Het zat er natuurlijk al aan te komen: de degradatie van Messemakers KNSB-team 1 uit de 2e klasse van de KNSB-competitie. Om dit onheil te voorkomen moest Messemaker de laatste wedstrijd tegen mede-degradatiekandidaat Leiderdorp met 7-1 winnen: een vrijwel onmogelijke opgave. Zeker als je bedenkt dat Leiderdorp een heuse grootmeester in haar gelederen heeft (Daan Brandenburg), waarmee zij in feite vooraf al “virtueel” een (waarschijnlijke) 1-0 voorsprong hadden.
Het werd al snel duidelijk dat het gehoopte wonder uitbleef. Sterker nog: als het al 7-1 zou worden dan zou dat eerder een 7-1 nederlaag zijn dan een 7-1 overwinning. Op diverse borden stonden de Mesemaker-spelers namelijk erg bedenkelijk.
Al onze witspelers waren met nadeel uit de opening gekomen en drie van hen (Erik, Ed en Bernard) verloren later inderdaad, alleen Albert wist op miraculeuze wijze m.b.v. een eeuwigschaakmechanisme met remise te ontsnappen.
De zwartspelers van Messemaker deden het beter. Peter Ypma leek lange tijd tegen de genoemde GM stand te kunnen houden, maar ja, het is wel een GM en uiteindelijk moest Peter toch het hoofd buigen. Overwinningen waren er voor Jan, Henk-Jan en Peter Scheeren. Aldus werd de einduitslag bepaald op 4,5-3,5 voor Leiderdorp.
Volgend seizoen speelt Messemaker dus in de 3e klasse en uiteraard gaat het team dan voor het kampioenschap en terugpromoveren.
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn in statiestieken: zie de KNSB-website voor alle uitslagen en eindstanden.
Op zaterdagmiddag 23 maart was het “do or die” voor het 1e KNSB team van Messemaker in de eigen arena. Bij binnenkomst sprak ik “Zij die gaan sterven groeten elkaar” als vrije vertaling van de beroemde Latijnse zin “Ave Caesar, morituri te salutant” die de gladiatoren de keizer toeriepen als zij de arena betraden voor een strijd op leven en dood. Als ze de strijd verloren en nog in leven waren, dan besliste een handgebaar van de keizer of hun leven gespaard bleef of niet. We speelden tegen Amsterdam Berserkers, een ploeg die met twee vingers in de neus kampioen zou moeten worden, maar dit misschien toch gaan mislopen omdat ze een paar keer niet op hun sterkst opkwamen. Nou, tegen ons wel dus: 7 spelers met een rating van minimaal 2250 en (veel) hoger waaronder twee IM’s. En ze hadden hun leeftijd mee, de meesten waren tussen de 26 en 30 jaar oud. Het is een vriendenteam, de vereniging van 15 leden is ruim 4 jaar geleden opgericht. Ze kennen elkaar van jeugdtoernooien en NK deelnames. Hele aardige gasten moet ik zeggen. Door corona hebben ze tot nu toe nog maar twee volledige competities kunnen spelen. Ze moesten in de 4e klasse KNSB beginnen. Vervolgens twee keer gepromoveerd, dit seizoen misschien ook weer. Zelf hadden wij elk match- en bordpunt hard nodig om dit seizoen te overleven in de 2 e klasse met versterkte degradatie. En we misten helaas onze IM Peter Scheeren, die andere schaakverplichtingen had.
Op bord 1 t/m 3 konden Albert, Rob en Bernard het niet bolwerken tegen hun tegenstanders met een ratingverschil van minimaal 250 punten. Rob moest het zelfs opnemen tegen IM Miguoel Admiraal (2476). Rob en ik hadden eigenlijk dezelfde ervaring: toen de tegenstander na afloop aangaf wat we beter hadden kunnen doen, dan lijkt het schaakspel opeens heel eenvoudig. Maar achter het bord … een heel ander verhaal!
Rob speelde het met wit actief en voortvarend met een mooi paard op f5, maar ging uiteindelijk toch ten onder aan een structureel nadeel. Een ingesloten loper op c1 deed niet mee en Rob werd daarna kapot gespeeld op de zwarte velden. Zelf was ik (Albert) met zwart niet ontevreden na een snelle dameruil op zet 7 door wit. Maar vervolgens wist ik de examenvragen van mijn tegenstander niet goed te beantwoorden. Onder druk gezet overzag ik kwaliteitsverlies en toen was de partij in hogere zin al verloren. De tegenstander van Bernard (zwart op bord 3) speelde gewoon origineel en sterk in een scherpe Siciliaan. Bernard speelde wat ongelukkig met zijn stukken en toen was zijn tegenstander veel sneller in de aanval. Kortom: een duimpje omhoog van de keizer voor Rob en een duimpje naar beneden voor Bernard en Albert.
Op bord 5 had Peter Ypma met zwart na 5 zetten exact dezelfde, vrij ongebruikelijke, stelling als Albert. Dat viel iedereen op. Wat ook wel bijzonder was hieraan: Peter staat bekend als non- en Albert als pro-theoreticus. Voer voor schaakfilosofen … De tegenstander van Peter koos niet voor dameruil, maar speelde het nogal scherp. Het werd een boeiend gevecht waarin Peter lange tijd duidelijk voordeel had. Maar na één mindere zet werden de ver opgerukte witte pionnen opeens wel erg gevaarlijk. De witspeler heeft meerdere winsten gemist, hij speelde toen ook al enige tijd op zijn increment denk ik. Op een gegeven moment had hij Peter vastgesnoerd in zijn gladiatornet, nu nog even de opening vinden voor de dodelijke steek: het dameschild afleiden en mat. Maar op miraculeuze wijze wist Peter alle gevaar af te wenden en eindigde de partij in een zetherhaling.
In de Evengroen partijen sneuvelde er ook een kwaliteit. Maar hier waren het natuurlijk kwaliteitsoffers van onze roekeloze houwdegens. Jan hoopte een mataanval te kunnen opzetten maar dat werd deskundig gepareerd. De partij van Henk-Jan met wit tegen de andere IM Ilias van der Lende (2387) was zeer dynamisch. Een mooi gevecht met tegengestelde rochades, waarin Henk-Jan een behoorlijke druk ontwikkelde tegen de zwarte koningsstelling. Maar de IM gaf geen krimp en verzilverde na een reeks nauwkeurige zetten zijn materiele voordeel.
Erik (zwart op bord 7) verloor wat ongelukkig denk ik. Na een ongebruikelijke opening ging het lange tijd gelijk op, al stond wit ietsje beter. Maar er was echt een blunder nodig om wit het punt in de schoot te werpen.
En wie was als laatste nog bezig? Onze Ed natuurlijk en ook nu wist hij een overwinning te boeken, waarmee onze eer nog enigszins gered is. Zondermeer een verdiende overwinning met goed spel tegen de enige tegenstander met een rating onder de 2250.
Dus een nederlaag met 1,5 – 6,5 die vooral hard aankomt omdat dit de degradatie min of meer bezegeld heeft. Onze concurrenten voor de 6e plaats zijn Sliedrecht en Leiderdorp. Hiervan is Sliedrecht nog in te halen, maar Leiderdorp alleen als we daar in de laatste ronde met 7-1 van winnen. En dat is gewoon niet realistisch.
De stand en de detailuitslagen zijn te vinden op de KNSB-website (klasse 2B, even naar beneden scrollen voor de gedetailleerde uitslagen).
Achter de dijk langs de getijderivier het Spui, ligt het mooi aangeharkte dorp Nieuw-Beijerland, gesticht in 1582 nadat de bedijking van de polder Nieuw-Beijerland gereed was gekomen. Een zogeheten “voorstraatdorp” omdat de kern van het dorp gevormd wordt door een voorstraat: een straat die haaks op de dijk staat.
Op de heenweg had ik twee invallers aan boord (Rob en Sjoerd) omdat Peter S en Erik wegens ziekte verstek moesten laten gaan. Dat was een flinke aderlating, maar zoals later zal blijken werd dit bloeden deskundig gestopt door de vervangers. Het was best een lange rit en de terugweg duurde nog langer omdat de Heinoord-tunnel aan één kant afgesloten was. Gelukkig kon ik toen nog niet bevroeden dat ik deze rit twee keer zou moeten maken deze dag …
Bij een dijk denken we meestal aan het risico van overstroming, zeker gezien de hoge waterstanden die de afgelopen weken in het nieuws waren. Maar in de zomer van 2022 kwam een ander risico aan het licht: het tragische ongeval in Nieuw-Beijerland met de vrachtwagen die de dijk afreed in een groep mensen die een barbecue hadden. Dit haalde uitgebreid het landelijke nieuws, met 7 dodelijke slachtoffers.
Door mijn snelle remise had ik de gelegenheid om een wandeling door N-B te maken. Ik kwam op de “dichtroute” met maar liefst 70 poëzietegels verdeeld over een drietal straten. Leuke dichtregels kwam ik tegen, helaas geen schaak analogieën maar één ervan wil ik jullie toch meegeven: “Als hebbelijkheid iets eigenaardigs is, hoe eigen is dan eigenaardig?”. Daar kunnen wij als schakers met al onze (on)hebbelijkheden eens lekker op kauwen.
Ik voel nu toch wel de vraag opkomen bij jullie, waarom in vredesnaam al deze ontboezemingen? Welnu beste lezers, niet alleen acht ik het mijn dure plicht om jullie wat kennis en cultuur mee te geven, maar ik heb zaterdag ook een sterke band opgebouwd met N-B. Ik heb dit dorp afgelopen zaterdag niet één keer, maar zelfs twee keer bezocht. Reden: mijn telefoon laten liggen. Na wat telefoontjes kon ik deze ’s avonds nog ophalen bij de beheerster in N-B … Ja, dit begint helaas een trend te worden, het vergeten van dingen, ongetwijfeld speelt de leeftijd hierbij een rol. Niet alleen zijn alle schaakvarianten van duizenden uren schaakstudie verloren gegaan (dat is nog herkenbaar voor de meesten van ons), maar ik ga nu ook spullen kwijtraken. Laatst mijn vest op de club laten liggen, dit was volgens Vincent al vaker gebeurd (dat wist ik ook al niet meer …). Wat wordt het volgende, sterke kandidaten zijn mijn blauwe Nike bidon en zwarte metalen thermosfles. Ja, ik geef jullie alvast de kenmerken, voor het geval dat. En afgelopen dinsdagavond (KNSB bekerwedstrijd in Den Haag) was ik zelfs mijn auto kwijt, dat weten 2xPeter en Jan nog wel. Overigens sluit ik ook niet uit dat ik nog eens thuiskom na een vakantie zonder mijn vrouw, maar dat geheel terzijde.
Genoeg getreurd, nu dan eindelijk over naar de wedstrijd, die was (wel) heel boeiend! Peter Y en ik (Albert) waren al binnen een uur klaar. Peter speelde op bord 1 met wit tegen een invaller met een veel lagere rating en had het punt binnen 20 zetten al binnen. Zelf speelde ik iets meer zetten aan bord 5 met wit, maar ik had al snel door dat er voor mij deze middag niet veel te halen viel. Mijn tegenstander speelde alle zetten vrijwel á tempo en had aan het eind nog 1 minuut meer op de klok dan aan het begin (ik dacht dat alleen GM’s zo’n kunstje konden flikken). Zelf had ik ‘normaal’ nagedacht en een achterstand van 40 minuten op de klok. In een gelijke stelling namen we allebei genoegen met een zetherhaling.
Op dat moment zag het er gunstig uit voor ons. Rob had misschien een klein nadeel op bord 2 met zwart tegen een van de sterkste tegenstanders. Maar Ed had een prettige plus op bord 3, Henk-Jan met zwart op bord 4 had een onduidelijke stelling (dus kansrijk) en bij Jan met zwart op bord 6 was het een heksenketel, dus die punt telde ik al! En Bernard stond op bord 7 met wit veel beter tegen good-old Rex van Dijken. Alleen had Sjoerd aan bord 8 met zwart wel een probleem, wit had de gambiet-pion inmiddels stevig in handen, maar er waren zeker nog counterkansen. Met dus al één punt voorsprong op zak rook ik de winst al.
Maar toen dreven er wat onweerswolken over! Jan won “natuurlijk” zijn partij (na mooie tactische verwikkelingen), maar plotsklaps verloor Henk-Jan zijn partij! Hij had de openingsproblemen overwonnen en was goed op weg om actief te worden en toen … BOEM! Na een ogenschijnlijk logische ruilactie kwam opeens de zet Pd5 van wit met dame vangst: de dame van Henk-Jan op f6 had geen velden meer! En Bernard was iets te optimistisch verder gegaan, hij offerde twee pionnen voor de aanval, maar bleek toch te weinig compensatie te hebben na een gemiste kans op groot voordeel. En Sjoerd verloor toch vrij snel zijn partij en dus stond het toen gelijk met nog drie partijen te gaan: (1) Bernard stond in principe verloren; (2) Rob stond na een sterk kwaliteitsoffer duidelijk beter, maar kon hij dat ook afmaken tegen zijn sterke tegenstander? (3) Ed had een duidelijk en permanent voordeel in een eindspel met ruimtevoordeel en het loperpaar.
Een gelijkspel hing lange tijd in de lucht en dat was eigenlijk onvoldoende voor ons om handhaving in eigen hand te houden, gezien de versterkte degradatieregeling dit seizoen.
Na de tijdcontrole op de 40e zet kon Bernard het niet meer bolwerken en dus stonden we met 2,5 – 3,5 achter! Maar Rob had de tijdnoodfase prima doorstaan en zijn voordeel zelfs vergroot! Zijn tegenstander gooide er nog een wanhoopsoffer tegenaan, maar dat werd koeltjes aangenomen en enkele zetten later was het punt binnen. Zodoende werd Rob de held van de dag en ook nog eens met een hele mooie pot!
Toen was het dus aan Ed om ook nog de eindoverwinning binnen te slepen. Het ging misschien niet vlekkeloos, de tijd ging ook meespelen, maar uiteindelijk wist hij door een tweede front te openen toch winnend voordeel te bereiken. En dat bleek voldoende voor de winst!
(Nb: in de eerste wedstrijd van dit seizoen tegen Sliedrecht was Ed ook de matchwinnaar, toen was hij ook als laatste nog lang bezig om een mindere stelling te keepen voor de eindoverwinning.)
Zodoende hebben we twee dure en zwaar bevochten matchpunten binnengesleept. We hebben handhaving nu grotendeels in eigen hand. De volgende (7e) ronde zijn we vrij (er zijn 9 teams in onze poule) en daarna zal er meer duidelijkheid zijn wat we in de laatste twee ronden nog moeten binnenhalen voor handhaving. In elk geval zal het spannend blijven tot en met de laatste ronde!
De detailuitslagen zijn te vinden op de KNSB-website (navigeer naar klasse 2B).
Zaterdag 16 december stond de 5 e ronde tegen CSV op het programma. Voor de RSB-competitie hadden we al eerder in het jaar tegen elkaar gespeeld. In die wedstrijd wisten we een mooie 6-2 overwinning te bereiken. De verwachting was echter wel dat we andere spelers zouden treffen dan in die wedstrijd en dat we elkaar weinig zouden ontlopen. Dit bleek inderdaad te kloppen, want de gehele middag kon het nog alle kanten opvallen.
Op bord 1 speelde Jan tegen Jeffrey. Jan had met zwart al snel wat ruimtevoordeel en leek ook in de ontwikkelingen die daarop volgden een prettige stelling te verkrijgen. Op één of andere manier is dat snel bergafwaarts gegaan, waardoor we op een 1-0 achterstand kwamen.
Een partij die ook snel verliep was de partij van Ed tegen Mark. Ed kwam moeizaam uit de openingen en het initiatief lag bij Mark. Die wist echter geen gaatje te schieten in de verdediging van Ed, waardoor een remise werd gekomen.
Ben kwam ook lastig uit de opening op bord 6. Een koningsgambiet krijg je niet vaak tegenover je, maar gelukkig kende Ben de theorie. Althans dat dacht ik, want de tegenstander ging in de denktank en dat is in de opening toch vaak een goed teken. Dit resulteerde echter wel in een gezonde pion voorsprong voor Reinoud en die wist dit ook vakkundig af te maken.
Halverwege de middag stonden we dus 2,5 – 0,5 achter, maar er was nog geen man overboord. Bij de overige stellingen had ik het idee dat we een goede plus hadden en dat dit ook wel zou leiden tot verschillende winstpartijen en geen enkele verliespartij. Dat we hierna geen partij meer zouden verliezen bleek uit te komen, maar helaas konden we te weinig goede stellingen over de streep trekken.
Albert kwam op bord 8 prettig uit de openingen en wist dit ook om te zetten in een eindspel waarbij hij het initiatief had. Het lukte hem echter niet om dit om te zetten in materiaalwinst, waardoor het vervlakte en snel remiseachtig werd.
Bij Bernard was het zeker niet remiseachtig. Door een doorbraak kreeg hij veel activiteit op de damevleugel. Zijn tegenstander probeerde op de koningsvleugel tegenkansen te creëren. Dit kostte zowel voor Bernard als Jessica veel tijd, waarbij in een heel onduidelijke stelling tot een gestreste remise werd besloten.
Op dat moment waren de Peters en ondergetekende nog bezig, waarbij met name Peter Ypma en ik een goede stelling hadden.
Peter Ypma haalde uiteindelijk de winst binnen. Dit is wat hij zelf meldt over zijn partij: Vanuit de opening kreeg ik een klein voordeeltje, omdat mijn tegenstander een geïsoleerde pion op d4 kreeg zonder de gebruikelijke activiteit. In de partij wist mijn tegenstander dit echter op te lossen met de zet …Ld5. De engine gaf na de partij dat ik hier met de prachtige tactische zet e4 het voordeel kon behouden. Die zet had ik niet overwogen en zoals het ging, raakte ik mijn voordeel kwijt. Twee zetten later ruilde mijn tegenstander echter de paarden ook op een onhandige manier waardoor ik kon afwikkelen naar een beter toreneindspel dat ik met een goede techniek wist te winnen.
Op dat moment hadden we nog één winstpartij nodig voor 4-4. Ik had zelf al een goede poging tot winst laten liggen en het mezelf erg lastig gemaakt in een eindspel met loper plus 5 pionnen tegen paard plus 4 pionnen. Peter Scheeren probeerde van alles om nog kansen te krijgen, maar zijn tegenstander lette goed op en wist alle gevaren te ontwijken. Mij lukte het ook niet de winst binnen te halen. Achteraf bleek dat mijn tegenstander in tijdnood nog een fout maakte, maar helaas wist ik hier niet van te profiteren.
Uiteindelijk een zuur verlies. Vanwege de versterkte degradatie zullen er in 2024 veel matchpunten bij moeten komen om ons te handhaven in klasse 2.
Afgelopen zaterdag 25 november reisde ons eerste team af naar Spijkenisse voor de vierde ronde in de KSNB-competitie. Na twee verlieswedstrijden en één minimale overwinning, begon de noodzaak aan matchpunten te groeien. Dit zou niet makkelijk worden omdat Spijkenisse degradant is uit de eerste klasse en de eerste twee ronden overtuigend had gewonnen. Door een oneven aantal teams in de competitie heeft Spijkenisse op dit moment één wedstrijd minder gespeeld.
Als toeschouwer ter plaatse zag ik het aan het begin van de wedstrijd redelijk rooskleurig in. Van sommige stellingen moest ik toegeven dat ik er niet veel van snapte. Dat schatte ik maar in als gelijkwaardig. Als eerste zag ik voordeel op de borden van Peter Ypma en Jan Evengroen:
Bord 3: Peter Ypma vs Maurits van der Linden 1 – 0 Op zet 10 had ik al vier zetten met mijn dame gespeeld. Dat is vaak niet zo’n goed teken en mijn openingsvoordeel was ik op dat punt dan ook kwijt. Gelukkig was mijn tegenstander het ook even kwijt en met wat hulp won ik een kwaliteit. Daarna was het nog een technische klus, maar door een paar keer de meest actieve voortzetting te kiezen, wist ik het tegenspel te minimaliseren en het punt binnen te halen.
Bord 5: Jan Evengroen vs Semen Minyeyevtsev 1 – 0 Mijn tegenstander kwam met een plusje uit de opening, hiertegenover stond een enorm tijdvoordeel op een bepaald moment zelfs 40 minuten. Vanuit een complexe stelling wist ik dit voordeel te verzilveren met een mooie matcombinatie.
Ik kan me de precieze volgorde van de score niet goed herinneren. Al snel scoorde Spijkenisse op het tweede bord, zodat de scores weer dichter bij elkaar kwamen. Henk-Jan speelde een stelling waar ik zelf niet zo veel van begreep. Helaas was de aanname dat het dan wel ongeveer gelijkwaardig zou zijn onterecht.
Bord 2: Ricardo Klepke vs Henk-Jan Evengroen 1 – 0 Met zwart kreeg ik een zij-variant van het konings-indisch tegen mij. Hierbij koos ik voor wat vreemde zetten die ervoor zorgde dat ik erg gedrongen kwam te staan. Wit kiest daarbij een opstelling vanuit het damegambiet met pionnen op c4, d4, e4 en f3. Met alle lichte stukken erachter biedt dat ruimtevoordeel en in mijn optiek weinig mogelijkheid voor plannen voor zwart. In de complicaties die ontstonden toen Ricardo voordeel wilde behalen kwamen er nog kansen om een gelijke stelling te behalen, maar helaas wist ik die niet te vinden.
Met nog 5 partijen te gaan met mijn inschatting dat alle partijen redelijk gelijk opgingen, was er goede moed op winst. Helaas begon de wedstrijd de verkeerde kant op te gaan.
Bord 4: Thijs van Dam vs Ed Roering 0,5 – 0,5 Mijn tegenstander had op zet 7 al groot voordeel kunnen krijgen in een ongebruikelijke zetvolgorde in de opening. Toen hij dat niet deed bleef de stelling tot het einde min of meer in evenwicht. Met allebei weinig tijd had ik het hem op het einde wel iets moeilijker kunnen maken, maar objectief was het niet veel.
In het partijverslag vestigt Ed zijn hoop op PSV. Ik kan niet ontkennen dat de situatie van de Eindhovenaren er rooskleuriger uitziet dan dat van ons. Want terwijl we met een paar man in de analyse de winst voor Ed zochten (en niet vonden), begon het tij te keren.
Bord 6: Maxim le Clerq vs Albert Segers 1 – 0 Mijn partij was een mooi positioneel gevecht. Het ging erom of het sterke witte centrum van mijn tegenstander ondermijnd kon worden met actief spel van mijn kant. Dat lukte aardig, maar op het moment dat ik in het voordeel kon komen maakte ik een lelijke fout, waardoor mijn stelling in één klap onhoudbaar werd.
Bord 7: Ben van Geffen vs Job Verheul 0 – 1 Op bord 7 zag ik een stelling voor Ben dat vrij snel naar een eindspel met uitsluitend alle zware stukken ging. In mijn inschatting ging het gelijk op en mijn vermoeden was dat dit ook snel in een remise zou eindigen. Echter kwam ook Ben helaas met slecht nieuws de analyseruimte binnen. Zoals Ben later beschreef:
In mijn partij speelde zwart een zijvariant van de Caro-Kann, die ik niet goed kende. Nu wel, maar daar heb ik niets aan. Ik speelde iets te slap. Zwart ontwikkelde enig initiatief en kwam niet ongevaarlijk opzetten. Op zet 21 én op zet 22 kon ik met f2-f3 remise maken. Ik zag dat wel, maar stelde het uit. Onbegrijpelijk! Helaas verloor ik daarna kansloos.
Op dit moment stonden we van een voorsprong opeens met 3,5 – 2,5 achter. Aan Peter en Kees de schone, maar verre van makkelijke taak om de nog minimaal 1,5 en liefst 2 punten binnen te halen.
Als eerste begon Kees zijn stelling meer duidelijkheid te bieden. Onderstaande diagram in het verslag van Kees kwam ook op het moment van de achterstand op het bord.
Bord 8 Joey Brokaar – Kees Brinkers 0,5 – 0,5 Na een partij zonder veel wetenswaardigheden ontstond na 51 zetten deze stelling. Stelling na 51…Td6-d7
De stand is materieel gelijk, maar zwart staat duidelijk beter door zijn ruimtevoordeel, betere koningspositie en vrije d-pion. Maar hoe nu verder? Er is geen route voor de zwarte koning om de witte stelling binnen te dringen. Als de zwarte pion oprukt naar d3 blijven toren en loper gebonden aan de verdediging van de pion. Wit in tempodwang brengen zit er ook niet in, want de witte loper kan vrijelijk tussen e4 en g6/h7 heen en weer pendelen. Omdat ik geen mogelijkheid zag om verder te komen, accepteerde ik hier het remisevoorstel van mijn tegenstander. Ik stond er dan ook wel even van te kijken toen ik bij thuiskomst zag dat Stockfish de stelling als ruim gewonnen voor zwart beoordeelde met +5,4! De winstweg is als volgt: zwart begint met de d-pion op te spelen, gaat met de toren naar de c-lijn en speelt vervolgens Lc4-b3! om op c2 binnen te vallen. De grap is dat zwart dan de d-pion offert om met de toren binnen te komen op c2. Een voorbeeld: 52.Lg6 d3 53.Le4 Tc7 54.Lg6 Lb3! 55.Txd3 Lc2! 56.Td6 Lxg6 57.Txg6 Tc2+ en zwart wint.
Kees beschrijft in zijn verslag dat er blijkbaar een winst is gemist. Bij het samenvoegen van dit verslag herken ik de verbazing die Kees beschrijft, want in mijn herinnering heeft geen van de spelers die al klaar waren deze winnende combinatie gezien.
Hiermee kwam de hoop op Peter te liggen die op het eerste bord alleen met een overwinning een 4 – 4 kon afdwingen.
Bord 1: Peter Scheeren vs Daniël Zevenhuizen Ik haalde met wit minder dan niets uit de opening en mijn tegenstander kreeg het initiatief. Toen het na stug verdedigen van mijn kant even niet verder ging, probeerde hij in de tijdnoodfase ijzer met handen te breken met een kwaliteitsoffer, maar dat werkte averechts en behalve die kwaliteit kreeg ik ook het initiatief. Dat werd hem uiteindelijk fataal en zodoende kon ik de eindstand laten bepalen op 4-4.
Met dubbele gevoelens vertrokken we weer uit Spijkenisse. Enerzijds waren er goede mogelijkheden geweest om deze wedstrijd te winnen. Anderzijds was het zeker niet onmogelijk om zonder matchpunten te vertrekken. Nu is het zaak ons op te maken voor de volgende wedstrijd. De behoefte aan het scoren van matchpunten blijft onverminderd groot, maar dat zal ook tegen CSV zeker niet gemakkelijk zijn.
Het 1e KNSB-team van Messemaker heeft afgelopen maandag nipt verloren van Promotie uit Zoetermeer: 3,5 – 4,5. Zie de uitslagen op de KNSB-website (klasse 2B). Zie hieronder het verslag van de hand van Albert Segers.
1 e KNSB team Messemaker loopt averij op (door Albert Segers)
Afgelopen zaterdag 4 november was het guur weer buiten en was het voor Messemaker K1 achter de schaakborden evenmin een aangenaam verpozen. Ook al hadden we in de Goudse Waarden een prima vervangend onderkomen, we konden geen echte vuist maken tegen Promotie K1 uit Zoetermeer. Slechts één winstpartij, verder veel remises en twee nederlagen. Zodoende een nederlaag, waarop ook niets af te dingen valt gezien het vertoonde spel. We waren natuurlijk verzwakt doordat drie van onze kanonnen (Peter Y, Jan en Ben) verhinderd waren. Voor ons team van negen waren er dus twee invallers nodig. Net als de vorige keer vielen Kees en Scott in, prima vervangers natuurlijk, wat echter weer ten koste gaat van ons 2e KNSB team. Al hadden die daar deze middag (op dezelfde locatie spelend) duidelijk geen last van en boekten zij een zeer ruime overwinning op Philidor Leiden 4). Hieronder put ik voor een groot deel uit eigen commentaar van onze spelers.
De enige overwinning was duidelijk geen “Evergreen” maar wel een echte Evengroen partij (mits Jan in de voornaam). In een spectaculaire partij op bord 2 deden Henk-Jan en zijn tegenstander niet voor elkaar onder in het elkaar meermaals toestoppen van het hele punt. Uiteindelijk ging Henk-Jan er met de buit vandoor, maar gezien het spelverloop was hier echt sprake van een “gestolen punt”. In onderstaande diagram speelde zijn tegenstander (met 300 ELO-punten minder) de spectaculaire zet 15… Lh3!?
Henk-Jan antwoordde met de logische zet 16.Le4 (comp vindt de onlogische zet 16.Pe4 veel sterker) waarna zwart groot voordeel heeft, maar dit in één zet transformeert in een verloren stelling met 16… Te8?? (De7 of Dd7 zijn wel heel goed). Met 17.Lxg6 had Henk-Jan nu een stuk kunnen winnen (waardering +1.20), maar laat met 17.Lf3? het ijzersterke 17… Lxg2! toe waarna zwart totaal gewonnen komt te staan (-5.00). Want 18.Lxg2 verliest na 18… Te2! Henk-Jan speelde verder met 18.Dg3 Lxf1 19.Kxf1 maar het bleef een kansloos verhaal totdat … het grote voordeel iets vervlakte en totdat … een lelijke fout het voordeel grotendeels weggaf en … een laatste zwarte misser Henk-Jan een gewonnen eindspel gaf …
Peter speelde op bord 1 met zwart een van zijn bekende verdedigingen, die door zijn tegenstander “klassiek” beantwoord werd (paarden op f3 en c3 en korte rokade). Nadat de witspeler de spanning in het centrum had opgeheven en op dameruil aankoerste, was de stelling sterk vereenvoudigd en werd de partij snel remise (hoewel wit nog wel een kansje op voordeel gemist heeft). Erik speelde met zwart op bord 3 een weinig spectaculaire maar solide partij. Zijn tegenstander stond een tikkeltje beter maar het was te weinig om uit te bouwen naar een groter voordeel. Een correcte remise. Bernard mist helaas al enige tijd zijn goede vorm en had een moeilijke middag. Hij speelde wat te passief tegen de zwarte isolani op d5, waar zijn tegenstander wel veel activiteit ontplooide. Met sterke zwarte paarden op e4 en c4 was de stelling op een gegeven moment niet houdbaar meer. Kees speelde met zwart op bord 7 een regelmatige partij waarin naar eigen zeggen het evenwicht niet echt verbroken werd. Scott pakte het met wit op bord 8 voortvarend aan tegen het Grünfeld-Indisch van zijn tegenstander. Hier kon je merken dat de ervaren zwartspeler zich prima thuis voelde in zijn lijfopening. Langzaam maar zeker kreeg zwart de overhand, won een pion en een blunder van Scott betekende meteen een abrupt einde van de partij. Hiermee waren we op achterstand gekomen en dit bleek niet meer te repareren. Zelf zat ik (Albert) aan bord 5 met zwart opeens aan te kijken tegen een tegenstander met 2200 ELO-punten. Zoals bekend bereid ik me altijd gedegen voor op alle mogelijke tegenstanders, maar hem had ik (ook gezien zijn relatief jonge leeftijd) absoluut niet verwacht aan dit bord. Even overvalt je dan een gevoel van “Daar gaan we dan …” maar al snel denk je ook “ik heb niets te verliezen en dus alles te winnen”! De opening ging redelijk maar ik speelde een onnauwkeurigheid waarna ik het idee had erg slecht te staan (wat volgens de computer nog wel meeviel). Vervolgens kreeg ik goed tegenspel in het centrum met de breekzet e7-e5 en liet de ontwikkelingsachterstand van wit zich gevoelen. Toen mijn tegenstander te scherp voortzette, kwam ik met een sterke counter zelfs gewonnen te staan.
Hier had ik meteen 25… Td8+ moeten spelen, waarna de witte koning niet naar e2 kan (wegens Lc4+) en dan met torenschaakjes helemaal naar de a-lijn gedwongen wordt, wat Fritzie waardeert op winnend voordeel voor zwart (-1.80). Ik speelde echter iets te voorzichtig 25… Tc5 omdat wit dan toch geen Tc1 kan spelen (wegens Td8+). Maar na 26.Pa3! Td8+ (too little too late) kon nu wel 27.Ke2 en na 27… Ld5 28.Tb1 Lxc6 29.Txa7 Tcd5 30.Tb2 werd remise overeengekomen o.v.v. wit.
Als laatste was Ed (wit aan bord 4) nog heel lang bezig om een matchpunt te redden voor Messemaker, wat uiteindelijk net niet lukte. Hierbij zijn commentaar: “Ik kwam slecht uit de opening, mijn tegenstander kreeg groot voordeel. Hij won een pion, maar in plaats van deze op te spelen liet hij mij twee pionnen winnen. Met een pluspion kreeg ik groot voordeel, waarna het de vraag was of ik de eindstand gelijk kon trekken. Mijn tegenstander verdedigde zich taai waardoor het uiteindelijk remise werd. Waarna mij werd verteld dat ik twee zetten voor het einde toch de winst had gemist na een onnauwkeurigheid van mijn tegenstander”.
Het was al lange tijd remiseachtig, maar nu ging zwart toch eindelijk de fout in met 66… Kc7? Dit verliest na 67.Tf3! maar Ed speelde 67.Kf8 wat na 67… Tf2 tot remise leidde. In de diagramstelling houdt zwart met 66… Kc6 (of Kc5) wél remise. Ja, toreneindspelen zijn vaak heel moeilijk en het komt op finesses aan! Probeer zelf maar te vinden waarom 66… Kc6 wel nog remise maakt, ook als wit dan 67.Tf3 speelt.
Dus uiteindelijk een nederlaag tegen een op papier iets mindere tegenstander, terwijl we de punten toch broodnodig hebben dit seizoen, i.v.m. de versterkte degradatieregeling (vier van de negen ploegen kunnen degraderen). Dus de volgende wedstrijd alle hens aan dek!
Op 3 oktober 1574 werd Leiden ontzet, na een langdurige en slopende bezetting door de Spanjaarden. Dit feit wordt nog steeds jaarlijks herdacht met haring en wittebrood, wat toentertijd de uitgemergelde bewoners weer enigszins op de been hielp.
Bijna 450 jaar later, op 7 oktober 2023, bestormden twee Goudse troepen het bolwerk Philidor Leiden. Na zware strijd moesten de Gouwenaren afdruipen met een flink aantal bloedneuzen (Messemaker-1 5½-2½ verlies) en een blauw oog (Messemaker-2 4-4 gelijkspel). Gelukkig bracht een geslaagde maaltijd bij de plaatselijke Chinees nog enige troost en verlichting voor beide Goudse teams.
Dit verslag richt zich verder op de slachtpartij die plaatsvond tussen Philidor Leiden 1 en Messemaker 1.
Aanvankelijk zag het er allemaal nog goed uit. Op het tweede bord kwam Peter S na ongeveer 2,5 uur spelen remise overeen, in een partij die door zijn tegenstander met wit rustig was opgezet en het evenwicht werd ook nooit verbroken. Op dat moment zag het ernaar uit dat Jan en Albert vrijwel zeker zouden gaan winnen. En op de overige borden waren er ook genoeg lichtpunten om vertrouwen te hebben in de eindzege.
Jan en Albert hadden allebei een toreneindspel met pluspion bereikt, wat ze daarna ook vlot over de streep trokken. Jan bracht met zwart spelend een verrassend stuk(schijn)offer wat hem een gunstige stelling opleverde. En Albert had met wit een leuke koningsaanval waarbij de enige winstweg een koningsmars naar h5 inhield.
Kees (met wit) en Scott (met zwart) konden het helaas niet bolwerken. Beiden speelden een prima gelijk opgaande partij, maar één fout c.q. ongelukkige zet resulteerde in pionverlies wat daarna niet meer te repareren bleek. Hiermee was de tussenstand 2½ – 2½.
De resterende drie borden verliepen echter nogal dramatisch voor Messemaker. Ed speelde met wit op bord 1 en had in de opening duidelijk voordeel bereikt. Maar langzaam maar zeker raakte hij het spoor bijster en verloor een aantal pionnen, waarvoor hij ondanks flink aandringen onvoldoende compensatie kreeg.
En bijzonder zuur was het resultaat in Ben’s partij. Die speelde echt een hele sterke pot met zwart: goede opening en een geslaagde koningsaanval, wat hem uiteindelijk een zeer gunstig eindspel opleverde met toren plus gevaarlijke vrijpionnen tegen twee stukken. Maar hierin miste hij door vermoeidheid een paar winnende afwikkelingen. En als klapstuk verloor hij zijn toren door een ordinaire paardvork.
Erik speelde een super spannende en super ingewikkelde partij. Hij stond op een gegeven moment enorm dominant met aanvalsstukken tegen de zwarte koning in het midden, en gevaarlijk opstomende vrijpionnen. Daar had hij op een gegeven moment wel een hele toren voor geofferd! Naar eigen zeggen hebben beiden één of zelfs meerdere winsten gemist. Uiteindelijk wist de zwartspeler alle klippen te omzeilen, werden stukken geruild en was er uiteindelijk ook geen eeuwig schaak meer.
Dus uiteindelijk een ruim uitgevallen nederlaag, waar echt meer in gezeten heeft!
Alle detailuitslagen zijn te vinden op de KNSB-website (scroll naar klasse 2B).
Messemaker 1 heeft afgelopen zaterdag in de eerste ronde van de KNSB-competitie van Sliedrecht gewonnen met 4,5 – 3,5. Daarmee is het team de nieuwe competitie goed van start gegaan.
Plaats van handeling was deze keer de Ajour-boerderij in Gouda (denksportcentrum De Hoog was niet beschikbaar vanwege een daar plaatsvindende – en naar later bleek geslaagde – poging om het wereldrecord simultaan dammen te verbeteren). Frank Michielen speelde de rol van waarnemend wedstrijdleider.
Het was een spannende wedstrijd. Messemaker kwam al vroeg met 2-0 achter door snelle nederlagen van Peter Ypma (op bord 1) en Ben van Geffen (op bord 8). Maar gaandeweg haalde Messemaker dat weer in door gedegen overwinningen van Jan en Henk-Jan Evengroen en “vecht”- overwinningen van Peter Scheeren en Erik Hennink. Na de nederlaag van Bernard Evengroen moest Ed Roering nog lang hard werken om het benodigde halve punt binnen te halen, wat uiteindelijk lukte.
Zie voor de detailuitslagen de KNSB-website (scroll naar Klasse 2B).
In de laatste ronde van de KNSB-competitie was de eerste plaats voor Messemaker 1 niet meer haalbaar. Tegen BSG 1 (Bussums Schaakgenootschap) konden we nog wel strijden voor de eer en om de tweede plaats (BSG stond één matchpunt voor op Messemaker).
Met een knappe en krappe 4,5-3,5 winst legden we inderdaad beslag op de tweede plaats!
Als wedstrijdleider hoop je natuurlijk dat de wedstrijd zonder incidenten verloopt, maar in het verloop van de dag verdiende dat echter niet de schoonheidsprijs. Het begon al direct met de klok bij Peter Ypma. Hier werd er niet de 30 seconden bonus toegevoegd bij elke zet. Later bij de tijdcontrole bij Wim bleek er hier niet genoeg tijd bij gekomen. Tenslotte was er het incident bij Albert, die in de eerste tijdnoodfase niet zijn zetten noteerde. Gelukkig konden we alle partijen verder zonder gevolgen voortzetten.
Drie partijen waren zeer snel klaar. Allereerst Jan, die net na 1 uur speeltijd in een Franse partij tegen een ongebruikelijke opzet (met een dubbelfianchetto) aankeek, en na 13 zetten een remise aanbod accepteerde (0,5-0,5). Ook Ed speelde een korte partij, na 15 zetjes zette hij ons op voorsprong. Nadat de juiste voortzetting niet werd gespeeld greep Ed zijn kans, een “verloren” dame op f5 en een koning nog op e8 werden een prooi voor het paard van c3, dat via b5 op d6 familieschaak kon geven (1,5-0,5). Peter Y maakte de stand echter weer gelijk. Een partij van Peter is voor mij normaal gesproken al niet te volgen en zo ook nu niet. Deze keer greep hij wel aan het kortste eind en verloor: een paard kwam ook hier de stelling binnen met familieschaak, deze keer op de toren (1,5-1,5).
Nu was het lang wachten op de volgende uitslag.
De tweede Franse partij was die van Frans. Na de centrumuitruil en daarna in het middenspel ook de afruil van de zware stukken, bleef er een gelijke stelling met lopers van ongelijke kleur over, met remise als resultaat (2-2).
Erik heeft een ongelukkig seizoen en dat was deze ronde dan ook niet anders. In een stelling met tegengestelde rokades ging Erik ten aanval met de g- en h pionnen, waar zijn tegenstander dat met de a- en b pionnen deed. De aanval van Erik stokte en die van zijn tegenstander niet (2-3).
Ook nu was het weer lang wachten op de volgende uitslag. De drie overgebleven partijen gingen door na de tijdcontrole en het kon nog een lange zit gaan worden.
Peter S wist middels actief spel en een “verdwaalde” zwarte dame op a7 een pion te winnen en wist dit naar het eindspel van paard en pluspion tegen een loper te tillen. Niet eenvoudig, maar dat is wel aan Peter toevertrouwd. Tegen vijf uur bracht hij met de winst de stand weer gelijk op 3-3. Hiermee is hij met 6,5 uit 8 topscorer van het team geworden.
Vlak hierna maakte Albert remise. Ook hier stelden beide spelers de rokade lange tijd uit, waar Albert met de opmars van de g-pion, gedekt door Tg1, begon. Op de damevleugel zocht zijn tegenstander tegenspel. In de vliegende tijdnoodfase offerde Albert vervolgens een paard, waarna een chaotische fase aanbrak. Het stuk werd teruggewonnen, maar er ontstond een pionnenwedloop. Albert miste vervolgens de winst: zijn kwaliteitsoffer was niet nodig geweest. De partij eindigde in remise. (3,5-3,5).
Hier was dus het incident bij Albert, die in de eerste tijdnoodfase niet zijn zetten noteerde en ik als wedstrijdleider niet ingreep. Gelukkig noteerde Albert in het vervolg wel zijn zetten en werd er door zijn tegenstander in het vervolg geen bezwaar meer aangetekend.
De laatste partij was die van Wim, die moest invallen voor Henk-Jan. Ook hier kwam een Franse partij op het bord. De lichte stukken gingen in de doos, waarna ik het even moeilijk inzag voor Wim. Zijn tegenstander verdubbelde op de halfopen f-lijn en na Th5 ging Wim dan ook in de denktank. Hij besloot na 17 minuten dat de witte dreiging met g6 afdoende gepareerd kon worden en snoepte vervolgens een pion op a2. In het dame-eindspel met een pion meer viel er vervolgens via een aantal schaakjes nog een witte pion. Ook het resulterende dame-eindspel was een lastig eindspel, wat wel aan Wim is toevertrouwd. In de eindstelling kon Wim dameruil afdwingen en een gewonnen stelling overhouden. Even na 5 uur was de winst binnen: 4,5-3,5.
Een mooie afsluiter van het bewogen seizoen, met o.a. vier maal een 4,5-3,5 winst en twee nederlagen was deze tweede plaats het hoogste haalbare. Volgend jaar nieuwe kansen.
De eindstand in onze klasse en de persoonlijke resultaten:
Op 1 april moest Messemaker 1 aantreden in en tegen Rijswijk De beide Evengroenen moesten verstek laten gaan, maar dat konden zij met een gerust hart doen omdat er voor het team – behalve de eer – niets meer op het spel stond (promoveren en degraderen kon niet meer). Dat laatste gold ook voor onze reeds gedegradeerde tegenstanders, die tot nu toe slechts één matchpunt hadden behaald.
Messemaker was dus favoriet, maar het had niet veel gescheeld of Rijswijk had één of twee matchpunten aan deze wedstrijd overgehouden. Het werd uiteindelijk 3,5-4,5 in het voordeel van Messemaker. Daarmee staat het team nog steeds derde op de ranglijst van Klasse 2C en met de wedstrijd tegen de nummer 2 (BSG) nog in het verschiet is zelfs een tweede plaats in de eindstand op papier nog haalbaar.