(door Auke Wilming)
Afgelopen maandag pas begon het seizoen voor het eerste RSB-team, met op het programma de wedstrijd tegen CSV 1 uit Capelle. Wij waren op volle oorlogssterkte, met op de eerste borden respectievelijk Peter en Peter, en daaronder Henk-Jan en Jan. Het is altijd een goed teken dat een speler als Jan op bord vier zit, lijkt mij. Scott, Sjoerd, Jeroen en ikzelf maakten, in die volgorde, het achttal compleet. Bernard was er helaas niet bij, maar met Peter Scheeren als invaller was dat gemis te overzien.
Voor zover ik het kon overzien zag ik dat wij nergens echt slechter uit de opening kwamen, en op een paar borden ietsje beter. Bij Henk-Jan bijvoorbeeld. Hier is zijn analyse:
Met zwart kreeg ik de Italiaanse opening tegen mij. Door een onnauwkeurigheid van mijn tegenstander kwam ik voordelig uit de opening met een sterk paard op f4. De stelling dreigde wat te vervlakken dus ik koos ervoor om een wat gevaarlijke weg in slaan door mijn stukken wat buitenspel te zetten. Achteraf bleek dit wel terecht, maar een fout is snel gemaakt en dat gebeurde uiteindelijk ook. Mijn paard raakte ingesloten en ik dreigde het te verliezen. Door wat rommel te creëren werd het nog wel ingewikkeld en daardoor koos mijn tegenstander de verkeerde weg. Wat overbleef was een eindspel waarbij beide partijen niet meer echt in de winst geloofden.
Jan was al vóór deze remise klaar. Hij illustreerde op bord vier wat ik in het begin zei, en hij won al snel een stuk, en toen een toren, en toen een pion, en toen nog een pion. Na ik denk zo’n tweeënhalf uur vond zijn tegenstander het mooi geweest. Een soevereine overwinning dus.
Redelijk snel na elkaar eindigden volgens mij ook de andere partijen, zoals dus die van Henk-Jan hierboven, maar ook die van Peter Scheeren. Dit had hij erover te zeggen:
Als invaller mocht ik op bord 1 tegen Thijs Roorda spelen. Pikant detail: twee dagen eerder speelde dezelfde Thijs ook tegen Messemaker in de KNSB-wedstrijd Philidor Leiden 1 – Messemaker 1. Kennelijk is Thijs lid van twee verenigingen. Hoe het ook zij: we kregen een vreselijk ingewikkelde Koningsindische opening op het bord die ons beiden zeeën van tijd kostte. Nadat Thijs met wit aanvankelijk beter leek te staan (hoewel de computer dat achteraf tegensprak) wist ik met een dame-offer (tegen toren +paard + pion) het initiatief over te nemen. Maar in de onvermijdelijke tijdnoodfase verspeelde ik mijn voordeel en kwam in grote problemen. Omdat mijn tegenstander in zijn nog grotere tijdnood eveneens een fout maakte kon ik nog wel remise maken. Gezien het partijverloop een terechte uitslag.
Peter Ypma heeft mij na afloop zijn partij tegen Mark Trimp laten zien, waar ik dit van begreep: Na de Engelse openingszet (1.c4) koos zijn tegenstander voor een wat suboptimale opstelling. Na tien zetten stond Peter daarom al overtuigend, met ruimtevoordeel, meer ontwikkeling en een actieve dame op d4. Hij verloor na Txf4 echter de controle over het belangrijke veld e5, en op voor mij mysterieuze wijze verdween zijn voorsprong. Zo gaat dat soms. Na een fase waarin zwart min of meer domineerde wist Peter met een kwaliteitsoffer terug in de partij te komen. In tijdnood verdwaalde zwart in de complexe stelling die volgde, en met de dreiging van een dame-offer en een witte koning op g5 gaf zwart op.
Tot zover de eerste vier borden. Sjoerds partij op bord zes ontging mij grotendeels. Gelukkig vertelt hij er zelf over:
Tegen Robbert Ritsma kwam ik met wit uit de opening met een pion voorsprong. Uiteindelijk moest ik de pion teruggeven, maar kreeg ik het loperpaar tegen twee paarden. Nadat ik een koningsaanval kon opzetten, kwam zwart steeds passiever te staan. De beslissing viel uiteindelijk aan de andere kant van het bord waar ik zijn dame kon insluiten, die moest worden geofferd tegen een toren en loper. Daarna was er voor zwart geen houden meer aan.
Of de overige partijen eindigden in de volgorde waarin ik ze nu bespreek, weet ik niet. Ik weet wel dat Jeroen als zesde klaar was. Naast mij op bord 7 kreeg hij de weinig ambitieuze openingszet 1.b3 voor de kiezen, en ik zag hem een comfortabele partij spelen. Jeroen zegt het zelf het beste:
Saaie pot, wel wat ruimte voordeel. Remiseaanbod aangenomen zodat tussenstand 4,5-1,5 werd.
Een echte teamspeler!
Van Scotts partij op bord vijf weet ik helaas niet veel. Ik heb het idee dat hij nooit echt in de problemen is geweest, en zo met zwart een keurige remise haalde.
Op bord acht speelde ikzelf tegen invaller Brett Ramak net als zaterdag de afgeruilde Caro- Kann. Ik dacht een stuk beter te staan door mijn ruimtevoordeel en zwarts bijzonder passieve stelling, maar eigenlijk dreigde ik ook maar weinig. Na een dameruil die me met cxb4 een vrijpion opleverde, wist ik door de dreiging die van die pion uitging een kwaliteit te winnen. Die had ik overigens al eerder kunnen winnen, maar ik was slordig. Direct gaf ik de kwaliteit weer terug, want met dxc5 kreeg ik er nog een vrijpion voor terug! Twee verbonden vrijpionnen is te veel voor één loper, en zwart kon promotie niet voorkomen.
Een mooie 6-2 overwinning dus! Niemand heeft verloren; zwart speelde alles gelijk, wit won alles. We kunnen terugkijken op een gezellige en geslaagde avond.