Gelijkspel voor Messemaker in 6e ronde KNSB-competitie

Nadat ronde 4 en 5 van de KNSB-competitie vanwege corona niet konden doorgaan (de bedoeling is dat deze twee ronden in mei en juni alsnog worden ingehaald) mocht Messemaker afgelopen zaterdag weer eens een “ouderwetse” KNSB-competitiewedstrijd spelen. Met drie invallers toog het team naar Tilburg om het aldaar op te nemen tegen het tweede team van Stukkenjagers.  Zoals dat wel vaker gebeurt bij tweede teams hebben de betreffende kopborden het moeilijk en dat leek ook deze keer te gebeuren: Peter Scheeren, Henk-Jan Evengroen en Jan Evengroen kwamen alle drie duidelijk in het voordeel en leken op winst af te stevenen. Voor de eerste twee kwam dat ook uit, maar Jan maakte in vrijwel winnende stelling helaas een vreselijke blunder en kon meteen opgeven. Omdat Stukkenjagers op de overige borden een licht overwicht had, eindigde de wedstrijd in een  – voor Messemaker enigszins teleurstellend – gelijkspel (4-4).

Voor alle uitslagen van de KNSB-competitie zie de KNSB-website (klasse 2D).

 

RSB-team speelt gelijk tegen Sliedrecht

Het werd een spannende strijd die pas na lang uitvluggeren werd beslist. In de slotpartij was winst mogelijk, maar tegenstander Jaap Euser verdedigde taai en sleepte een zwaarbevochten halfje uit het vuur. Hieronder een kort verslag van de teamleden:

Jeroen: In een Engelse partij volgden we blijkbaar 13 zetten theorie, al wist ik dat tijdens de partij niet. Vrij snel daarna besloot ik voor een dubieuze pion-winst te gaan. (Dame x b7 is altijd fout, tenzij het goed is) Deze keer was Ome Fritz het wel met mij eens, en Dxa7 volgde ook nog, maar moest beide pionnen terug geven om niet mat te gaan. In het eindspel met uitgedund materiaal zat vervolgens geen muziek meer in, waar we remise overeen kwamen.

Frank: Ik speelde met wit en het viel mij op dat mijn tegenstander, Jerry van Rekom, erg snel speelde in een opening die mij niet bekend voorkwam. Toen ik meer dan 20 minuten had verbruikt, had hij er nog maar 3 verbruikt. De stand op het bord baarde mij niet erg veel zorgen. Mijn tegenstander gooide de koningsvleugel open om een aanval op te zetten. Ik kon deze aanval prima pareren en nadat er een aantal stukken waren geruild, was zijn aanval wel over. Mijn tegenstander bood remise aan in een stelling waar hooguit ik nog wat kansen had. Ik probeerde het nog wel, maar enkele zetten later kwamen we toch remise overeen. Erik vertelde mij na afloop dat we De Leeuw hadden gespeeld en mijn tegenstander hier een boek over had geschreven. Toch wel leuk dat de specialist hier geen voordeel uit kon halen.

Leslie: Ik had zwart en na de opening stond het ongeveer gelijk, waarna een complex middenspel volgde. Volgens de computer kon ik op de 19e zet voordeel verkrijgen wanneer ik met Lh5 het witte paard op f3  zou pennen. Ik had deze zet wel overwogen, maar zag niet dat na enig manoeuvreren zwart inderdaad duidelijk beter kwam te staan. In plaats daarvan deed ik 2 slechte zetten achter elkaar waarbij ik o.a. een paardvork over het hoofd zag. Dat was in ieder geval 1 slechte zet teveel, want hierna stond ik min of meer verloren. Ik speelde nog wel even door, maar mijn zeer jeugdige tegenstandster maakte de partij gedecideerd af.

Arjan: Ik speelde een hele scherpe opening die ik al eens eerder tegen mijn tegenstander Kees Wessels op het bord had gehad. Op een gegeven moment moest ik iets concreets vinden en investeerde een half uur. Vervolgens kwamen er a tempo 4 zetten, waarbij zwart het makkelijk had, want de antwoorden waren eenvoudig en gedwongen. Ik dacht toen heel goed misschien wel gewonnen te staan en ook Erik dacht dit in de wandelgangen. Het bleek wel hoe complex het was, want achteraf stond ik daar volgens de engine zwaar verloren! Kees kwam met een meer menselijke verdediging die hem ook voordeel gaf, maar wel een stuk minder. In het vervolg durfde hij het gelukkig niet aan om twee stukken voor een toren te geven, waar ik bang voor was (en hier was de engine het wel met mij eens) en won ik later zelfs een pion in het eindspel. Die pion had ik ook op een andere manier kunnen winnen met betere winstkansen. Zoals het ging bleef Kees staan en kwam ik niet verder, remise dus. Na een onwaarschijnlijke reeks nullen in een week tijd na eerst twee maanden niet te hebben verloren, was remise zo slecht nog niet…

Leen: Met zwart spelend kwam ik met een betere pionnenstructuur uit de opening. Dit voordeel op de damevleugel beantwoordde wit met het gevaarlijke Dd1-b3-h3, wat noopte zwart tot grote nauwkeurigheid. Een verkeerde keuze (Ta8-c8 ipv. Tf8-c8)  zorgde ervoor dat wit op een gegeven moment zelfs iets beter kan te staan. Nog steeds in de veronderstelling beter te (moeten) staan opende ik de stelling, wat resulteerde in onveiligheid voor beide koningen. De partij kwam ten einde door een (of desperaat) overmoedige aanvalslust in combinatie met tijdnood van wit.

Erik: Met zwart kwam ik ongeveer gelijkwaardig uit de opening. In het vroege middenspel deed ik echter een onhandige zet waardoor mijn tegenstander het initiatief naar zich toetrok en ik met mijn stukken naar achteren moest. Nadat wit zijn kans had gemist om een pion te winnen nam ik het initiatief over en kwam beter te staan. De stelling werd geopend en ik kreeg een gevaarlijke aanval op de witte koning. Mijn tegenstander kon zich niet meer aan de druk onttrekken en met een fraai torenoffer had ik een winnende matcombinatie.

Jamy: Maandag j.l. speelde ik tegen Jaap van schaakvereniging Sliedrecht. Jaap speelde met wit en opende met D4. Hierop volgde een afgewezen dame-gambiet met een Slavische variant. Uiteindelijk na paard C3, paard f6 volgde paard F3. Hierop sloeg ik met mijn D-pion zijn C-pion waarop hij H4 speelde. Jaap beheerste de theorie behorende bij de Slavische variant. Door H4, kreeg mijn zwarte loper een vast veld op B4. Het spel brak uiteindelijk open in het centrum waarop ik eigenaarschap kreeg over de D-lijn. Na wat wisselingen van stukken was het mijn toren die recht van spreken had op de open lijn. Kort hierna kon ik een aanval opzetten met in combinatie met mijn dame, echter was Jaap prima in staat dit te verdedigen. De enige tactische zet die ik in de partij zag, won een pion op B2. Als compensatie kreeg Jaap de D lijn waar hij gretig gebruik van maakte met zijn Dame. Hierdoor zou een eeuwig schaak combinatie ontstaan als ik niet zou opletten. Na de aanval afgeslagen te hebben werden de overgebleven stukken geruild. Ik hield een witte loper over en Jaap zijn paard. Ik had tevens een 3 tegen 1 pionnensituatie gecreëerd op de damevleugel, echter door een fout aan mijn zijde, kon ik dit niet winnend afsluiten. Ik bracht mijn koning te vroeg naar het centrum, waardoor zijn paard sterk bleef voor de rest van het eindspel. Door dit paard slaap ik al nachten slecht en Jaap heeft op een hele mooie manier remise uit zijn verliezende stelling kunnen trekken. Ondanks de remise in winnende stelling, toch een geslaagde eerste externe competitiepartij.

RSB-team uit de bekerstrijd

Het kostte de nodige moeite om een datum geprikt te krijgen, maar 2 november togen we met Jeroen als invaller voor Erik naar Shah Mata. Al vrij snel kreeg Jeroen remise aangeboden in voor hem licht inferieure stand dat dus maar werd geaccepteerd. Leen won en Frank speelde remise, waardoor een remise bij mij genoeg was om door te bekeren. Helaas kwam ik een mislukte opening niet te boven. Om een aanval te overleven probeerde ik nog af te wikkelen naar een eindspel met een pion minder in de hoop dat te kunnen keepen, maar daarbij verloor ik nog een tweede pion, waarna het over was. 2-2- dus en vluggeren. Een vergelijkbaar scenario deed zich voor: het was 1,5-1,5 te staan en alleen ik was nog bezig. Het dubbel toreneindspel dat was ontstaan zou met 2 seconden increment waarschijnlijk vrij eenvoudig gewonnen geweest, maar nu had ik erg weinig tijd en gaf ook nog eens een volle toren weg. Helaas…

RSB-team verslaat WSV Inter Nos

RSB-team verslaat WSV Inter Nos

Invaller Auke had kansen, maar kon zijn debuut na een fout helaas niet opluisteren met een punt of tenminste een remise. Gaat zeker lukken een volgende keer! Leen ging volgens hemzelf “als een mes door de boter” en noteerde de gelijkmaker. Frank miste een truc en verloor een pion, maar knokte zich terug tot remise. Ik boekte een mooie overwinning en toen Zoran ook vanuit slechte stelling won na een blunder van zijn tegenstander werd langzamerhand duidelijk dat de matchpunten naar Gouda zouden gaan. Eelko voegde een half punt toe en Jeroen een vol punt. Daarmee was de stand 5-2 in ons voordeel en was het nog een hele poos wachten op Erik. Zijn tegenstander, op papier veruit de mindere, bood zwaar tegenstand, maar moest uiteindelijk na lang manoeuvreren in het eindspel toch zijn koning omleggen. Al met al een mooie verdiende, maar enigszins geflatteerde 6-2 overwinning.

Zie hieronder hoe de spelers hun partij hebben beleefd.

Auke: Na een redelijke Najdorf opening verheugde ik mij op een spannende partij, met koningen aan andere zijden van het bord. Zo ver kwam het niet, op zet 15 blunderde ik jammerlijk waarna ik met een stuk achter na zet 27 inzag dat er geen remise meer inzat.

Leen: Met zwart spelend was het begin 1) g4 – g6 !?  i.p.v. standaard d5, waar wit zich natuurlijk op had ingesteld. Voor beiden out of the book ontstond er centrumstrijd waar wit rond de 15e zet zwaar in de fout ging. Via de damevleugel kwamen de zwarte stukken naar voren. Het einde kwam door een octopus ( paard ) op d3 en toreninval op c2 met insluiting van de witte dame.

Frank: In mijn partij tegen Hans Woudenberg wist ik met de zwart de opening volledig te verprutsen. Na zo’n acht zetten dacht ik dat het een korte partij zou worden, eindigend met een nul voor mij. Met de gedachte dat een gewonnen partij winnen ook niet altijd gemakkelijk is, speelde ik door.  Langzamerhand begon ik weer een beetje grip te krijgen. Ik stond slechts een pion achter (volgens Jeroen mocht ik blij zijn met een achterstand van één pion en hij had gelijk) en in een spel met beiden twee torens en gelijke lopers kwam ik steeds actiever te staan. Mijn tegenstander stond alleen nog te verdedigen en bij zet 23 dacht ik ondank een pion achterstand minimaal gelijk te staan. Volgens de engine stond mijn tegenstander 0,7 beter. Hierna kwam ik met mijn actieve toren en loper steeds beter te staan en is ook de engine dat met me eens. Mijn pion achterstand is op zet 29 omgezet in een pion voorsprong. Daarna ging het van beide kanten wat minder nauwkeurig. Ik dacht dat de overgebleven vrijpionnen van wit op de koningsvleugel mijn overgebleven toren zou vastleggen en mijn vrijpionnen op de damevleugel die van wit zou vastleggen. Remise vond ik wel mooi na zo’n partij en een zet later (zet 39) bood ik dit aan, wat mijn  tegenstander graag aannam. Mijn engine toonde aan dat de laatste zet wit slecht was en ik in feite gewonnen stond.  Even wat langer nadenken van mij had best gekund.

Arjan: Mij was vooraf verteld dat mijn tegenstander altijd de Winawer (variant van het Frans) speelt. De door mij gekozen minder bekende variant was blijkbaar een schot in de roos en zwart voelde zich al snel niet zo prettig.

In bovenstaande stelling sta ik duidelijk beter en zwart speelde hier g5? Dit was voorzien en ik ging hier met alle liefde in op Pxg5! Lxg5 Dxg5 Dxg5 Lxg5 Pg3 met kwaliteitswinst voor zwart. Het witte loperpaar en de h-pion zijn veel te sterk en zwart ging snel ten onder. De stelling acht zetten later (zie onder) waarin zwart opgaf spreekt voor zich!

Eelko: Na bijna twee jaar geen wedstrijd meer gespeeld te hebben, de laatste keer was in het vierde team van Messemaker toen er nog een RSB klasse 3 bestond, was het best spannend om weer achter het bord te zitten. Ik had mij voorgenomen om niet te wild te starten en dat pakte goed uit. Er kwam een spannende Engelse partij op het bord met leuk spel voor zowel wit als zwart. Ik had het idee dat ik positioneel beter stond maar het was steeds uitkijken. Een fout zetje en mijn voordeel ging in rook op. Tegen het einde van de partij kreeg ik de mogelijkheid om de aanval op de koningsstelling van wit door te zetten. maar mijn tijd begon op te raken en ik zag geen andere mogelijkheid dan in driemaal in dezelfde stelling te belanden. Had ik langer nagedacht dan had ik de winst mogelijk gezien. Hieronder de stelling bij de voorlaatste zet. Ik speelde het paard terug naar e3. De computer gaf thuis aan dat met een andere zet het mat in 7 zou zijn.

Jeroen: Ik speelde de zelfde variant als tegen Peter Scheeren. Ook nu kwam ik minder te staan, maar kon ik mijn tegenstander verleiden tot een kwal-offer en 2 pionnen. Dit pakte goed voor mij uit, en uiteindelijk kon ik met een vrije doorloop van de a-pion het punt binnen harken.

Zoran: Bord 6 met zwarte stukken begon mijn tegenstander met dame gambiet dat in een paar zetten is overgegaan naar drie paarden variant. In grote delen van de partij stond ik goed tot het moment dat ik de loper wou offeren voor twee pionnen.  Mijn plan viel in het water,  niet gezien of niet rekening gehouden met aanval op mijn paard.  De verloren loper maakte mijn aanval nog scherper en ik heb goede kansen gehad maar de loper terugwinnen kwam niet tot stand. Na afruilen van alle grote stukken kwam ik in het eindspel met 4 pionnen tegen loper en 2 pionnen. We zitten bij zet 45 en rond 5 min op de klok, en mijn tegenstander maakte een blunder en verloor zijn loper. Met deze blunder legde de witspeler zijn koning neer. 0-1

 

Messemaker-team begint KNSB-competitie met grote overwinning

Zaterdag 18 september was het dan eindelijk zo ver: na ruim anderhalf jaar kon er weer een KNSB-competitiewedstrijd gespeeld worden. Weliswaar moest er vanwege corona-beperkingen in De Hoog uitgeweken worden naar een andere ruimte (De Goudse Waarden), moest Ben van Geffen wegens ziekte op het laatste moment afzeggen (Lesley Tjoo kon gelukkig invallen), had Henk-Jan Evengroen zijn been in het gips,  en kwam de tegenstander  slechts met zes spelers opdagen, maar de ouderwetse KNSB-competitiesfeer was niettemin goed voelbaar en deed velen deugd.

Messemaker moest aantreden tegen het op papier sterke SOPSWEPS’29 (hoe verzin je zo’n naam?), maar zoals gezegd kwam dit team met twee man minder opdagen. Deze 2-0 voorsprong gaf de overige teamleden blijkbaar een goede steun in de rug, want na een aarzelende start op enkele borden kregen de Messemaker-spelers steeds meer grip op de stellingen. Mede door een miraculeuze redding van Erik Hennink in een dame-eindspel met twee pionnen minder bleef het Messemaker-team  ongeslagen en boekte een fraaie 6-2 winst. Een uitstekend begin van dit competitieseizoen!

Dank aan Jeroen Eijgelaar voor het wedstrijdleiderschap (hij had overigens een gemakkelijke middag), voor onderstaande mooie foto’s en voor een ooggetuigenverslag:

Om 14.45 uur was Peter als 1ste klaar, remise met een pluspion, lopers van ongelijke kleur (2,5-0,5). Frans kon middels een damevleugelopmars een kwaliteit winnen en vervolgens binnenkomen op de 7de rij (3,5-0,5). Kees en Jan haalden daarna om 15:25 uur de teamwinst al binnen (5-1). Jans stelling zag er niet goed uit, met een Koning op f7 en een ‘gat’ op e6, hij kon echter een aanval op de g-en h-lijn opzetten welke zijn tegenstander uiteindelijk niet meer kon bolwerken. Kees  kon een dubbel lopereindspel met minder ruimte remise houden. Vlak daarna (15:30 uur) pikte Lesley met een grote uitruil in het centrum een extra pion op, maar het eindspel dat overbleef was door de passieve koning van Lesley niet meer gewonnen (5,5-1,5). Het lange wachten was nu begonnen, Erik was als enige nog bezig. Erik was opgezadeld met een achtergebleven e-pion en zachtjes werd Erik achteruit gedrukt. Toen er ook nog twee pionnen noodgedwongen vielen leek het over en uit. Zo niet bij Erik, hij ging er nog voor zitten om het maximale eruit te halen, en als een ware Houdini bepaalde hij om 17:00 uur de eindstand op 6-2.

Alle uitslagen  van deze eerste KNSB-competitieronde zijn te vinden op de KNSB-website.

Messemaker 1 blijft in de race voor het kampioenschap

(Verslag door Peter Ypma)

Ik zal eerlijk zijn: er waren vandaag maar twee partijen waar ik iets van begreep. Dit waren de partijen van Peter Scheeren en Wim Heemskerk. Wim won op thematische positionele wijze en de tegenstander van Peter deed hetzelfde. Dat is dus een terechte 1-1. Op alle andere borden gebeurde van alles. Verloren stellingen werden omgezet in gewonnen stellingen en gewonnen stellingen in verloren stellingen. Ik laat het aan de spelers zelf om te proberen uit te leggen wat er in deze partijen is gebeurd. Belangrijk is echter wel dat we toen we op het eind de punten gingen tellen wij er meer bleken te hebben dan de tegenstander. Hierdoor doen we nog volop mee in de titelstrijd van onze poule.
Hieronder zien jullie hoe mijn teamgenoten hun partijen ervaren hebben!

Peter Ypma:
Voor de partij werd ik herinnerd aan de vorige ronde toen ik het Botwinnik-systeem speelde en dat volledig mislukte doordat ik te vroeg rokeerde, waardoor mijn tegenstander sneller was met zijn plan dan ik. Vandaag besloot ik – in hetzelfde systeem – dus maar niet te rokeren. Daar bleken echter ook wat nadelen aan te kleven toen het centrum volledig openging. Wonderbaarlijk genoeg kreeg ik door een kwaliteitsoffer minstens zoveel aanval tegen de netjes gerokeerde koning van mijn tegenstander. Toen mijn tegenstander echter de kwaliteit terugofferde, had ik genoegen moeten nemen met een remiseachtig eindspel. Ik speelde nu op meer, maar mijn koning – die nog steeds in het midden stond – zorgde er voor dat ik tactisch ten onder ging. Gelukkig zag mijn tegenstander met weinig tijd op de klok niet een van de manieren om het uit te maken. Zo kon ik ontsnappen naar een toreneindspel met een pion minder wat ik wist te keepen. Een zwaarbevochten remise dus.

Ben van Geffen:
Gelukkig heeft het team gewonnen. Desondanks neem ik mezelf mijn nederlaag zeer kwalijk! In mijn partij had ik zwart en ik speelde tegen de topscorer van VAS 1 (nu zeker, ook dankzij mij) met 5 uit 6. Het spel ontwikkelde zich zeker voor mij niet slecht. Op zet 13 kwam ik tot een fraai pionoffer en die pion won ik een paar zetten later terug met prima spel. Maar toen kwam het! Op zet 22 kon ik op twee manieren flink voordeel krijgen (ongeveer +1,5). Ik deed echter het rampzalige 22… Lb5?, waarna wit op zijn beurt heel goed reageerde en in het voordeel kwam. In plaats van een eerdere pionwinst kwam ik een pion achter en wat erger was: het resterende eindspel was glad gewonnen voor mijn tegenstander, die het geruisloos uitschoof. Een slechte beurt dus.

Wim Heemskerk:
De laatste weken ben ik druk bezig met het bestuderen van de Najdorf-variant van het Siciliaans. Allemaal vlijmscherpe varianten en overleven is vaak afhankelijk van (het kennen van) één enkele zet. Onderweg naar de speelzaal begon ik me echter af te vragen of deze aanpak wel geschikt was voor een teamwedstrijd en toen puntje bij paaltje kwam koos ik na 1.e4 toch maar voor 1…e6 in plaats van 1…c5. Slap, laf of juist verstandig? U mag het zeggen, maar feit is dat mijn tegenstander niet zo bedreven bleek in de gesloten Franse structuur die op het bord kwam. Al snel had ik een prima stelling en toen wit één pionzetje teveel deed stortte zijn stelling in. Dat ‘instorten’ moet je dan wel in context zien. In het Siciliaans betekent dit doorgaans dat hij keihard mat gaat, maar in het Frans is het slechts de overgang naar een strategisch gewonnen eindspel waar nog geruime tijd gespeeld moet worden om de vis helemaal op het droge te krijgen. Met een pluspion en een paard tegen een zeer slechte loper had ik echter geen enkele twijfel dat het goed zou komen.  Ook voor de laatste winstpartij van de wedstrijd krijg je nog steeds een vol punt, dus waarom zou je je haasten?

Ed Roering:
Ik heb een lievelingsvariant tegen de opening die mijn tegenstander speelde. Ik heb alles zeer goed en lang geanalyseerd in het verleden en het is op zich leuk als er dan eens iets van op het bord komt. Nu ben ik eigenlijk nog nooit iemand tegengekomen die iets weet van deze obscure variant. Objectief krijg je in bijna alle varianten mooi en rijk spel, behalve… mijn tegenstander kende de variant duidelijk wel en koos direct de beste voortzetting. Daarmee win je een pion met zwart en lijk je de ontwikkelingsvoorsprong van wit ook nog te neutraliseren. Dat wist ik en daarom heb ik in het verleden gezocht naar verbeteringen voor wit. Dat is eigen analyse, want ik denk dat wat ik speelde misschien wel nooit op een bord is verschenen. Ik offerde nog een pion waarna ik met c4 ging breken en mijn ontwikkelingsvoorsprong probeerde te benutten. Na ruil op d5 kon hij met de c-pion terugnemen, waarna ik groot voordeel heb ineens vanwege zijn onbeschermde damevleugel. Met de e-pion terugnemen ziet er echter veel minder logisch uit. Dan kan je een pion terugwinnen met Pxe5, want het paard kan niet door de dame genomen worden omdat de e-lijn open is. Ik heb ooit bedacht dat ik dit risico wel wilde nemen. De kans dat deze stelling op het bord komt is erg klein en dat zwart dan ook nog met de e-pion terugneemt.. maar deze man deed dat wel en vrij snel ook. Terwijl hij inmiddels wel op onbekend terrein was en al lang had nagedacht. Ik wist dat ik toen slecht stond, gelukkig had ik 40 minuten meer tijd inmiddels. Ik vergat echter een damezet te doen die nog een verzwakkinkje uitlokte en kwam toen pas echt slecht te staan, ongeveer -2. Gek genoeg zag het er objectief gezien niet eens zo slecht uit en mijn tegenstander moest lang denken hoe hij zijn stukken kon ontwikkelen. Hij deed dat aanvankelijk goed en hield zijn voordeel lang vast. Toen we beiden in naderende lichte tijdnood kwamen miste hij gelukkig een paar keer een sterke zet. Hij liet mij vereenvoudigen, waarna ik nog enigszins meedeed. Op het eind ging hij in op een zetherhaling, waar hij nog steeds voordeel had en zijn paard had kunnen terugtrekken in de verdediging. Dat kwam waarschijnlijk niet bij hem op omdat dat paard op e4 de hele tijd mijn paard van het mooie veld g5 afhield. In de slotselling zou dat echter niet erg meer zijn geweest. Een gelukkige remise dus, maar goed, dat mag ook wel een keer na de voorgaande 4 remises waarin ik in alle partijen op enig moment groot tot winnend voordeel had. Maar een overwinninkje zou welkom  zijn 🙂

Erik Hennink:
Met wit kwam ik slecht uit de opening door een verkeerde keuze. Ik probeerde met actief tegenspel om terug in de partij te komen, maar mijn tegenstander bleef goed spelen en ik moest een pion geven om vechtkansen te behouden. Ik kwam verloren te staan, maar zwart maakte een fout die de partij volledig deed kantelen. Ik pakte mijn kans en kwam zelfs een pion voor. In de tijdnoodfase kon ik met een kleine combinatie nog een pion winnen waardoor ik in het overgebleven dame-eindspel 2 pionnen voor stond. Toen ik met een reeks schaakjes nog een pion kon buitmaken gaf mijn tegenstander op.

Peter Scheeren:
Ik kreeg met zwart een Italiaanse opening tegen me die later overging in een Spaanse opening. Er onstond een bekend type stelling met een dichtgeschoven centrum en een zwart paard op a5. Dat is altijd oppassen voor zwart: het paard kan naar het slechte veld b7 gedwongen worden, waar het de eigen stukken bijzonder in de weg staat. En zo geschiedde! Ik liet e.e.a. toe omdat ik tegenspel kreeg op de a-lijn en dat was inderdaad waarschijnlijk wel voldoende voor gelijkspel (zoals in de na-analyse bleek), maar ik ging te gretig via die a-lijn met mijn toren de witte stelling binnen en plots kon die toren niet meer terug. Dat betekende kwaliteitsverlies en daarmee ook partijverlies, vooral omdat ik nog steeds een krom staand paard op b7 had. Lang geleden dat ik zo kansloos van het bord geschoven ben! En eerlijk is eerlijk: keurig gespeeld door mijn tegenstander.

Henk-Jan Evengroen:
De RSB-wedstrijd voorgaand aan de afgelopen KNSB-wedstrijd had ik kort even gekeken wat ik tegen 1.Pf3 zou spelen. Toevallig speelde mijn tegenstander deze KNSB-wedstrijd ook 1. Pf3, waardoor ik enigszins op bekend terrein was. Mijn tegenstander week echter al snel af van de hoofdvarianten, waardoor we in een onduidelijke stelling kwamen. Ik had verschillende dreigingen ingebouwd in de stelling, waarna de tegenstander in de fout ging. Door de fout won ik een kwaliteit, met nagenoeg geen compensatie voor wit. Voor mijn gevoel deed ik hierna logische zetten om de partij binnen te halen, maar ineens zag ik allemaal gevaren bij mijn koning opduiken. Dit kon ik allemaal net pareren waarna mijn tegenstander zich pardoes mat liet zetten. Achteraf bleek wel dat de tegenkansen voor wit inderdaad niet voldoende waren.

 

Messemaker 1847 2 verliest kampioensstrijd

Het duel tussen de koplopers in klasse 4G, Messemaker 1847 2 en Voorschoten 2, is helaas voor ons team op een nederlaag uitgelopen. Alle hulde overigens voor onze tegenstanders die zich over de hele linie bezien duidelijk beter toonden. Het excuus dat we deze wedstrijd startten met twee invallers gaat niet op, want beiden (Frank en Erwin) hielden goed stand tegen op papier aanzienlijk hoger in te schatten tegenstander, met twee remises als resultaat.
Aanzienlijk slechter verging het de topborden, want zowel Kees, Wouter als Jeroen moesten een nul incasseren. Wouter kan overigens als verzachtende omstandigheid aanvoeren, dat hij – vanwege de voor ons nadelige tussenstand in de match – vanuit een gelijke stelling geforceerd op winst moest spelen ten behoeve van het teamresultaat. Het mocht helaas niet baten.
De enige die deze middag een overwinning wist te behalen was Leen, na een lange manoeuvreerpartij. Door deze prestatie heeft Leen dit seizoen de formidabel score bereikt van 5 uit 5! Rest nog te melden dat Frans met zwart een beter eindspel wist te bereiken, maar zonder mogelijkheid dit voordeel tot winst uit te bouwen en dat Leslie – door het overzien van stukverlies – zijn eerste nul van dit seizoen moest incasseren. Dat bracht de eindstand op 5½ – 2½ voor de bezoekers en daar viel niet heel veel op af te dingen.

Kees Brinkers

Eerste winst voor Messemaker 4

Op vrijdag 21 februari j.l. speelde het vierde team tegen CSV 4. Het team van Cappelle aan den IJssel trad met vele jonge getalenteerde spelers aan. Wij hadden afzeggingen van onze sterkste speler Kees Vermijn en Jasper van Wijhe. Ze werden vervangen door respectievelijk Diko Kalkdijk en Kees van Wensveen. Het werd een knallende overwinning voor ons team 4.

Het was een vreemde wedstrijd; er waren veel jeugdleden, die al aardig gescoord hadden in de RSB, maar die tegen ons team allemaal het loodje legden. Het werd 7-1 voor Messemaker.

Diko Kalkdijk won als eerste na ongeveer een half uur. Daarna volgden veel winsten voor Messemaker. Er waren veel jeugdleden, maar de gemiddelde speelsterkte was veel lager dan wij uit eerdere wedstrijden hadden ervaren. Hoe deze grote verschillen kunnen bestaan binnen de RSB klasse 3C is mij een raadsel.

Albert-Jan Wagensveld

 

Lees verder “Eerste winst voor Messemaker 4”