oppoetsen.
Bord 6 Ruud met wit “Met wit speelde ik met de Engelse opening een spannende partij tegen Gilles Deegeling. Lang leek de partij op remise afstevenen, maar door een voor mij ongunstige ruil op het eind bleef ik zitten met een witte loper tegen over een paard en een gelijk aantal pionnen. Mijn witte loper kon niets beginnen tegen de 5 pionnen, die bij Gilles allemaal op zwart stonden, terwijl zijn paard en koning uiteindelijk de ruimte hadden om mij tot overgave dwingen.”
Bord 7 Yuri met zwart. Deze partij was een psychologische strijd in drie fasen. Na een scherp moment in de opening te hebben overleefd en een gelijke stelling te hebben bereikt, zorgde een te passieve stukkenopstelling in het middenspel ervoor dat Wit het initiatief kon grijpen. Hoewel de verdediging lang standhield, bleek de overgang naar een verloren eindspel uiteindelijk fataal. Tegen 1. e4 kwamen we in een scherpe Siciliaanse Taimanov terecht, het werd meteen tactisch. Na 5…Lb4 misten beide spelers de kritieke wending 6. Pxc6!, die Zwart voor serieuze problemen had gesteld. In plaats daarvan kreeg Wit na 6. Pb5 d5? een uitgelezen kans met 8. Lf4! Gelukkig koos Wit voor 8. a3?, waarmee de spanning wat uit de stelling werd gehaald. Bij zet 11 ontstond de stelling, die volgens de engine ruwweg gelijk is (+0,24):
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pc3 Lb4? 6. Pb5 d5? 7. exd5 exd5 8. a3? Lxc3+ 9. Pxc3 Le6 10. Le2 Pe7 11. O-O O-O De volgende fase was beslissend voor de uitslag. Wit manoeuvreerde het paard zeer effectief (Pa4–c5) en ik had moeite om actieve velden voor mijn stukken te vinden. Mijn grote fout was om de dame op a7, achter mijn pionnen op de damevleugel, te parkeren. Daardoor viel de dame praktisch uit het spel en kreeg Wit alle tijd om een aanval op de koningsvleugel op te zetten. Deze passiviteit leidde uiteindelijk tot het verlies van de pion op e6. Desondanks wist ik de directe matdreigingen op de koningsvleugel te pareren en bereikte ik een moeilijke, maar nog steeds speelbare stelling: 12. Lf4 a6 13. Ld3 Dd7 14. Pa4 Dd8 15. Pc5 Db6 16. b4 Da7?
Hier speelde ik 28…Te7?? en dwong daarmee torenruil af. In een toch al onaangename stelling (engine-evaluatie ongeveer +2,30) was het op het bord houden van de torens met 28…Tc7 waarschijnlijk de enige praktische kans om nog enig tegenspel te creëren. Na de tekstzet was het in feite gedaan: 28… Te7 29. Txe7+ Pxe7 30. Kf1 Pc6 31. Ke2 h6 32. Ld5 Pe5 33. Lxb7 Pc4 34. Lxa6 Pxa3 35. Kd3 Kf8 36. b5 1–0
Bord 8 Hans met wit. Dit is de langste partij van de avond. Over het begin was Hans al wat ontevreden: “1 Pc3 e5 2.Pf3 Pc6 3 d4 d6 4. Ik deed nu na lang nadenken: e4 ipv de5 en dameruil.” Zoran staat inmiddels op winst als het volgende gebeurt: “Mijn partijtje via van Geet (Pc3) leek goed te gaan totdat ik een schaak over het hoofd zag
Er volgt zwart…..cd5: en daarna Ld5: en Da5.”
Zo eindigt de wedstrijd met de kleinst mogelijke winst. We staan bovenaan in de competitie. Gloort er meer achter de horizon?
En: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.
Bij de RSB-wedstrijd Messemaker 1847 3 – Fianchetto 3 kwam deze partij op het bord. Alhoewel de laatste zet van zwart een blunder was, zou ik ook zonder deze fout van mijn tegenstander een zeer comfortabele stelling hebben overgehouden. Hieronder kunt u de partij na spelen. En ik hoor graag wat u er van vindt.
N.B. Door op een zet in een variant te klikken kunt u de variant naspelen.
Vrijdagavond 28 november was er weer een clash tussen Messemaker en Overschie in de RSB-Hoofdklasse. De week ervoor hadden beide teams elkaar al in de KNSB competitie getroffen, waarbij toen Messemaker toen aan het langste eind trok (5-3). Er waren toen in totaal tien spelers die nu ook meededen. Overschie was deze avond met hun vaste RSB-team opgekomen en Messemaker had één invaller nodig. Het beloofde weer een spannende wedstrijd te worden en daarin kwamen we niet bedrogen uit. Er waren in veel partijen dramatische wendingen waar harten van verzakten en elke prognose weer de prullenbak in kon. Ondanks het feit dat Messemaker een “verrader van Overschie” in hun gelederen had, werden we hartelijk ontvangen en geestig toegesproken door de voorzitter Niels van Diejen, met alleen wat potjes zout in de “open wond”.
Mijn partij was als eerste om ca. 21:30 al klaar. Mijn sympathieke tegenstander Robbert Fokkink was duidelijk teleurgesteld dat hij tegen een clubgenoot moest spelen. Zelf was ik ook niet happy met de situatie, maar ik had gelukkig een vooraf bedachte strategie waar ik me aan vast kon houden. Zelf met zwart op een relatief hoog bord 4 gewoon vol voor de remise gaan. Dat levert toch een voordeeltje op voor mijn team en verder even goede vrienden! Robbert is een sterke en creatieve speler, zelf ben ik wat degelijker (ook wel saai genoemd door sommige houthakkers) en dat levert onderling altijd interessante gevechten op die zelden vredig eindigen. Maar deze keer kwam ik goed uit de opening, kreeg het initiatief op de damevleugel en bood in betere stand remise aan. Robbert kon daar goed mee leven en zo houd ik de relatie met Overschie nog enigszins gezond.
Rond 22:00 kon ik een eerste inventarisatie doen. Peter Ypma met wit op bord 1 tegen Quirinius van Dorp (2230) was een hele scherpe stelling. Gewoontegetrouw was Peter ten aanval getrokken waarbij hij de ontwikkeling van zijn koning en damevleugel wat lager prioriteerde. Heel spannend, moeilijk te beoordelen voor mij. Op bord 2 mocht Jan het met zwart uitvechten tegen het tweede Overschiese kanon Robert Straver. Tegengestelde rokades, wit initiatief op de damevleugel, zwart meer ruimte op de koningsvleugel. Dat kon ook nog alle kanten op. Auke mocht met wit op bord 3 tegen Erik Brandenburg proberen een volgende Overschie- scalp aan zijn gordel te binden (na Robert en Quirinus). Dit werd een geweldig gevecht in de lijfvariant van Erik, die als dubieus te boek staat maar wel een stelling waarin Erik goed thuis is en zijn kwaliteiten kan laten schijnen. Op dit moment ook nog onvoorspelbaar qua uitslag. Scott op bord 5 met wit was een interessant duel met Karel Looijmans, die net als Scott een rustige positionele aanpak prefereert en praktiseert. Maar Scott ging er nu vol tegenaan met zijn koningsvleugel pionnen naar voren te gooien. Dit wordt buigen of barsten dacht ik. Sjoerd op bord 6 met zwart mocht op herhaling tegen Daan Smit. Afgelopen zaterdag troffen ze elkaar ook en met dezelfde kleurverdeling, toen won Sjoerd. Nu weer een scherpe Siciliaan maar de dames waren er al af en wit leek veel beter te staan. Kees op bord 7 met wit kwam voordelig uit de opening tegen Han Smit (ja, de broer van). Hij had zelfs op zet 11 al een tactische beslissing voorhanden (kwaliteitswinst) die hij even miste. Maar Kees stond nu gewoon een gezonde pion voor, dat zag er goed uit voor Messemaker. Op bord 8 zat Jeroen met zwart tegenover Arnout van Kempen. NB: op bord 7 en 8 werd dezelfde opening gespeeld, wat op bord 7 tot een open stelling leidde (dat ligt Kees goed) en op bord 8 tot een gesloten stelling (dat ligt Jeroen goed). Het zag er naar uit dat Jeroen, net als afgelopen zaterdag, als invaller weer een nuttige bijdrage ging leveren. Wat in het oog sprong was een geïsoleerde triple-pion van wit op de c-lijn. Wit had een pluspion maar die stelde hierdoor niet veel voor. Dit schatte ik in als minimaal een remise voor Jeroen. Mijn prognose op dat moment was 4-4.
We komen er weer in om 22:30. De kruitdampen bij Peter zijn inmiddels opgetrokken: zijn aanval werd goed gepareerd, er was geen weg meer terug, zijn koning te kwetsbaar en stukverlies daardoor onafwendbaar. Overschie pakt de voorsprong. Maar kort daarna weet Kees zijn goed gespeelde partij te verzilveren (pluspion promoveert) en staat het weer gelijk (1½ – 1½). Jan staat een pion achter met de compensatie voor zijn tegenstander. Auke heeft duidelijk minder gestaan, maar komt sterk terug en heeft nu twee stukken voor de toren in een spannende stelling waarin beide koningen kwetsbaar zijn. Geen idee hoe dit gaat eindigen, want Auke heeft ook nog slechts 10 minuten op de klok en Erik nog 50 minuten! Scott bouwt rustig verder aan zijn aanval op Karels koningsstelling. Hij heeft duidelijk het initiatief maar de tijdsfactor gaat nu een rol spelen, spannend! Sjoerd staat zwaar onder druk en Jeroen staat ook minder, maar ik reken toch op remise bij hem vanwege de tijdnood van Arnout. Een objectieve prognose laat een overwinning voor Overschie schemeren in de glazen bol!
Maar dan de eerste lichtpuntjes: Jan toont zich een ware Houdini! In zeer slechte stelling offert hij een stuk waarmee hij remise door eeuwig schaak hoopt af te dwingen. En warempel, dat lijkt er inderdaad in te zitten … En Auke krijgt de overhand, hij haalt met een tactische zet heel mooi de angel van zwart uit de stelling (een dame + loper batterij) en staat nu duidelijk beter. Maar hij heeft nog slechts 5 minuten op de klok in een ietwat chaotische stelling … Heel professioneel vouwt hij nu zijn notatieboekje dicht (noteren is immers niet meer verplicht) en gaat er eens goed voor zitten. Dit lijkt goed te komen. Scott staat nog steeds iets beter, Sjoerd staat er slecht voor, Jeroen moet remise kunnen maken. Dus: als deze drie borden de punten verdelen, Jan remise en Auke wint dan gaat Messemaker met de punten naar huis!
Nou, dat scenario lijkt lange tijd uit te komen. Jan haalt inderdaad de remise binnen met eeuwig schaak, Auke breekt door de stelling heen en heeft zijn volgende Overschie-scalp. En Jeroen bereikt inderdaad de remisehaven. Nu concentreert zich de zinderende spanning op de borden 5 en 6 …
Messemaker heeft nog één punt nodig voor de overwinning. En dat zal van Scott moeten komen, want Sjoerd heeft enig tegenspel met zijn vrijpion maar staat in hogere zin nog steeds verloren. Scott doet het heel goed, zijn aanval slaat door en hij komt een stuk voor in een eindspel waarin Karel nog wel een pion meer en tegenspel heeft. Er zijn slechts een paar nauwkeurige zetten nodig … Scott doet het in eerste instantie prima en heeft de winst binnen handbereik. Maar na zijn torenruil blijkt de vrijpion van Karel opeens heel gevaarlijk. Die was nog te stoppen geweest met een mooie paard-pirouette met remise als resultaat, maar in vliegende tijdnood mist Scott deze kans en geeft zich over op het moment dat hij door zijn vlag gaat. Hartbrekend, maar gelukkig revancheert Overschie zich op bord 6, waar Daan in tijdnood zijn gewonnen eindspel niet kan verzilveren. Daarmee redt Sjoerd een half punt voor Messemaker en hiermee eindigt deze titanenstrijd op een gelijkspel (4-4). Ik denk dat beide ploegen hiermee nu wel kunnen leven.
Hiermee ligt Messemaker nog op koers voor het kampioenschap. Wordt vervolgd.
In de eerste ronde van de RSB bekercompetitie was Messemaker vrijgeloot. Nu mochten wij in de tweede ronde het opnemen tegen de schaakvereniging van Moerkapelle. Voor deze ronde vielen Albert en ik in. Ondanks dat ons team wat verzwakt was, waren wij met een ratingverschil van 100 ratingpunten de favoriet om te winnen.
Nu weet iedereen dat je in sport je tegenstander nooit mag onderschatten en dat bleek maar weer eens op deze avond. Op alle 4 de borden was het enorm spannend, tot in de laatste minuten was het niet duidelijk welk team de winst zou pakken.
Op bord 4 speelde Auke met zwart tegen een d4 systeem met Pf3. Als je tegenstander besluit om solide te spelen in een d4 opening, dan kan het best moeilijk zijn om te winnen met zwart. Dit merkte Auke ook, pas laat in de partij werd het ratingverschil duidelijk. Met de kwaliteitswinst wist Auke met twee torens de stelling te domineren en won zijn partij.
Albert speelde op bord 3 met wit. Zijn tegenstander speelde een Caro-Kann waar Albert lang een voordeel had. Toch bleek het lastig te zijn om een groter voordeel op te bouwen. Zijn tegenstander vond veel goede zetten en wist de stelling weer in evenwicht te brengen. Pas in de laatste minuten van de partij kon Albert de doorbraak vinden. Zwart offerde twee pionnen voor tegenspel maar kon niet de juiste voortzetting vinden. De tweede winst voor Messemaker was binnen!
Jan speelde op bord 2 met zwart tegen een Catalaan zonder c4. Deze partij bleef heel lang in evenwicht totdat Jan ervoor koos om de stelling interessant te maken met f6. Hiermee verzwakte hij zijn koning, want de dames waren nog op het bord. Dit was misschien dubieus, maar zijn tegenstander kon de complicaties niet aan en verloor een heel stuk. Jan wist dit keurig af te ronden in het eindspel.
Ikzelf werd op bord 1 geplaatst. In mijn partij koos mijn tegenstander ervoor om de Grünfeld-verdediging te spelen. Al vroeg in de partij week mijn tegenstander af van de hoofdvariant en speelde een paar dubieuze zetten. In de opening bouwde ik zelfs een winnende stelling op, maar helaas kon ik niet de juiste voortgang vinden. Nadat ik wist dat ik mijn kans had gemist, kon ik het remise aanbod van mijn tegenstander niet aannemen. Uiteindelijk was dit een verkeerde beslissing, want mijn tegenstander speelde het eindspel een stuk beter dan ikzelf. Gelukkig kon ik onder tijdsdruk nog met remise ontsnappen.
Al en al was het een intensieve en spannende avond. Gelukkig hebben wij aan het langste eind kunnen trekken. Eindstand: 0,5 – 3,5 winst.
We gingen naar Den Haag voor onze tweede wedstrijd dit seizoen, tegen het op papier sterkste team van de groep, SHTV 2. Gemiddeld hadden we 80 ratingpunten minder. Dan is er van alles mogelijk, maar moet het een beetje meezitten.
Frank was als eerste klaar op bord 3: Mijn partij was kort en niet zo krachtig. Er kwam een Siciliaan Alapin op het bord en er verdween al spoedig veel materiaal van het bord. Het evenwicht werd nauwelijks verbroken en na twintig zetten bood mijn tegenstander remise aan. Ik dacht ook al een paar zetten aan een remiseaanbod, zodat we na 1,5 uur klaar waren.
Niet lang daarna ging Nick ten onder, die er een grondige analyse van heeft gemaakt:
Ik begon de partij met de zwarte stukken, mijn tegenstander begon met 1.e4, ik reageerde met 1…c6, de Caro Kann. De partij ging verder met 2.Pf3 d5 3Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6. Een bekende stelling, ik heb dit al 2 keer gespeeld in de interne competitie tegen Albert Segers en Derek Zuurmond dit seizoen. Beide partijen gingen overigens verloren, maar ik was vastberaden om niet dezelfde fouten te maken. De partij ging verder: 5.De2 Pxe4 6.Dxe4 Pd7 7.Lc4 Pf6 8.Pe5 e6 9.De2 b5. Precies zoals eerder dit seizoen tegen zowel Albert als Derek. De zet 9…b5 zet een mooie val op, als wit besluit te pakken op c6 dan volgt 10…Dc7 11.Lxb5 a6 12.La4 Ld en na bijv. 13.Df3 Tc8 is het onmogelijk om stukverlies voor wit te voorkomen. Mijn tegenstander was helaas goed genoeg om hier niet voor te vallen en besloot 10.Lb3 te spelen. Wederom dezelfde stelling.
De partij ging verder: 10…Dc7 11.d4 Ld6 12.O-O O-O 13.c3 a6 14.f4 c5. Uiteraard is mijn idee om de a7-g1 diagonaal open te breken en mijn andere loper op b7 te plaatsen. Maar al snel had ik door dat mijn tegenstander ook al goed op weg was om zelf een sterke aanval op te zetten. 15.Lc2 werd gespeeld, gevolgd door 15…cxd4 16.cxd4 Lb7. Hier was ik eigenlijk nog heel tevreden met mijn stelling:
Maar zoals eerder benoemd is mijn tegenstander ook behoorlijk actief met een sterk loperpaar, een toren die vrij snel op een open f lijn kan opereren en een dame die mogelijkheden heeft om naar mijn koningszijde te bewegen. In deze stelling was ik vooral bang voor de zet 17.f5 en mijn tegenstander was het daar volledig mee eens, want vrijwel direct na mijn zorgen stond die zet op het bord. Ik speelde toen eerst 17…Tac8, gevolgd door 18.Ld3 Db6. Mijn vermoeden was dat hij hier verplicht was om 19.Le3 te spelen en na 19…Pd5 20.Lf2 heb ik 20…Pf4, dan zou ik geforceerd de witte loper van het bord kunnen halen. Dat zou heel erg fijn zijn geweest, maar uiteraard is mijn tegenstander niet verplicht om 20.Lf2 te spelen. Dus de partij ging verder met 20.fxe6.
De exacte sterkte van deze zet had ik duidelijk onderschat. Ik had uiteraard wel gezien dat hij hier dreigt om bijv. Dh5 te spelen, of Lxh7 en dan Dh5. Maar ik had een aantal cruciale zetten verkeerd ingeschat. Mijn eerste gevoel was hier dat ik op e5 kon pakken met mijn loper en een onderdeel kon winnen, hij kon natuurlijk niet terug slaan want dan pak ik op e3 met mijn dame en ruilen we dames af. Maar na 20…Lxe5 speelde hij direct 21.Lxh7+, als ik hier pak dan komt 22.Dh5+ Kg7 23.exf7, en dan moet ik mijn toren opgeven, dus mijn vermoeden was dat 21…Kh8 de beste zet zou zijn. En na 22.Dh5 had ik 22…Pf6 in gedachten, maar ik kwam er na het spelen van 22.Dh5 achter dat dat natuurlijk niet mogelijk is vanwege 23.Txf6. Dus hier was ik eigenlijk al direct in de veronderstelling dat ik aan het verliezen was. En dat klopt, ik kwam nog wel op de zet 22…Pf4, een leuk idee. Als hij hier bijv. met de loper pakt dan kan ik de aanval enigszins overleven omdat de pion op d4 hangt met schaak. Maar na 23.Txf4 was de situatie nog steeds erg droevig voor zwart.
Het is hier al compleet verloren voor zwart, maar wit moet nog wel het juiste vervolg zien te vinden. De pion op d4 is natuurlijk heel zwak. De partij ging verder als volgt: 23…Lxf424.Lf5+ Lh6 25.Lxh6 g6. Ik had hier helaas ook gemist dat ik de pion op d4 natuurlijk niet kan pakken, dan kan hij zijn loper terugtrekken met schaak. Dus ik was geforceerd om g6 te spelen en uiteraard is de positie hier hopeloos verloren. Hij speelde 26.Dh4 gevolgd door 26…f6 27.Lxf8+ Kg8 28.Dxf6. Toen heb ik mijn hand uitgestoken en opgegeven. Een leuke partij, helaas viel het kwartje voor mij de verkeerde kant op dit keer.
Ivar speelde remise, net als Leslie, en nu stonden we 1.5-2.5 achter. Derek speelde een zeer gelijk eindspel iets te ambitieus, verloor een kwaliteit en iets later de partij. 1.5-3.5.
Ikzelf speelde op bord 5, tegen dezelfde tegenstander als vorige jaar. Toen met zwart, nu had ik wit. In een QGD liet Ton mij alles op de damevleugel doen wat ik wou. Hij pakte daarvoor ruimte op de koningsvleugel terug, maar de doorgeschoven pionnen waren ook een risico, en hij was veel tijd kwijt met stukmanoeuvres. De cruciale zet was in deze stelling:
27. Ne2! Nd6 28. Bd3 Qxf4 29. Nxf4 Kh6 30. Rc5 Ne8 31. Bb5 Dit monsterpaard op f4 valt de zwaktes op zowel d5 als h5 aan, en is niet makkelijk weg te jagen. Bovendien kan zwart de pionnen op d5 en b7 niet vasthouden na de loperruil. Alle zwarte pionnen behalve die op de a en h-lijn verdwenen, en mijn tegenstander gaf op toen de d-pion ging promoveren:
Met de stand nu 2.5-3.5 was er toch weer een beetje hoop. Simon speelde een lastig eindspel op bord 7 en onze invaller Marijn had op bord 1 na een zeer overtuigende partij een winnend eindspel op het bord. Misschien was 4-4 nog mogelijk?
Helaas, de partij bij Simon ging verloren. En Marijn maakte een foutje op het einde. Hij dacht de weg naar de winst te zien, maar zijn tegenstander kon de oppositie pakken. Toch remise. Eindstand: 3-5 verloren.
Vorig seizoen deden wij in de KNSB-competitie tot het einde van het seizoen mee voor promotie naar de 2e klasse, maar dit seizoen is promotie wiskundig al bijna onmogelijk. In plaats daarvan zijn we na drie nederlagen veroordeeld tot degradatievoetbal. De jaarlijkse ontmoeting met Overschie was een belangrijke om uitzicht op de veilige plekken te houden. Hieronder op bordvolgorde een verslag van de partijen.
Jeroen speelde op bord 8 mee als invaller en dat deed hij uitstekend. Met zwart kwam hij al redelijk snel in een eindspel terecht waar hij met zijn geïsoleerde d-pion alleen kon afwachten. In onderstaande stelling speelde hij Le8-d7-e8-d7-e8! Even later bood zijn tegenstander remise aan en dus hielp Jeroen ons al voor de 2e keer dit seizoen succesvol uit de brand.
Rob speelde op bord 7 en dat werd een frustrerende middag, waar hij wel een puik verslag van wist te maken:
‘’We hadden het er in de auto nog over gehad: sla niet met de dame op b2, ook al is het goed. Was het toeval? Ik kreeg in de partij de gelegenheid om dit eens te laten zien. Ik speelde in deze stelling e3, zo toelatend dat zwart Db4+ en Dxb2 zou kunnen doen.
Ik heb snelle ontwikkeling en veel spel voor de pion. In de analyse achteraf bleek dat mijn (overigens sympathieke) tegenstander erg veel waarde aan een pion vóór hechtte. In analysestellingen waar ik op diverse manieren zou kunnen winnen, was het ‘ja maar ik sta nog een pion voor’. In het verloop van de partij liet hij de dame op de damevleugel staan en kwam daarmee in de problemen. Zie het volgende diagram.
De stelling na 14… c5 15. e5. Zwart speelt nu 15…dxc4 om het paard naar d5 te kunnen brengen, maar verliest hier een stuk: 16. Pxc4 Pd5 17.Ta3 (zie volgende diagram)
na 17. …Db4 18 Txa6 speelde zwart 18…b5. Hier had ik gewoon Pd6 kunnen spelen en dan had ik probleemloos een vol stuk voor gestaan. Maar ach, ik wilde het weer eens mooi doen met een tussenzet 19. Tb1? Waarna zwart het logische 19,,,Pc3 speelde en ik niets beters wist dan de kwaliteit terug te geven met 20. Txb4 Pxe2+ 21.Lxe2 bxc4. De computer geeft mij nog steeds een plus van 2.3, maar zwart heeft nu wel weer spel. Ik speelde het verder niet goed waardoor mijn voordeel slonk als sneeuw voor de zon. We speelden in tijdnood nog 20 zetten verder tot hij remise aanbood in de volgende stelling:
Ik zag niet hoe ik mijn twee zwakke pionnen (d4 en f2) zou kunnen blijven verdedigen. Remise leek mij ook prima gezien de stand in de match, dus nam ik het aanbod aan. Nu thuis zie ik dat de computer mij nog steeds een voordeel van +1.5 geeft. Achter het bord was ik minder zeker. Mijn tegenstander vond dat hij minder stond. Dat had hij dan wel weer goed gezien.’’
Een beetje een spoiler in de laatste alinea, maar het leek inderdaad de goeie kant op te gaan. De volgende twee borden hadden inmiddels namelijk al gewonnen.
Op bord 6 was Sjoerd als eerste klaar. In een Siciliaanse opening ging zijn tegenstander al snel enigszins de mist in en kon zwart b2 slaan. De koning vluchtte naar d2 en dat leek mij niet echt speelbaar. Dat bleek, want vier zetten later gaf wit op. Sjoerd won ook al zo snel in de RSB, heeft nu 2,5 uit 3 in de KNSB en is op koers voor een welverdiende 2000-rating. Lekker!
Kees speelde op bord 5:
‘’De cruciale stelling van mijn partij na de 21ste zet Dd1-h5.
De opening behandelde ik wat slordig. Het gevolg was dat zwart kans zag mijn e-pion te veroveren. Dat ging ten koste van een verzwakking van de zwarte koningsstelling, maar dat had niet fataal hoeven af te lopen als zwart zich hier met 21…De7 had verdedigd met nog steeds een klein voordeel. Zwart ging hier de fout in met 21…dxe5? waarna het snel mis ging na 22.Dg6+ Kh8 23.Dxh6+ Kg8 24.Txe1.’’
Op bord 4 speelde Jan met zwart een interessante partij. Wit probeerde de ontwikkeling van de witveldige loper te frustreren met het antipositonele f4-f5. Ik was hier vanaf de zijkant best van onder de indruk, maar uiteindelijk wist Jan af te wikkelen naar een eindspel van elk toren en loper met 4 pionnen. Jan kon de pionnen aan de dameszijde amper dekken en ik vreesde het ergste. Maar hoe hij het deed, deed hij het, en Jan wist af te wikkelen naar een stelling met enkel twee pionnen aan de koningszijde. Gezien de situatie op de andere borden speelde zijn tegenstander hier toch door, en dat kwam hem bijna duur te staan. Jan wist een pion te winnen, maar toen na de lopers ook de torens werden geruild, kon zwart zijn koning niet meer van de h-lijn bewegen door de horizontale oppositie van de witte koning. Een zwaarbevochten remise dus, na een sterke verdediging in een lastige stelling van Jan.
Ikzelf speelde op bord 3 met wit tegen de erg sterke Quirinius van Dorp. Hij koos voor een zijvariant van de Ruy Lopez en het werd een complexe partij. Eenmaal in het middenspel speelde ik na een half uur nadenken 14.Ph4, mede mogelijk gemaakt door de toren op a4 (bijvoorbeeld 14…Pxe4 15.Pxe4 Dxh4 16.d5 Pe7 17.Pxd6 en wit wint).
Ook mijn tegenstander ging nu de denktank in en kwam op 14…Tb8, om in een aantal varianten de b7-loper verdedigd te hebben. Achter het bord hoopte ik een aanval te kunnen laten slagen met zetten als Df3 en Pf5, maar dat sloeg niet echt door. Ondertussen had zwart nog maar 8 minuten voor de laatste 21 (!) zetten, en dat gaf de doorslag. Ik wist na een aantal fouten over en weer de f-lijn te openen en dan werken de offers wel.
Wit wint, hoe? Overigens is dit de hoogste rating die ik ooit heb verslagen!”
Scott speelde op bord 2 en stond opmerkelijk passief, met een dame op a7, het paard nog op b8 en de toren op a8. De aard van de stelling was echter zo dat wit niet veel kon forceren met zijn meer ontwikkelde stukken. Enige tijd later wist Scott dan ook zijn stukken te mobiliseren en leek hij de beste troeven te hebben. Helaas zag hij een dame-offer over het hoofd, waarna wit domineerde met een loperpaar en en toren tegen een dame. Daar was geen beginnen meer aan. 1-0.
Peter speelde op bord 1 en schreef daar het volgende over:
‘’In mijn partij (een Réti-opening) wist ik in de opening snel de opmars b2-b4-b5 door te zetten, waarna het zwarte paard van c6 naar d8 terug moest en de loper van c8 lange tijd opgesloten bleef. Ik verzuimde echter om de manoeuvre Pc3-a4-b6 uit te voeren, omdat ik die loper van c8 minder waard vond dan mijn paard. In plaats daarvan gebruikte ik zeeën van tijd (mijn tegenstander trouwens ook, maar wel iets minder), waardoor ik de laatste 25 (!) zetten in hevige tijdnood verkeerde, terwijl mijn tegenstander hevig tekeer ging op mijn koningsstelling. Wonder boven wonder wist ik er ongeschonden vanaf te komen en kort na zet 40 werd de vrede getekend, waarmee de teamoverwinning formeel een feit was (hoewel intussen wel duidelijk was dat Jan niet meer kon verliezen en dus was de teamwinst eigenlijk daarvoor al bekend). ‘’
Wij winnen deze vier- of zespuntenwedstrijd dus! De rest van het seizoen hebben wij nog een hoop werk te verzetten, maar we zijn in ieder geval van de nul af. Op 13 december spelen we weer een belangrijke wedstrijd, dan uit tegen RSR Ivoren Toren.
Met een gemiddelde plusrating van 164 punten lag een overwinning voor de hand. Met de 7-1 winst hebben we dit ook waargemaakt.
Onderstaand de partijverslagen.
Bord 1: Bernard
Mijn tegenstander speelde Siciliaans, met naar mijn oordeel e6 op het verkeerde moment. Er kwamen wat gaten op de zwarte velden.
Hier kon ik goed gebruik van maken door veel activiteit te pakken. Een offer van een paard tegen 2 pionnen was een creatieve gedachte om dat op te lossen, maar dat mocht niet baten. Toen de dames werden geruild, de activiteit bleef en ik dat stuk nog steeds voor stond, gaf mijn tegenstander op.
Bord 2: Rob
Ik speelde met zwart een Klassieke Siciliaan, waarbij wit Lb5 speelde. Een ongevaarlijke variant. Daarna was het manoeuvreren waarbij we volgens de computer weinig fout deden en we steeds gelijk stonden. Hij speelde wel passief en verdedigend en had veel tijd verbruikt. Hij bood remise aan nadat hij (met het bord nog vol stukken) een stuk weggaf. Daarna gaf hij meteen op.
Bord 3: Jeroen
Mijn partij: Met wit speelde ik Engels, en blijkbaar het Carls-Bremen Systeem. Na een aantal passieve zetten en inactieve stukken van mijn tegenstander kreeg ik steeds meer de overhand, en ik had de partij volgens Ome Fritz sneller kunnen afmaken.
Tijdens het kijken bij de overige borden viel mij op dat Frank dezelfde pionnenstructuur op de Damevleugel had staan: a3,b4,c4 en d5, de stelling was echter totaal anders.
De slotstelling laat goed zien dat de zwarte stukken niet samen werken en passief staan. Slotstelling na 25 Pd4-f5; 1-0
Bord 4: Nick
Mijn tegenstander speelde de Damegambiet, ik reageerde met de Semi-Slavische verdediging. Na 5 zetten speelde mijn tegenstander de opvallende zet a4, vermoedelijk om b5 te verhinderen en ruimte te winnen op de damevleugel. Na 7 zetten stond deze stelling op het bord:
Hier besloot ik om meteen in het centrum aan te vallen en te pakken op c4, de partij ging verder als volgt, 8. Lxc4 c5 9. O-O Pc6 10. Dd3 cxd4 11. exd4 Pb4 12. De2 b6. De partij is op dit moment nog gelijkwaardig, zwart is met ongeveer -0.28 in het voordeel. Verwaarloosbaar dus. Mijn eerste onnauwkeurigheid was 13. Pbd5 (de belangrijkste reden waarom ik Pbd5 speelde was om de geïsoleerde pion tegen te houden, maar bij nader inzien was Pfd5 waarschijnlijk iets beter):
Na deze zet staat wit iets beter, gelukkig miste mijn tegenstander de kritische zet Pe5 en werd mijn fout niet afgestraft. De partij ging verder: 14. Le3 Lb7 15. La6 Lxa6 16. Dxa6 Pb4 17. De2 Tc8. Wederom is de stelling hier min of meer gelijk, met een minimaal voordeel voor zwart. Na wat heen en weer schuiven van de onderdelen speelde mijn tegenstander op zet 23. Db5:
De beste zet voor zwart is De4, ik besloot om dames af te ruilen (wat overigens ook prima is), vanwege de dubbele pionnen op de B lijn en de geïsoleerde pion op de D lijn. Na Tfc8 domineer ik de open c lijn met mijn beide torens en was mijn vermoeden dat ik wel beter moest staan hier. Dat klopt, maar het is slechts -1 voor zwart hier, dus de partij was allesbehalve beslist. Ergens in deze fase bood mijn tegenstander remise aan, ik besloot om nog even door te spelen vanwege de zwakke pionnen van wit. Helaas kwam ik in deze fase ook in tijdsnood en begon de vermoeidheid toe te slaan, ik merkte dat de beste zetten vinden lastiger begon te worden en dat de kans op een fout toenam. Na een aantal zetten kwam deze stelling op het bord:
Ik heb helaas te veel tegenspel van mijn tegenstander toegelaten, ik ben hier geforceerd om Th8 te spelen en volgens de computer is de stelling hier alweer min of meer gelijkwaardig. We speelden nog even door en kwamen in deze stelling terecht:
Dit was overigens het grootste voordeel wat ik heb gehad in de gehele partij, hier staat zwart ongeveer -3, ik speelde hier Kf7, de beste zet, gevolgd door Tbg3 en toen g6, wat een cruciale fout was en de voorsprong weer uit handen gaf. Hier was de beste zet Thc8 met het idee om een toren te offeren voor het paard en de loper (vervolgens valt de pion op f4 door mijn paard). Ik was op dit punt eigenlijk al compleet overtuigd dat het een remise zou worden en ook niet meer zo scherp als aan het begin van de avond. Na 2 zetten bood mijn tegenstander opnieuw remise aan en ben ik akkoord gegaan.
Bord 5: Frank
Bij mij kwam er een vierpaarden spel op het bord, waarin mijn tegenstander te passief was. Er kwam een stelling op het bord met twee lopers voor mij, die beide op de koningsstelling waren gericht, en twee paarden voor mijn tegenstander, die nauwelijks meededen. De druk op de koningsstelling van mijn tegenstander werd snel erg groot en voor tien uur had ik het punt binnen. Dit had twee voordelen: 1) ik rustig de partijen van mijn medespelers volgen en 2) ik hoefde niet meer op te onplezierige klapstoelen te zitten. CSV is een prima en gastvrije vereniging, maar de stoelen waar je 3,5 – 4 uur op geacht wordt op te zitten, kunnen echt niet.
Bord 6: Eelco
Ik had een Accelerated Londen tegen, en mijn tegenstander zat erg te azen op een offer op de koningsvleugel. Hij koos er uiteindelijk voor in deze stelling:
Hij had waarschijnlijk berekend dat hij na 13. … gxh6 14. Qg4+ Kh8 15. Qg6 minimaal eeuwig schaak had. Maar ik had de tussenzet 13… Nxe5. Na 14. Bc2 gxh6 was het vooral geen mat of eeuwig schaak weggeven en het extra stuk vasthouden.
Bord 7: Ivar
De avond voor mij begon met het snel claimen van een redelijke stoel. Binnen onze vereniging wordt de Pirc defence niet veel gespeeld en als ik ertegen speel lijk ik vaak te verliezen. Zal wel door de opening komen. Ik begon dan ook onhandig aan de partij. Echter, mijn tegenstander gaf mij iets te veel ruimte en liet mij een aanval opzetten met achtereenvolgens f4, f5 en xg6 leidend tot de volgende stelling:
Deze lopers zijn natuurlijk heerlijk en de open lijn perfect. Ondanks een enkel foutje van mij, wat gelukkig niet afgestraft werd, kon ik deze aanval mooi voorzetten tot een redelijk makkelijke winst.
Bord 8: Wibo
Het was niet mijn avond. Ik zag eenvoudig stukverlies over het hoofd en ik zag ook niet dat ik dat eenvoudig had kunnen pareren. Gelukkig is het lang geleden dat ik zomaar een stuk verloor. Waren het de slechte stoelen, de Coronavaccinatie of gewoon een slechte dag? Uiteindelijk wist ik 2 pionnen als compensatie te krijgen, maar mijn tegenstandster had het beste van het spel (+1,3). Gelukkig was ze al heel blij met remise, dat was dus een flinke meevaller voor mij.