Het zat er natuurlijk al aan te komen: de degradatie van Messemakers KNSB-team 1 uit de 2e klasse van de KNSB-competitie. Om dit onheil te voorkomen moest Messemaker de laatste wedstrijd tegen mede-degradatiekandidaat Leiderdorp met 7-1 winnen: een vrijwel onmogelijke opgave. Zeker als je bedenkt dat Leiderdorp een heuse grootmeester in haar gelederen heeft (Daan Brandenburg), waarmee zij in feite vooraf al “virtueel” een (waarschijnlijke) 1-0 voorsprong hadden.
Het werd al snel duidelijk dat het gehoopte wonder uitbleef. Sterker nog: als het al 7-1 zou worden dan zou dat eerder een 7-1 nederlaag zijn dan een 7-1 overwinning. Op diverse borden stonden de Mesemaker-spelers namelijk erg bedenkelijk.
Al onze witspelers waren met nadeel uit de opening gekomen en drie van hen (Erik, Ed en Bernard) verloren later inderdaad, alleen Albert wist op miraculeuze wijze m.b.v. een eeuwigschaakmechanisme met remise te ontsnappen.
De zwartspelers van Messemaker deden het beter. Peter Ypma leek lange tijd tegen de genoemde GM stand te kunnen houden, maar ja, het is wel een GM en uiteindelijk moest Peter toch het hoofd buigen. Overwinningen waren er voor Jan, Henk-Jan en Peter Scheeren. Aldus werd de einduitslag bepaald op 4,5-3,5 voor Leiderdorp.
Volgend seizoen speelt Messemaker dus in de 3e klasse en uiteraard gaat het team dan voor het kampioenschap en terugpromoveren.
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn in statiestieken: zie de KNSB-website voor alle uitslagen en eindstanden.
Op 8 april stond de dubbel tegen Krimpen a.d IJssel op het programma: Team 1 tegen Krimpen 1 in Gouda en Team 2 tegen krimpen 3 in Krimpen. Beide teams gingen met de winst aan de haal, al ging het bij het tweede team een stuk gemakkelijker.
Krimpen 1 had nog niet verloren en stond fier aan kop in onze klasse. Vorig jaar waren de rollen omgedraaid en gingen wij als koploper naar Krimpen, waar wij onze enige nederlaag leden. We konden dus een zware avond verwachten.
Lange tijd ging de strijd gelijk op en een eerste rondje langs de borden verraadde nog weinig over de uitslag. Jan had weer eens een kwal geofferd, Sjoerd had in plaats van een loper een fiancetto-paard op g7 en stond niet slecht, hoogstens een beetje beklemd. Rob en Peter stond bedenkelijk en dat was het eigenlijk wel.
Sjoerds partij verliep zo: “Op bord 5 speelde ik met zwart tegen de sterke speler Michiel Besseling. Na een scherpe opening werd de angel al vrij snel uit de stelling gehaald door de pionnenstructuur dicht te schuiven. Met iets beter geplaatste stukken had ik vervolgens een licht initiatief, dat nooit leidde tot een echt voordeel. In een gelijke stelling besloot ik, na een blik op de andere borden waar het er redelijk goed voor ons uitzag, een remiseaanbod te doen. Ook Michiel kwam tot de conclusie dat er niets meer uit de stelling te halen was en waren wij als eerste van de avond klaar.” (1/2-1/2)
Auke was als tweede klaar. “Na een opening waar ik weinig uit haalde kwam het toch tot een succesvolle koningsaanval en dus was het na 27 zetten plots afgelopen. Met deze overwinning heb ik voor het eerst 2000+ rating!“
Jeroen speelde een “onbekende” opening: de Queen’s Indian Defense, Miles Variation: 1.d4 Nf6 2.c4 e6 3.Nf3 b6 4.Bf4 Bb7 5.e3 Be7 6.Nc3. Deze variant was voornamelijk populair in de jaren 80 van de vorige eeuw, o.a. door Karpov en Timman. Mijn tegenstander en ik waren echter niet bekend met alle varianten en moesten het maar achter het bord verzinnen. Een pionnenstorm op de koningsvleugel van mijn tegenstander, met de koning nog op e8, leidde tot niets behalve een betere stelling voor mij.
Stand na de 21ste zet van zwart: Ke8-f7.
Hier kon ik gebruik maken van de open e-lijn en de zwaktes in de zwarte stelling.
Stand na de 26ste zet van zwart Le7-g5:
Hier won ik een pion en een kwal na 28.Pxf5+ Txf5 (wat anders). Hierna was het eindspel eenvoudig gewonnen.
De tussenstand was nu 2.5-0.5.
Eriks partij wikkelde snel af naar een gelijk toreneindspel en uiteindelijk bleek de remise dan ook het maximaal haalbare.
Jan vertelt over zijn partij: ‘’Tijdens het ONK Dieren had ik de laatste ronde een snelle remise tegen de tegenstander van vanavond. Nu gingen we allebei het gevecht aan. In Dieren speelde ik met zwart, nu met wit. Zwart speelde een tamme opening met een snelle dameruil. Deze niet te onderschatten, taaie opening kan snel vervlakken of een eindspelvoordeel voor zwart opleveren. Op zet 22 kon ik een mooi langetermijn kwaliteitsoffer doen. Na dit offer was de stelling nog steeds in evenwicht maar had ik veel praktische kansen, en uiteindelijk won ik hierdoor de partij.’’
Rob werd langzaam verder en verder weggedrukt, en moest uiteindelijk opgeven.
Peter Ypma wist zijn kansen na een moeilijke opening te keren en had in een middenspel zonder dames veel aantrekkelijke zetten, waarvan er een paar net wel en een paar net niet genoeg waren voor de overwinning. Uiteindelijk wist hij niet door te breken en werd het dus remise.
Scotts partij was een gesloten Siciliaanse opening, waarbij het volgens mij lang gelijk opging. Uiteindelijk verloor Scott toch een kwaliteit en toen de pion van zijn tegenstander ging promoveren kwam ook aan deze laatste partij een einde. De winst was toen gelukkig al binnengehaald: 4.5-3.5!
De laatste ronde spelen wij op 22 mei uit tegen Shah Mata 1, de rode lantaarndrager in de competitie die dus gebrand zal zijn op een overwinning om lijfsbehoud mogelijk te maken!
In de halve finale van de RSB-bekercompetitie namen we het afgelopen maandag thuis op tegen Barendrecht/IJsselmonde.
De wedstrijd ontwikkelde zich als een gelijkopgaande strijd, totdat op bord 4 bij Jan het eerste vuurwerk stond. Jan voerde langzaam de druk op de zwarte stelling op en met een goede combinatie wist hij een stuk buit te maken en daarmee de partij.
Peter Ypma had op bord 2 een spannende strijd in de opening waar zwart een geïsoleerde maar wel gevaarlijke d-pion kreeg. Peter wist dit goed te pareren door tijdelijk een pion te offeren, maar dit kort daarna met rente terug te verdienen toen hij een pion vóór kwam. In het eindspel met zware stukken bleef hij de controle houden en langzaam zijn voordeel vergroten. Toen zijn tegenstander in tijdnood te ver ging kon Peter zelfs een matnet opzetten en daarmee de voorsprong verdubbelen.
Op bord 3 had Erik een ongebruikelijke opening waar zijn tegenstander vroeg in de partij een pion offerde om actief stukkenspel te krijgen. Erik bleef niet aan de extra pion vasthouden, maar zorgde ervoor dat het terugslaan van de pion hem een ontwikkelingsvoorsprong opleverde. Zijn tegenstander bleef zoeken naar complicaties, maar Erik kon deze adequaat pareren en kwam langzaamaan steeds beter te staan. In de spannende tijdnoodfase met dubbele torens had Erik een pluspion en een sterke loper tegen een paard en maakte hij met een kleine combinatie nog een extra pion buit. Zijn tegenstander probeerde het nog even, maar verlies was onafwendbaar en daarmee was de teamwinst binnen.
Op bord 1 kwam Peter Scheeren met zwart met een op het oog klein voordeel uit de opening. Ondanks dat bijna alle stukken werden geruild behield hij zijn voordeel. In het resterende dame-eindspel trok hij de winst naar zich toe en bepaalde daarmee de eindstand op 4-0.
Messemaker staat nu voor het 2e jaar op rij in de bekerfinale en gaat voor de titelprolongatie.
Om degradatie te voorkomen moesten we winnen Van Krimpen aan den IJssel. Ook zij waren zich bewust van deze kelderkraker. Maar helaas voor hen, een kraker is het nooit geworden. Zoran liet zelfs al na 20 minuten het eerste punt noteren. En na 2,5 uur spelen hadden we de benodigde 4½ punt binnen.
Uiteindelijk reden we tevreden met 6½-1½ winst huiswaarts. De grootste uitslag tot nu toe in onze klasse. Na 6 speelronden staan we nu 5e en als we de volgende wedstrijd winnen, eindigen we waarschijnlijk zelfs als 3e. Wie had dat nu kunnen denken! Onderstaand de ervaringen van de teamleden met een aantal mooie partijfragmenten.
Frank op bord 1
Ik speelde met wit een zeer gelijkwaardige partij. Van beide zijden waren er wat dreigingen die goed te pareren waren. Wel moesten we beiden blijven opletten. Mijn engine kwam de gehele partij tussen +0,2 en -0,6. Op zet 35 bood ik remise aan, wat mijn tegenstander aannam. Op dat moment gaf mijn engine -0,8 aan. Geen reden tot paniek, maar mooi dat hij mijn aanbod aannam.
Leslie op bord 2
Mooie overwinning, zelf heb ik wel verzuimd om te winnen.
Met zwart kwam ik in een Siciliaan vrij goed uit de opening. Ik wist mijn tegenstander onder druk te zetten en op de 13e zet moest hij, om stukverlies te voorkomen, na Lxf3 met de g pion terugslaan. Met zijn Dame en Loper op de damevleugel kon ik met mijn Dame en Paard zijn verzwakte koningsvleugel binnen dringen. Het leek nog maar een kwestie van tijd om de winst binnen te halen! Echter, in de vele voortzettingsmogelijkheden raakte ik het spoor enigszins bijster en deed ik juist een slappe zet. Toen ik even later ook nog een pion weggaf, kon wit zijn stukken hergroeperen en was mijn voordeel verdwenen.
Ik herhaalde wat zetten en ging toen maar in op het remise aanbod van mijn tegenstander. Een duidelijk voorbeeld van te vroeg gejuicht! Gelukkig hadden de anderen toen al voor een ruime overwinning gezorgd.
Tim op bord 3
Het was een vrij saaie London-opening. Er werden veel stukken afgeruild (2 lopers), maar ik wilde toch nog iets van de partij maken en deed hierdoor iets te risicovolle zetten in het middenspel. Uiteindelijk kwam het tot de volgende gelijke stelling in het eindspel:
Hier maakte ik de blunder door Ta3+ te spelen (had gewoon zonder problemen naar Ta8 kunnen gaan).
Ta3+ – Kc2 Tc3+ – Kxb2 Txc4! – Th4+ Kxf5 – Txc4
Veel kijkers dachten dat Txc4 een blunder was, omdat ik hierop mijn toren verloor voor een pion, maar dit was volgens de computer de 2e beste zet en in mijn optiek de enige reële kans op een gelijkspel in het eindspel. Want zwart moest elke zet foutloos spelen om het nog te winnen en de theorie achter dit eindspel kennen. Onderstaande afbeelding is wel een leuke stelling om als leerstof aan te bieden voor eindspeltraining.
Hierop volgde:
f4 – Kc3 Ke5 – Kd3 (blunder tegenstander, hierna geen kans meer om te winnen) f5 – Tc5+ Ke6 – Ke4 f6 – Te5+ Kd7 en toen bood mijn tegenstander remise aan. Als ik Kf7 had gespeeld was het waarschijnlijk verloren geweest.
Wibo op bord 5
In een gelijk opgaande strijd had ik in de opening het initiatief en daarmee een licht voordeel. Na 13 zetten hadden we allebei lang gerokeerd, een weinig voorkomende situatie. En vanaf dat moment was de partij lange tijd in evenwicht.
Maar op de 34e zet nam mijn tegenstander met haar dame in een opwelling mijn pion h5 die al lange tijd ‘in’ stond. De verleiding bleek te groot. Hierdoor verloor haar pion op e6 de dekking. Die pion nam ik natuurlijk en vervolgens zou ik twee vrijpionnen op e5 en c6 krijgen. Ze gaf direct op.
Eelco (Naarding) op bord 6
Na 16… Le2-g4 had ik de volgende stelling:
Hier offerde ik een pion met 16 .. h5! Deze kan wit eigenlijk niet pakken, maar mijn tegenstander deed dit toch. De partij eindigde met: 17. Bxh5 Nf6 18. Bg4 Bxg4 19. hxg4 Nxg4 (mat is nu vrijwel onvermijdelijk) 20. Re1 Qh4 21. g3 Qh2+ 22. Kf1 Qxf2#
Zoran op bord 7
Mijn tegenstander, Eric Hill, begon met Siciliaanse defensie, maar mijn aanval met het offeren van een loper brak zijn defensie en bracht zijn koning in de middel van bord.
Hier mijn eerste offer van pion e4. 6….Pxe4 7.Lxf7 Kxf7 Offer van loper is kans om mijn dame in het spel te brengen. 8.Dh5+ g6 9.Dd5+ e6 10.Dxe4 Db6
11.Pf3… De volgende twee zetten van mijn tegenstander waren beslissend 11….e5 12.Dd5 Le6 13.Pg5+ Kf6 14.Dxe6+… en in volgende 5 zetten wordt mat gegeven. Na zet 14 heeft mijn tegenstander opgegeven.
Hoe groot zou de kans zijn dat Messemaker 3 zou gaan winnen van PASCAL 2?
Een moeilijke vraag, maar wellicht zou Pascal, groot denker uit de 17 eeuw, er meer over hebben kunnen zeggen. Hij was tenslotte een van de grondleggers van de kansrekening.
Het RSB 3 team had zo zijn KANSEN en benutte er net genoeg om de winst binnen te halen: 4,5- 3,5. De partijen van Joeri, Eelko en Hans duurde het langst, maar dat leverde dan ook 3 punten op! Verder (snelle!) winst voor Jeroen en remise voor het belangrijke extra halve punt door Jasper.
Foto: onder veel belangstelling sleepte Eelko het laatste beslissende punt binnen.
Bord 1 Joeri
De tegenstander speelde met wit en kwam sterk uit de opening met een pion meer en veel druk vanuit het centrum. Hij wist de druk niet te behouden, waardoor ik wat stukken kon afruilen en ik weliswaar nog een pion achter stond, maar de situatie niet heel gevaarlijk meer was. De overgebleven stukken vielen elkaar bijna allemaal aan, waarbij mijn tegenstander zich in de onderstaande stelling liet zetten.
26. Pd2 ?! – Tbd8 !
Hij heeft twintig minuten nagedacht en concludeerde dat hij zijn koningin zou moeten inruilen voor een paard en een toren door Dxe4 te spelen. Tijdens het spel was duidelijk dat wij allebei in de veronderstelling waren dat ik hiermee aan de winnende hand was, alhoewel de computer de situatie als 0.0 evalueert. Ondanks het evenwicht dat de computer claimt, was het momentum aan het bord duidelijk aan mijn zijde, wat tot gevolg had dat hij een paar zetten later een blunder beging.
32. Pe2 ?? Hierna speelde ik de laatste zet van de partij, omdat mijn tegenstander de handdoek in de ring gooide. U mag raden wat die laatste zet is geweest!
Er kwam een Scandinavische opening op het bord. Hierbij hielden beide spelers lang de gelederen gesloten. Een hersenspinsel van mij dacht dat ik in de opening al de zwarte dame kon vangen. Maar gelukkig zag ik op tijd dat mijn paard helemaal niet bij het beoogde veld kon komen. Dus bleef het voor zowel mijn tegenstander als voor mij nog een reeks zetten bij ontwikkelen, verschuiven en herpositioneren van de stukken. Toen ook zwart zijn tweede loper eindelijk van de startpositie in het spel gebracht had, de andere stukken stonden al (te) actief, vond ik het welletjes. Die loper moest eraf. En ook zwarts andere loper moest het veld ruimen. Schoot ik er echt veel mee op? Nee, het stond nog steeds gelijk. Dan maar weer op damesjacht. Met paard en loper, en een h-pion die lekker naar voren kon schuiven wilde ik de zwarte dame buiten het spel krijgen. Zwart doorzag mijn plan en trok zijn dame op tijd terug. Dit gaf zwart meer spel op de koningsvleugel. De zwarte pionnen rukten op, en ik moest accepteren dat ik mijn stukken moest terugtrekken. Enkele onzorgvuldige zetten later stond zwart er een stuk beter voor dan wit. Door aan te vallen op de damevleugel (we hadden beiden lang gerokeerd) leidde ik mijn tegenstander af van zijn plan om met de vrijpionnen op de koningsvleugel door te stomen. Dat bleek effectief. Hij kwam in tijdnood en begon minder nauwkeurig te spelen. Maar uiteindelijk was zijn laatste zet de fout die doorslaggevend was. Daarna gaf hij op. Het was de laatste partij en met 4,5-3,5 sloten we deze avond toch weer met winst af.
Bord 4 Chris .
Op bord 4 speelde ik een partij die ik liever snel vergeet…Pas op de 16e zet werd er een pion geslagen. Daarna volgde een enorme uitruil van stukken t/m de 23e zet, ik kwam een kwaliteit achter en mijn loper werd vastgezet. Het enige voordeel was, dat ik de voortreffelijke prestaties van mijn teamgenoten Hans en Eelco op de voet kon volgen!
Bord 5: Johan
Een zwarte dame in tranen op bord 5. Met zwart lukt het goed om het passieve spel van wit aan te pakken en zijn stukken vast te zetten. De winst leek op handen, maar op zoek naar mat maakte ik een blunder en zag mijn dame met ontzetting in de ogen in de goot belanden. Het tij was niet te keren en een 1-0 was het resultaat.
Bord 6 Hans
Hierbij de kritieke stelling van mijn partij.
Zoals gewoonlijk met wit weer mijn favoriete 1.Pc3. Mijn tegenstander had daar geen kaas van gegeten, na zet 8.Lf4 Df6 maakte hij een geweldige blunder en kon ik zijn ongedekte paard slaan op c4!.De stelling was al voordelig geworden voor wit, want de zwarte dame hoort niet op f6 thuis. Het is namelijk een verzwakking van de zwarte dame vleugel waar de witte paarden graag gebruik van maken. Zo ook nu, zwart speelde uiteraard nog lang door met een stuk achterstand en ik moest nog behoorlijk mijn best doen! En dit allemaal met een lekkage probleem in mijn huis! Maar gelukkig toch nog een zeer goede schaakvriendelijke loodgieter gevonden die ook dat probleem tot een goed einde bracht.
Op bord 8 speelde Bradley. Aan het eind een strijd tussen torens en lichte stukken vol met wederzijdse penningen. Uiteindelijk een eindspel met een extra loper voor Pascal en dat was niet meer te houden.
Het slot van de schaakavond: de analyse, hoe had het anders gekund? Pascal vraagt zich welke KANS ze beter hadden moeten benutten….
De laatste ronde van KNSB-team 2 is afgesloten met een overwinning op HWP Haarlem 4 en het team is daarmee gedeeld tweede geworden.
HWP was al gedegradeerd en ze kwamen met slechts 7 man opdraven (ze lieten bord 3 “open”). Het werd een vrij makkelijke overwinning. Scott was al binnen het uur klaar. Vanuit de opening 2 pionnen gewonnen en een kreupele Koningsstelling werd snel afgestraft. Nog voor 15.00 uur kwamen we al op 3,5-0,5: Jonathan voerde de druk op de koning op en wist af te wikkelen naar een gewonnen pionneneindspel. Raphaël volgde snel daarna met een geruisloze remise als resultaat.
De eerste nederlaag kwam van Hans, een stukoffer in de opening voor 2 pionnen en nog een dubbelpion bracht niet het gewenste resultaat. Langzaam kwam wit onder de druk vandaan en het voordeel verdween als sneeuw voor de zon.
Hans over zijn partij: “Mijn tegenstander opende met 1.d4 Pf6 2. Pc3. En ik dacht nog: Hij zal mijn 1.Pc3 toch niet willen nabootsen? Hij wist een wildvreemde naam voor zijn opening te noemen die ik mij absoluut niet meer herinner. Enfin, na de 20e zet speelde ik f7-f6 (zie diagram) en dat had ik beter niet kunnen doen. `20…La4 zou veel beter geweest zijn en had de partij interessant gehouden. Fritz denkt er net zo over, maar die weet niet dat ik grote lekkages in mijn huis heb en loodgieters niet zoveel van schakers schijnen te houden.”
Jasper zorgde voor de teamwinst, nog vóór 15:00 uur. Er zat geen muziek meer in de stelling en Jasper bood ook al remise aan, welke niet aangenomen werd. Het wanhoops-stukoffer was niet correct en dit toonde Jasper keurig aan en won.
De partij van Kees leek lange tijd op een remise af te stevenen, een (dubbel) pion meer leek niet voldoende voor de winst, al moet je als tegenstander nog wel opletten. Dit lukte hem pardoes niet, waarna Kees de partij won door mat te zetten.
Frans was in een ingewikkelde partij als laatste nog bezig. Het leek eerst een snelle overwinning te worden, een open koningstelling en een actief paard, maar er waren nog complicaties. Het initiatief werd gaandeweg het middenspel overgenomen en er gingen twee pionnen verloren. In het eindspel kon het verlies niet meer voorkomen worden, waarmee de eindstand even voor vijven op 5,5-2,5 werd bepaald.
Met 16 spelers en 1x NO hebben we de 7 wedstrijden afgerond: 4 x winst, 2 x gelijk en 1 x verloren komt uit op de gedeeld 2e plaats met 10 matchpunten en 32,5 bordpunten.
De meeste spelers hebben slechts 3 of 4 partijen gespeeld. Leslie is met 4 uit 4 onze Topscorer geworden.
De individuele scores:
Naam
Gespeeld
Punten
%
Tjoo, T.P. (Leslie)
4
4
100%
Hubregtse, S. (Sjoerd)
4
3
75%
Bottenberg, F.A. (Frans)
5
3
60%
Wilming, A.J. (Auke)
3
2,5
83%
Walle van de, R.P.M. (Rob)
3
2,5
83%
Roodhorst, J. (Jonathan)
3
2,5
83%
Verschoor, S. (Scott)
4
2,5
63%
Brinkers, C.P. (Kees)
3
2
67%
Rothuizen, I.Y. (Ivar)
4
2
50%
Willemstein, R.P.D. (Raphaël)
4
2
50%
Wijhe van, J. (Jasper)
3
1,5
50%
Michielen, F. (Frank)
4
1,5
38%
Eijgelaar, J. (Jeroen)
4
1
25%
Hamelink, S.A. (Simon)
4
1
25%
Krol, H.R. (Hans)
2
0,5
25%
Zekusic, Z. (Zoran)
1
0
0%
NO
1
1
100%
Totaal
56
32,5
58%
Laten we voor volgend jaar de wens uitspreken om met 3 teams in de KNSB competitie deel te nemen, zodat we individueel meer partijen kunnen spelen.
En niet te vergeten: Seizoen 24/25 kampioen worden!
Op zaterdagmiddag 23 maart was het “do or die” voor het 1e KNSB team van Messemaker in de eigen arena. Bij binnenkomst sprak ik “Zij die gaan sterven groeten elkaar” als vrije vertaling van de beroemde Latijnse zin “Ave Caesar, morituri te salutant” die de gladiatoren de keizer toeriepen als zij de arena betraden voor een strijd op leven en dood. Als ze de strijd verloren en nog in leven waren, dan besliste een handgebaar van de keizer of hun leven gespaard bleef of niet. We speelden tegen Amsterdam Berserkers, een ploeg die met twee vingers in de neus kampioen zou moeten worden, maar dit misschien toch gaan mislopen omdat ze een paar keer niet op hun sterkst opkwamen. Nou, tegen ons wel dus: 7 spelers met een rating van minimaal 2250 en (veel) hoger waaronder twee IM’s. En ze hadden hun leeftijd mee, de meesten waren tussen de 26 en 30 jaar oud. Het is een vriendenteam, de vereniging van 15 leden is ruim 4 jaar geleden opgericht. Ze kennen elkaar van jeugdtoernooien en NK deelnames. Hele aardige gasten moet ik zeggen. Door corona hebben ze tot nu toe nog maar twee volledige competities kunnen spelen. Ze moesten in de 4e klasse KNSB beginnen. Vervolgens twee keer gepromoveerd, dit seizoen misschien ook weer. Zelf hadden wij elk match- en bordpunt hard nodig om dit seizoen te overleven in de 2 e klasse met versterkte degradatie. En we misten helaas onze IM Peter Scheeren, die andere schaakverplichtingen had.
Op bord 1 t/m 3 konden Albert, Rob en Bernard het niet bolwerken tegen hun tegenstanders met een ratingverschil van minimaal 250 punten. Rob moest het zelfs opnemen tegen IM Miguoel Admiraal (2476). Rob en ik hadden eigenlijk dezelfde ervaring: toen de tegenstander na afloop aangaf wat we beter hadden kunnen doen, dan lijkt het schaakspel opeens heel eenvoudig. Maar achter het bord … een heel ander verhaal!
Rob speelde het met wit actief en voortvarend met een mooi paard op f5, maar ging uiteindelijk toch ten onder aan een structureel nadeel. Een ingesloten loper op c1 deed niet mee en Rob werd daarna kapot gespeeld op de zwarte velden. Zelf was ik (Albert) met zwart niet ontevreden na een snelle dameruil op zet 7 door wit. Maar vervolgens wist ik de examenvragen van mijn tegenstander niet goed te beantwoorden. Onder druk gezet overzag ik kwaliteitsverlies en toen was de partij in hogere zin al verloren. De tegenstander van Bernard (zwart op bord 3) speelde gewoon origineel en sterk in een scherpe Siciliaan. Bernard speelde wat ongelukkig met zijn stukken en toen was zijn tegenstander veel sneller in de aanval. Kortom: een duimpje omhoog van de keizer voor Rob en een duimpje naar beneden voor Bernard en Albert.
Op bord 5 had Peter Ypma met zwart na 5 zetten exact dezelfde, vrij ongebruikelijke, stelling als Albert. Dat viel iedereen op. Wat ook wel bijzonder was hieraan: Peter staat bekend als non- en Albert als pro-theoreticus. Voer voor schaakfilosofen … De tegenstander van Peter koos niet voor dameruil, maar speelde het nogal scherp. Het werd een boeiend gevecht waarin Peter lange tijd duidelijk voordeel had. Maar na één mindere zet werden de ver opgerukte witte pionnen opeens wel erg gevaarlijk. De witspeler heeft meerdere winsten gemist, hij speelde toen ook al enige tijd op zijn increment denk ik. Op een gegeven moment had hij Peter vastgesnoerd in zijn gladiatornet, nu nog even de opening vinden voor de dodelijke steek: het dameschild afleiden en mat. Maar op miraculeuze wijze wist Peter alle gevaar af te wenden en eindigde de partij in een zetherhaling.
In de Evengroen partijen sneuvelde er ook een kwaliteit. Maar hier waren het natuurlijk kwaliteitsoffers van onze roekeloze houwdegens. Jan hoopte een mataanval te kunnen opzetten maar dat werd deskundig gepareerd. De partij van Henk-Jan met wit tegen de andere IM Ilias van der Lende (2387) was zeer dynamisch. Een mooi gevecht met tegengestelde rochades, waarin Henk-Jan een behoorlijke druk ontwikkelde tegen de zwarte koningsstelling. Maar de IM gaf geen krimp en verzilverde na een reeks nauwkeurige zetten zijn materiele voordeel.
Erik (zwart op bord 7) verloor wat ongelukkig denk ik. Na een ongebruikelijke opening ging het lange tijd gelijk op, al stond wit ietsje beter. Maar er was echt een blunder nodig om wit het punt in de schoot te werpen.
En wie was als laatste nog bezig? Onze Ed natuurlijk en ook nu wist hij een overwinning te boeken, waarmee onze eer nog enigszins gered is. Zondermeer een verdiende overwinning met goed spel tegen de enige tegenstander met een rating onder de 2250.
Dus een nederlaag met 1,5 – 6,5 die vooral hard aankomt omdat dit de degradatie min of meer bezegeld heeft. Onze concurrenten voor de 6e plaats zijn Sliedrecht en Leiderdorp. Hiervan is Sliedrecht nog in te halen, maar Leiderdorp alleen als we daar in de laatste ronde met 7-1 van winnen. En dat is gewoon niet realistisch.
De stand en de detailuitslagen zijn te vinden op de KNSB-website (klasse 2B, even naar beneden scrollen voor de gedetailleerde uitslagen).
Op vrijdagavond 15 maart reisde het 1 e RSB-team af naar Rotterdam voor de wedstrijd tegen RSR Ivoren Toren. Nadat het eerste succes binnen was gehaald in de vorm van een parkeerplek betraden wij de knusse speelzaal. Na de nederlaag tegen Overschie was het kampioenschap eigenlijk al uit zicht, en een nederlaag vanavond zou ons definitief veroordelen tot de middenmoot, of erger.
De meeste spelers waren zo lief om een verhaaltje op te sturen; hieronder staan ze op bordvolgorde:
Henk-Jan: Met wit kwam ik al snel op onbekend terrein. Hierbij moest ik de keuze maken voor een veilige keuze, waarbij de stelling snel zou vervlakken, of een wat strategische ongelukkige zet e4, waarbij de stelling wel interessant was. Uiteraard koos ik voor de laatste optie. Ik kwam wat minder te staan, maar mijn tegenstander kon hier niet echt van profiteren. Uiteindelijk kon ik mijn stukken toch wat verbeteren, waardoor ik weer aan winst kon gaan denken. Mijn tegenstander trok tijdig aan de noodrem, waardoor een gelijk eindspel ontstond waarbij beiden geen fouten meer maakten.
Jan: Studie heeft zin! Met zwart op bord 2 speelde ik tegen Paul Batenburg. Paul offerde in een moderne Franse variant een pion voor compensatie en mogelijkheden voor koningsaanval. Één keer eerder heb ik dit systeem tegen me gehad en toen werd ik er genadeloos afgezet. Door studie na deze bewuste partij kon ik nu een betere voortzetting doen. Lange tijd van de partij tegen Paul heb ik onder druk gestaan maar uiteindelijk heeft wit de pion niet meer teruggezien. Een koningswandel van f8 naar b8 was nodig om het voordeel te verzilveren.
Erik: Op weg naar huis vertelde Erik mij over zijn partij, dit denk ik er nog van te weten: In de opening werd Erik ietwat verrast door zijn tegenstander en op een gegeven moment zag hij zich gedwongen een kwaliteit te offeren. Hierna vocht hij nog lang in het eindspel, maar het mocht uiteindelijk niet baten: 0-1.
Bernard: Op het vierde bord mocht ik het met de zwarte stukken opnemen tegen Mark Beijen. In een opening waar wit direct het centrum met zijn pionnen bezet, was het mijn taak om dat aan te gaan tasten met stukken die wat actiever zouden moeten worden. Dit pakte ik echter verkeerd aan waardoor mijn potentiële actieve stukken eerder prooien werden voor de witte stelling, waar de stukken wel op een logische manier samenwerkten. Door een pion en een kwaliteit te offeren (wat ook redelijk noodgedwongen was) dacht ik wat tegenspel te kunnen creëren. Dat lukte aardig en ik kreeg lichte hoop omdat Mark op dat moment heel weinig tijd over had. Echter had ik bij lange na niet genoeg compensatie en dat liet Mark met 15 seconden per zet in mijn beleving akelig nauwkeurig zien. Toen er uiteindelijk wat stukken werden geruild was alle hoop verdwenen en was het een paar zetten later ook daadwerkelijk mat.
Sjoerd: De eerste twee zetten van mijn tegenstander waren d7-d6 en d6-d5. Zoiets kan niet goed zijn, zou je denken, maar toch kwam ik moeizaam uit de opening. Met licht nadeel kreeg ik een remiseaanbod van mijn tegenstander. Een blik op de andere borden liet zien dat we een moeilijke avond speelden en ik besloot daarom om door te spelen. Na een onnauwkeurigheid van mijn tegenstander won ik een kwaliteit voor een pion en kon ik nog voor de winst proberen te spelen. Maar meer dan remise zat er niet in.
Auke Ikzelf speelde met zwart een matige partij tegen Tjerk Tinga. Al uit de Engelse opening stond ik ietsje beter, maar dat voordeel kon ik niet behouden. Na een pionoffer hoopte ik een koningsaanval in te kunnen zetten, en die zag er inderdaad veelbelovend uit. Objectief was de stelling -0,.4, dus zoveel was er niet aan het handje. Mijn dameoffer kwam dan ook iets te vroeg, en een zet later kon ik opgeven.
Scott In Scotts partij werden er al snel veel stukken afgeruild, en ik had het idee dat hij ondanks het loperpaar ietsje slechter stond in het eindspel, door dubbele pionnen. Dit wist hij toch netjes remise te houden.
Jeroen Jeroen gaf mij zijn notatiepapiertje mee, en na de partij te bekijken kan ik beamen wat hij er al over zei: ‘Nee, dit was niks.’
Een zwaar teleurstellende avond dus, met als enige lichtpuntje de overwinning van Jan. Na afloop was er berusting onder de spelers, het was simpelweg niet onze avond. De terugreis met Erik en Bernard was niet eens onaangenaam, hoewel wij allen een nul hadden genoteerd. Op 8 april spelen wij weer, dan thuis tegen koploper Krimpen a/d IJssel.
Maandag 11 maart moesten wij aantreden tegen koploper WSV/Internos 1. Zij hadden alles gewonnen en wij stonden op de 7e plek. Na zo’n 2 uur spelen keken bij tegen een achterstand van 1,5-2,5 aan. Vervolgens won Albert-Jan, speelde Rob remise en moest Zoran de koning omleggen na een moeilijk eindspel met ongelijke lopers. 3-4. En toen werd op bord 8 in de tijdnoodfase door Ruud gevochten voor het laatste punt. Het waren bloedstollende 20 minuten. Vrijwel alle spelers stonden om Ruud en Albert Prins heen. Probeer dan maar eens het hoofd koel te houden. Maar dat lukte Ruud, hij haalde het volle punt binnen waardoor we zowaar gelijk speelde tegen de koploper. Het illustreert ook weer eens dat de krachtsverschillen klein zijn in deze klasse. Onderstaand enkele partijverslagen.
Rob (bord 1)
Ik speelde op bord 1 met zwart, hij speelde het Morra gambiet vertraagd (met eerst Pf3 en daarna pas c3). Ik kende de opening beter dan hij, bleek. Na zet of 10 had hij een half uur nagedacht en ik enkele minuten. Dat haalde ik weer in bij een beslissing mijn geofferde pion terug te nemen of te spelen op ontwikkeling. Ik koos na 25 minuten denken voor het eerste waar ik tijdens de partij ontevreden over was, maar waarvan de computer zegt dat het goed is. We kwamen in een rustig eindspel terecht waarbij ik mijn voordeel door wat mindere zetten weggaf en zelfs nog even moest oppassen. Maar nergens werd de remisemarge overgegaan dus remise was de terechte uitslag.
Bert (bord 3)
Met zwart kwam ik in een gambiet van de Franse opening die ik niet kende. Volgens Fritz speelde ik de opening goed, maar op de twaalfde zet ging ik riskant door. Mijn intuïtie zei me dat de zet niet goed was, maar ik zag niet in waarom. Dat maakte mijn tegenstander mij op de 14e zet duidelijk. Mijn zwakke antwoord op deze zet deed me de das om en kon ik de koningsaanval niet doorstaan. Op de 25e zet was het afgelopen. In het vervolg toch maar meer op mijn intuïtie vertrouwen? Maar in ieder geval fijn dat we als team een punt hebben binnen gesleept.
Wibo (bord 5)
Mijn tegenstander speelde met wit een opening die ik ook regelmatig speel, maar met een gefianchetteerde loper op g2. Lange tijd ging het gelijk op, maar vanaf de 16e zet kreeg mijn tegenstander stapje voor stapje meer voordeel met zijn pionnenaanval op mijn koningsstelling. En zoals zo vaak leiden onder grote druk kleine onnauwkeurigheden uiteindelijk tot verlies. Ik wist nog wel mat af te wenden, maar dat ging ten koste van twee verbonden vrijpionnen. Vervolgens gaf ik zomaar nog een stuk weg. 0-1. Maar het was wel leerzaam om ‘mijn’ opening eens met zwart te spelen.
Het 2e KNSB-team is onverwachts tegen de eerste nederlaag van dit seizoen aangelopen. In de voorlaatste ronde heeft het team met 5-3 verloren van De Volewijckers 1. We waren nog in de race voor het kampioenschap, maar daarvoor moest er wel gewonnen worden, en het liefst met grote cijfers. Het verliep echter anders en de kampioensaspiraties kunnen weer de koelkast in.
Op 29 januari was er reeds een partij vooruitgespeeld, welke helaas verloren was gegaan. Zie ook het verslag en foto’s op de website van De Volewijckers.
Op de wedstrijddag zelf konden we – na enige discussie over de nieuwe ratings, waar alle spelers onder de 2000 Elo een rating-boost hebben gekregen – met 7 man en een 1-0 achterstand vetrekken naar Amsterdam-Noord, de verste uitwedstrijd dit seizoen. Met een klein beetje file kwamen we toch op tijd aan bij de speelzaal. We kwamen aan in een rustige rustieke buurt, waar je niet meer het idee hebt dat je in Amsterdam bent.
Vooraf werd er nog rekening gehouden met een overwinning, we hadden tenslotte een ratingoverwicht op de meeste borden. Het liep echter anders. Al vrij snel moesten we vrezen voor een nederlaag en konden alleen nog maar hopen op een gelijkspel, welk er uiteindelijk ook niet in zat. Het werd een zwarte dag met maar liefst 5 overwinningen voor zwart.
Bij Ivar ging het mis nadat hij pardoes een toren inleverde. Met twee pionnen meer probeerde hij het nog wel, maar het mocht niet meer baten.
Met de twee remises van Raphaël (pion meer) en Jasper (na diverse offers uiteindelijk een loper voor 3 pionnen) stonden we dus al 3-1 achter.
Sjoerd trok in een gelijkopgaand eindspel de partij naar zich toe door actiever met de stelling om te gaan.
Frans verloor een belangrijke a-pion en toen de opmars niet meer te stoppen was ging de partij verloren. 4-2 achter.
Met zwart had ik (Jeroen) extra suikerklontjes meegenomen voor mijn paard van g8, 17 zetjes gedaan van de totaal 54 (zie diagram). Als octopus op d3 onderweg 2 pionnen verorberd en dameruil afgedwongen: Ph6-f7-e5-c6-a5-b3-c5-d3-xb2-d3-xDc5-d3-f2-e4+-xc3-b5-a7.
Kees tenslotte bepaalde de eindstand op 5-3. Een pion méér voor een kwaliteit achter was nog onduidelijk, in het diepe eindspel ging de partij alsnog verloren.