Messemaker 1 behaalt ruime overwinning op Amsterdam-West

(door Peter Scheeren)

In de derde ronde van de KNSB-competitie moest Messemaker 1 aantreden in en tegen Amsterdam-West. Gezien de te verwachten parkeerproblemen aldaar gingen de meeste spelers met het OV (trein + tram). Aldaar aangekomen waren de “auto-diehards” Henk-Jan en Jan Evengroen ook net gearriveerd. De andere OV-gangers (Albert en Auke) zouden op eigen gelegenheid gaan, waarbij Auke al aangekondigd had iets te laat te zullen komen.

Het was een drukte van jewelste in het speellokaal met maar liefst 5 wedstrijden. Nadat iedereen zijn plekje had ingenomen en de wedstrijdleider nog eens alle borden van alle teams naliep om te controleren of iedereen echt wel op de juiste plek zat, konden de wedstrijden beginnen (nog even zonder Auke, die zou even later pas binnenkomen).

Ikzelf was a heel vroeg klaar. Mijn tegenstander was blijkbaar “opgeofferd” op het eerste bord en in feite was de partij al na 9 (!) zetten beslist, toen ik een stuk ging winnen. Omdat mijn tegenstander ook daarna niet op zijn sterkst speelde kon ik al na ca. 1,5 uur het eerste punt laten noteren. Althans, dat dacht ik, maar wat bleek: Auke (die nota bene te laat was gearriveerd) had toen al lang en breed gewonnen (een snelle stukwinst) en was al weer huiswaarts gekeerd. Auke: bedankt voor het langskomen!

Wat later op de middag kon Henk-Jan het derde punt laten aantekenen. Hij had met zijn loperpaar en open f-lijn flinke druk op de witte stelling opgebouwd, maar hij zou nog lang niet zomaar gewonnen hebben als zijn tegenstander – die enigszins in tijdnood was gekomen – niet pardoes een stuk zou hebben weggegeven. Zodoende stonden we met 3-0 voor.

Even later dachten we dat het zelfs 4-0 was geworden. Immers, de tegenstander van Kees had zich – eveneens in tijdnood – in het hoofd gehaald om met alle zware stukken op het bord met zijn koning van e8 helemaal naar e2 te lopen. Toen wit geforceerd mat kon geven was de partij afgelopen. Echter: niet omdat de tegnstander opgaf (zoals velen dachten), maar omdat Kees door zijn bedenktijd was gegaan!

Dat was dus opeens 1-3 i.p.v. 0-4. Waar we eerst op een ruime overwinning leken af te stevenen, was nu de winst opeens niet meer zo zeker. In allle overige partijen stonden de Messemaker-spelers namelijk niet of nauwelijks beter en alle vier die partijen konden nog alle kanten op.

Frans had in een “Franse” opening met zijn koning noodgedwongen in het centrum moeten bivakkeren en die kreeg het zwaar te verduren. Frans bleef zich echter hardnekkig verdedigen en kwam hij – mede omdat de tegenstander enkele malen de beste voortzetting miste – uiteindelijk heel redelijk uit de problemen. Maar toen gaf hij pardoes een toren weg en was de partij afgelopen. Stand: 2-3.

Omdat zowel Erik als Jan op remise leken af te stevenen hing veel af van de partij van Albert. Rustig spelend had Albert eerst het witte minuscule loperpaarvoordeeltje (voor zover dat een voordeeltje was) geneutraliseerd en kwam daarna heel langzaam aan steeds beter te staan, mede door planloos spel van zijn tegenstander. Op een gegeven moment won Albert een pion, maar de tegenstander wilde zich daar niet bij neerleggen en offerde in plaats daarvan een stuk tegen twee pionnen. Zijn hoop was dat Albert met twee paarden zonder pionnen zou blijven zitten, maar Albert bleef geconcentreerd spelen en won uiteindelijk het eindspel van paard plus pion tegen pion.

Erik had met wit niets uit de opening gehaald en de zwartspeler had geleidelijk aan het initiatief verkregen. Er werd afgewikkeld naar een eindspel van loper tegen paard. De zwartspeler (met de loper) probeerde hierin ijzer met handen te breken, maar Erik wist de stelling binnen de remisemarge te houden. UIteindelijk deed de zwartspeler – mede gezien de stand in de wedstrijd – een wanhoopswinstpoging, maar die werd door Erik eenvouidg weerlegd en deze kon een (gelukkig) vol punt aantekenen.

Jan had in zijn partij met zwart in de opening een spannend fragment gehad, compleet met een (schijn)offer van zijn dame! Er resulteerde een gelijkstaand eindspel van loper tegen paard en daar ging Jan nog eens goed voor zitten. Hij bleef het proberen, maar zijn tegenstander gaf geen krimp. Op een gegeven moment ging Jan te ver in zijn winstpogingen en nu leek opeens de witspeler te gaan winnen. Diens techniek schoot echter duidelijk te kort en Jan kon de partij toch nog gemakkelijk in de remisehaven loodsen.

Door deze laatste twee meevallers viel de overwinning voor Messemaker met 5,5-2,5 toch nog ruim uit. Over twee weken mag het team opnieuw aantreden, samen met de andere twee Messemaker-teams mogen we het dan in een thuiswedstrijd opnemen tegen drie Erasmus-teams.

Messemaker 1 wint in Delft overtuigend

Een uitwedstrijd in Delft betekende tot voor kort een bezoek aan het mooie Delftse Denksportcentrum aan de rand van de binnenstad. De Delftse club moest dit jaar op zoek naar een ander clublokaal omdat het Denksportcentrum per eind augustus werd gesloten. Dat verhaal komt ons bekend voor. Zaterdag 12 oktober had Messemaker 1 de eer de nieuwe zaal mede te mogen inwijden na de verhuizing die de dag tevoren had plaatsgevonden. We mogen de Delftenaars feliciteren met hun nieuw locatie, maar tegelijkertijd kunnen we vaststellen dat onze nieuwe speelzaal in BDC Gouda de vergelijking glansrijk kan doorstaan.

Dan naar de wedstrijd. We spelen tegen DSC Delft 2. Onze teamleider Henk-Jan is helaas verhinderd, maar hij heeft in de persoon van Ed Roering wel voor een uitstekende invaller gezorgd. Die is dan ook aan het eerste bord geplaatst.

Na de uitglijder in de eerste ronde konden we ons in Delft geen tweede zeperd permitteren. En dat gebeurde ook niet. Het werd een mooie overwinning met 5-3. Een optimist uit Moordrecht liet weten: We hebben het kampioenschap weer in eigen hand!

Ed roering – Alexander Bruschke 1/2 – 1/2

Een lastig positioneel gevecht met remise als rechtvaardige uitslag. De computer geeft aan dat het op de 32e zet nog goed mis had kunnen gaan. Zwart speelde hier 32…Pxh3+, maar veel beter was 32…Pe2+! Na 33.Kh1 d4 beslist de zwarte vrijpion.

Een ‘narrow escape’

Richard Oranje – Erik Hennink 0 – 1

Het eerste punt voor Messemaker 1 werd gescoord door Erik, en wel op een heel overtuigende wijze. Met een centrumopstoot het witte openingsvoordeel neutraliseren, stukken actief opstellen, open lijn bezetten met de torens en vervolgens de witte stelling binnendringen met onpareerbare dreigingen. Zo moet het spel worden gespeeld!

In onderstaande stelling na 32…Td1 gaat wit een stuk verliezen omdat na 33.Kf2 (of 33. Kf1) volgt 33…Txe1 34. Kxe1 Pd3+ en 35…Pxc5. Twee zetten later gaf wit op.

Over en uit

Peter Scheeren – Jorick Laan 1 – 0

Een partij om in te lijsten! Met een centrumdoorbraak wist Peter zijn tegenstander in grote problemen te brengen. Een uiterst gevaarlijke witte vrijpion op d6 in combinatie met twee heel actieve witte lopers waren zwart uiteindelijk teveel. Peter wist de beslissing op fraaie wijze af te dwingen. In onderstaande stelling volgde 34.Txf6! Na 34…Pxf6 35.Lxe5 is de penning van het paard beslissend. Zwart dacht zich er nog uit te kunnen redden met 35…De1 36.Df4 maar realiseerde zich toen dat na het geplande 36….Dxe5 37.Dxe5 de zet Pg4+ met dubbelaanval op koning en dame niet mogelijk is omdat het paard nog steeds gepend staat. Zwart gaf daarom maar op.

Wit begint en wint

Bob Voogt – Auke Wilming 1/2 – 1/2

Met zwart had Auke een dominante positie in het centrum. Wit voelde zich gedwongen een pion te offeren waardoor de zwarte centrumpionnen konden worden geblokkeerd. Na langdurige manoeuvres en de afruil van veel stukken kwam er uiteindelijk een lopereindspel op het bord. Auke had nog steeds een pluspion maar winst zat er niet meer in. De computer laat zien dat er meer in had gezeten als zwart in onderstaande stelling niet 41…Le6? had gespeeld. Na twee maal torens ruilen op d7 was het lopereindspel niet te winnen. Zwart had 41…g5! moeten spelen. Na bijvoorbeeld 42.a4 gxh4 43.gxh4 bxa4 44.Lxa4 Tg7 staat zwart gewonnen.

Winst gemist?

Jan Evengroen – Pieter Buzing 0 – 1

In de eerste fase draaide de partij om de beheersing van het veld d5. Zowel zwart als wit probeerden dit veld met zo veel mogelijk stukken te beheersen. Zwart kampte met een achtergebleven pion op d6. Wit sprong met een paard naar d5. Zwart sloeg het eraf en veroverde vervolgens ook de witte pion die op d5 verschenen was. Wit wist tegelijkertijd de zwarte pion op d6 met zijn paard te veroveren. Zwart valt het dominante paard aan, wit verdedigt het en er is inmiddels een behoorlijk ingewikkelde stelling op het bord gekomen. Zie diagram. Het witte paard is in moeilijkheden. Als het naar f5 of e4 gaat wordt de loper op d3 geslagen. Jan speelde hier 23.Td1? met indirecte dekking van het paard, want op 23…Dxd6 komt natuurlijk 24.Lxh7+ en 25.Txd6. Zwart reageerde echter met 23….Td5, waarna stukverlies niet meer is te voorkomen. Jan probeerde nog lang weerstand te bieden maar kon het uiteindelijk met een stuk minder niet bolwerken.

In de diagramstelling had hij zich nog kunnen redden met 23.Le3! Je moet een computer zijn om de consequenties te kunnen doorrekenen. Op bijvoorbeeld 23…Td5 volgt 24.Lxb5 Dxd6 25.Lxb6 Lxb6 26.Lc4 met groot voordeel voor wit. Zwart kan dan ook beter 23…Dxd6 spelen met als mogelijk vervolg 24.Lxc5 Dxc5 25.Dxb5 met ongeveer gelijk spel.

Hoe redt wit zijn paard?

Cagla Yaren Aslan – Albert Segers 1 – 0

Albert speelde met zwart tegen de enige dame in ons gezelschap. In de opening dacht hij een sterke voortzetting gevonden te hebben in 7…Db6: “Ik was hier vrij zeker dat dit een sterke zet was. Niet dus …!. Zwart dreigt met materiaalwinst: Db6xd4”. Wit riposteerde echter met het sterke 8.Pa4!, waarna onderstaande stelling ontstond. Albert besloot na lang nadenken de pion op d4 te slaan, maar dat pakte niet goed uit. Na 8….Dxd4 9.Dxd4 Pxd4 10.0-0-0 stond de zwarte stelling onder grote druk. Waarschijnlijk was er ergens nog wel een redding geweest voor zwart, maar in de praktijk bleken de problemen te lastig. Op de 41e zet moest zwart capituleren.

In plaats van slaan op d4 had zwart in de diagramstelling 8….Da5+ moeten spelen, met als mogelijk vervolg 9.c3 Pxe5 10.Lxe5 Pd7 11.Lf4 e6 met een gelijkwaardige stelling.

Kan zwart op d4 slaan?

Kees Brinkers – Thomas Bredewoud 1 – 0

De partij verliep zonder grote incidenten. Uiteindelijk kwam er een dame-eindspel op het bord dat bij goed spel tot remise had moeten leiden …. tot het moment dat zwart ongelukkigerwijs met zijn koning de verkeerde route koos. Zie diagram na 34.Df8+. Als zwart hier Ke6 speelt kan wit niets bereiken. Na een schaakje op e8 of g8 gaat de koning weer terug naar f6. Zwart ging hier de fout in met 34…Ke5? Er volgde 35.De7+ Kf5 (op 35…Kd5 wint wit met 36.De4+ en 37.Dxg6+) 36.h4! Goede raad is nu duur. De zwarte koning komt in het nauw. Op 36…De6 is 37.Dg5 mat en op 36…Df6 geeft de dame mat op e4. Op 36…Kf4 is het mat op g5. Er volgde 36…Db4 (er is niets beters) 37.Dg5+ Ke6 38.Dxg6+ Ke7 39.Dxh5 en wit won eenvoudig.

Het verkeerde pad op

Wybe Evenhuis – Rob van de Walle 0 – 1

Bij een tussenstand van 4-3 in ons voordeel moest de partij van Rob beslissen of we met 1 of 2 matchpunten naar huis zouden gaan. Het werd een lange partij van uiteindelijk maar liefst 75 zetten! Tijdens het verloop van de partij was het lastig te beoordelen. Wie stond er beter? Maar toen Rob op de 50ste zet zijn paard naar het sterke veld c4 wist te brengen, kregen we vertrouwen in een goede afloop. Zie de diagramstelling. Na 51.Kc3 Pxe3 52.a4 g4 53.hxg4 Pxg4 54.Tf4 Pe3 had zwart winnend voordeel dat Rob vervolgens niet meer uit handen gaf.

Dominant paard

Oude tafels, nieuw seizoen

Wedstrijdverslag Messemaker 1-Schaakmat Westland 1, door Auke

In 2023 bracht Spinvis het nummer ‘Zelfde Tafel, Ander Jaar’ uit. Tijdens de match tussen Messemaker 1 & Schaakmat Westland 1 had ik dit nummer opeens in mijn hoofd. Het nieuwe seizoen was net begonnen, op de nieuwe locatie. Voor mijzelf was er nog een nieuwtje: het was mijn debuut in KNSB 1. Ook Rob is, nadat hij vorig seizoen al tweemaal inviel, dit seizoen voor het eerst basisspeler. Toch was er ook veel vertrouwd; dezelfde mensen, zelfs dezelfde tafels! 

De nieuwe locatie was in ieder geval voor onze tegenstanders even wennen, want een aantal van hen was naar de oude locatie gereden. Na even te hebben gewacht, begonnen we iets later dan gepland dan toch aan het nieuwe seizoen. Na de wat ongelukkige degradatie uit de 2e klasse vorig jaar, met drie 3.5-4.5 nederlagen, telt dit seizoen maar één ding: promotie. Het team was in ieder geval compleet!

Vol goede moed begonnen we aan de partijen, of zetten toch in ieder geval de klokken aan, maar Westland bleek een lastige horde:

Bord 1: Michiel van Woerden – Peter Scheeren 1-0

25.d6, Op te volgen met 26.Pc7 en 27.Pd5. Mooi


Peter: ‘’Ik kreeg met zwart een klassieke koningsindiër op het bord met daarin de typische aanval van wit op de damevleugel en zwart op de koningsvleugel. Maar onder de gegeven omstandigheden waren beide aanvallen niet bijzonder sterk. Op een gegeven moment offerde wit een pion om een sterk paard op d5 te krijgen, wat ik afruilde tegen mijn witveldige loper. Toen bleef ik met een slechte loper achter, maar ook met een extra pion. In de opkomende tijdsnoodfase gaf ik die pion helaas geheel onnodig weg en kwam ik in een misschien wel verloren toreneindspel terecht. Vooraf had ik gedacht dit eindspel nog wel ergens remise te kunnen maken, maar toen ik er na mijn 40e zet goed voor ging zitten moest ik constateren dat het eindspel veel slechter voor mij stond dan ik eerder inschatte, en ik vond dan ook geen enkele remiseweg meer.’’

Bord 2: Henk-Jan Evengroen – Johan Valstar 1-0

In een koningsindische opening wist Henk-Jan zijn c-pion te offeren om vervolgens d6 te spelen. Hoewel het d6-veld viermaal aangevallen was, kon de pion niet geslagen worden. 

Chaos!

Alleen het kwaliteitsoffer 19…Txa5 hield het evenwicht, maar dat kwam niet op het bord. Na een min of meer geforceerde reeks zetten was het materiaal nog wel in evenwicht, maar de partij voorbij; de pion op d6 was te sterk.

Gelijk materiaal, gewonnen stelling.

Bord 3: Menno Pietersma – Jan Evengroen ½-½

Met zwart wist Jan een prima positie te bereiken in een Catalaanse opening, en lang was hij het die voor het volle punt ging. In een eindspel met een toren en dame elk ging dat nog bijna mis, maar gelukkig miste Menno de winnende voortzetting. Snel hierna volgde eeuwig schaak en dus remise.

45.Dd1!! Met torenwinst dan wel een fatale 46.Td8+.

Bord 4: Erik Hennink – Johan Voorberg 0-1

Erik kreeg een Siciliaans draak op het bord, waarbij de computer wit een licht voordeel geeft, maar zwart zeker ook kansen heeft.

Erik besloot hier 11.Lc4 te spelen, en na 11…Pxd4 12.Lxd4 e5 houdt alleen 13.Pb5 een soort van evenwicht. Na 13…Dxd2 14.Pxd6+ Kf8 15.Txd2 exd4 16.Pxc8 Lxc8 17.c3 heeft wit twee pionnen en een toren voor een paard en een loper. Het stukoffer 13.Lxf7+ was speculatief, en dat wist Johan goed aan te tonen. Na 20 zetten kon Erik niet anders dan opgeven.

Bord 5: Paul Brasser – Auke Wilming ½-½

Auke: Na een rustige Italiaanse opening besloot ik op zet 12 het ietwat ambitieuze …d5 te spelen. Paul reageerde door met Lg5 en Lxf6 zijn loper te ruilen voor mijn paard, wat mij een beetje verbaasde. Achteraf gaf hij aan dat hij er ook niet helemaal tevreden over was. Een paar zetten later kon ik met Ph4 afdwingen dat Paul 18…Lxf3 terugsloeg met 19.gxf3, en zag de toekomst er voor mij rooskleurig uit. Een paar zetten later stond ik ook daadwerkelijk gewonnen. Met nog zo’n tien minuten op de klok zocht ik niet naar een beslissende combinatie, maar dat had ik beter wel kunnen doen. Henk-Jan was in de analyse zo vriendelijk om me te wijzen op twee gemiste tactieken: 

Dit is gewonnen, met goed spel. Ik zag niet hoe, u wel? 

26… Lxf2! Waarna 27.Pxf2 Tae8+ 28.Kd1 Dxf2 volgt. Ik win de f2 pion en daarmee stort wits stelling in. Ik speelde eerst 26…Tae8, en na 27.Tf1 (het paard is gepend en dekt f2 dus niet) wint 27…Le3! De dame dekt f3 nu niet meer en ook na het winnen van deze pion valt wits stelling uit elkaar. Ik miste beide tactieken dus, en mocht uiteindelijk van geluk spreken dat ik met een pion minder remise kon maken.

Bord 6: Albert Segers – Timon van Dijk ½

Albert: ‘’Na een hele week intensief voorbereiden kwam er na de derde zet van zwart iets op het bord wat ik niet (meer) kende ☺. Dus deed ik maar gewoon zetjes die me logisch leken, en ja hoor, tot en met de 13e zet was het allemaal bekend met een klein plusje voor wit. Na twee minder nauwkeurige zetten was dat opeens foetsie en moesten we allebei genoegen nemen met een zetherhaling op zet 25.’’

Lb6 Ta6 Lc7 Ta7 Lb6 Ta6 Lc6 Ta7… Zakelijk? Onvermijdelijk?  Een beetje saai? U mag het zeggen.

Bord 7: Frans Vreugdenhil – Kees Brinkers 0-1

Kees: ‘’Na 1.e4 d6 speelde wit verrassend 2.c4. In het vervolg had ik de betere loper en dus een klein voordeel. Na afruil van enige stukken kon ik de druk verder opvoeren. De opmars van mijn a- en b-pionnen was uiteindelijk niet te stuiten.’’

31…b3! En er komt een te gevaarlijke pion op de a-lijn.

Bord 8: Rob van der Walle – Henk van Putten 0-1

Rob: “Ik mishandelde de opening en moest in een koningsindisch mijn zwartvelderige loper geven tegen een paard. Ik dacht in het vroege middenspel nog wat compensatie te hebben, maar moest de hele tijd keepen. Toen ik een blunder beging verloor ik een pion in een bovendien slechtere stelling. In tijdnood kreeg ik nog iets van een aanval, maar mijn tegenstander speelde het correct uit. Een vervelende partij waarbij ik al vanaf het begin met mijn rug tegen de muur stond. Bah.”

Paard gaat loper eten. Lastig.


3.5-4.5. Een nederlaag die toch wel hard aankomt. Zoals u bij het lezen van dit verslag misschien wel proeft, had er meer in gezeten. Ik vergooide een half punt dat door sommigen van ons al geteld was, en ook Peter, Erik en Rob hadden zich er meer van voorgesteld. Dat neemt niet weg dat Westland 1 uitstekend speelde. Alle lof! Op 12 oktober spelen we uit tegen DSC Delft 2, waar wij zullen moeten winnen voordat we het weer hebben over promotie kunnen hebben.