Het werd een spannende strijd die pas na lang uitvluggeren werd beslist. In de slotpartij was winst mogelijk, maar tegenstander Jaap Euser verdedigde taai en sleepte een zwaarbevochten halfje uit het vuur. Hieronder een kort verslag van de teamleden:
Jeroen: In een Engelse partij volgden we blijkbaar 13 zetten theorie, al wist ik dat tijdens de partij niet. Vrij snel daarna besloot ik voor een dubieuze pion-winst te gaan. (Dame x b7 is altijd fout, tenzij het goed is) Deze keer was Ome Fritz het wel met mij eens, en Dxa7 volgde ook nog, maar moest beide pionnen terug geven om niet mat te gaan. In het eindspel met uitgedund materiaal zat vervolgens geen muziek meer in, waar we remise overeen kwamen.
Frank: Ik speelde met wit en het viel mij op dat mijn tegenstander, Jerry van Rekom, erg snel speelde in een opening die mij niet bekend voorkwam. Toen ik meer dan 20 minuten had verbruikt, had hij er nog maar 3 verbruikt. De stand op het bord baarde mij niet erg veel zorgen. Mijn tegenstander gooide de koningsvleugel open om een aanval op te zetten. Ik kon deze aanval prima pareren en nadat er een aantal stukken waren geruild, was zijn aanval wel over. Mijn tegenstander bood remise aan in een stelling waar hooguit ik nog wat kansen had. Ik probeerde het nog wel, maar enkele zetten later kwamen we toch remise overeen. Erik vertelde mij na afloop dat we De Leeuw hadden gespeeld en mijn tegenstander hier een boek over had geschreven. Toch wel leuk dat de specialist hier geen voordeel uit kon halen.
Leslie: Ik had zwart en na de opening stond het ongeveer gelijk, waarna een complex middenspel volgde. Volgens de computer kon ik op de 19e zet voordeel verkrijgen wanneer ik met Lh5 het witte paard op f3 zou pennen. Ik had deze zet wel overwogen, maar zag niet dat na enig manoeuvreren zwart inderdaad duidelijk beter kwam te staan. In plaats daarvan deed ik 2 slechte zetten achter elkaar waarbij ik o.a. een paardvork over het hoofd zag. Dat was in ieder geval 1 slechte zet teveel, want hierna stond ik min of meer verloren. Ik speelde nog wel even door, maar mijn zeer jeugdige tegenstandster maakte de partij gedecideerd af.
Arjan: Ik speelde een hele scherpe opening die ik al eens eerder tegen mijn tegenstander Kees Wessels op het bord had gehad. Op een gegeven moment moest ik iets concreets vinden en investeerde een half uur. Vervolgens kwamen er a tempo 4 zetten, waarbij zwart het makkelijk had, want de antwoorden waren eenvoudig en gedwongen. Ik dacht toen heel goed misschien wel gewonnen te staan en ook Erik dacht dit in de wandelgangen. Het bleek wel hoe complex het was, want achteraf stond ik daar volgens de engine zwaar verloren! Kees kwam met een meer menselijke verdediging die hem ook voordeel gaf, maar wel een stuk minder. In het vervolg durfde hij het gelukkig niet aan om twee stukken voor een toren te geven, waar ik bang voor was (en hier was de engine het wel met mij eens) en won ik later zelfs een pion in het eindspel. Die pion had ik ook op een andere manier kunnen winnen met betere winstkansen. Zoals het ging bleef Kees staan en kwam ik niet verder, remise dus. Na een onwaarschijnlijke reeks nullen in een week tijd na eerst twee maanden niet te hebben verloren, was remise zo slecht nog niet…
Leen: Met zwart spelend kwam ik met een betere pionnenstructuur uit de opening. Dit voordeel op de damevleugel beantwoordde wit met het gevaarlijke Dd1-b3-h3, wat noopte zwart tot grote nauwkeurigheid. Een verkeerde keuze (Ta8-c8 ipv. Tf8-c8) zorgde ervoor dat wit op een gegeven moment zelfs iets beter kan te staan. Nog steeds in de veronderstelling beter te (moeten) staan opende ik de stelling, wat resulteerde in onveiligheid voor beide koningen. De partij kwam ten einde door een (of desperaat) overmoedige aanvalslust in combinatie met tijdnood van wit.
Erik: Met zwart kwam ik ongeveer gelijkwaardig uit de opening. In het vroege middenspel deed ik echter een onhandige zet waardoor mijn tegenstander het initiatief naar zich toetrok en ik met mijn stukken naar achteren moest. Nadat wit zijn kans had gemist om een pion te winnen nam ik het initiatief over en kwam beter te staan. De stelling werd geopend en ik kreeg een gevaarlijke aanval op de witte koning. Mijn tegenstander kon zich niet meer aan de druk onttrekken en met een fraai torenoffer had ik een winnende matcombinatie.
Jamy: Maandag j.l. speelde ik tegen Jaap van schaakvereniging Sliedrecht. Jaap speelde met wit en opende met D4. Hierop volgde een afgewezen dame-gambiet met een Slavische variant. Uiteindelijk na paard C3, paard f6 volgde paard F3. Hierop sloeg ik met mijn D-pion zijn C-pion waarop hij H4 speelde. Jaap beheerste de theorie behorende bij de Slavische variant. Door H4, kreeg mijn zwarte loper een vast veld op B4. Het spel brak uiteindelijk open in het centrum waarop ik eigenaarschap kreeg over de D-lijn. Na wat wisselingen van stukken was het mijn toren die recht van spreken had op de open lijn. Kort hierna kon ik een aanval opzetten met in combinatie met mijn dame, echter was Jaap prima in staat dit te verdedigen. De enige tactische zet die ik in de partij zag, won een pion op B2. Als compensatie kreeg Jaap de D lijn waar hij gretig gebruik van maakte met zijn Dame. Hierdoor zou een eeuwig schaak combinatie ontstaan als ik niet zou opletten. Na de aanval afgeslagen te hebben werden de overgebleven stukken geruild. Ik hield een witte loper over en Jaap zijn paard. Ik had tevens een 3 tegen 1 pionnensituatie gecreëerd op de damevleugel, echter door een fout aan mijn zijde, kon ik dit niet winnend afsluiten. Ik bracht mijn koning te vroeg naar het centrum, waardoor zijn paard sterk bleef voor de rest van het eindspel. Door dit paard slaap ik al nachten slecht en Jaap heeft op een hele mooie manier remise uit zijn verliezende stelling kunnen trekken. Ondanks de remise in winnende stelling, toch een geslaagde eerste externe competitiepartij.