De kwartfinale tegen RSR Ivoren Toren 1 liep uit op een ruime overwinning. De tegenstander was enigszins verzwakt doordat kopman Spaan niet in het bekerduel tegen ons meespeelde, maar intern in de “Champions League” (en deed daar wel goede zaken). Wij waren op volle sterkte en ratingfavoriet, maar ook de stellingen gaven mij al snel het gevoel dat het wel goed ging komen.
Peter stond misschien objectief dan wel dubieus (ten opzichte van zijn eigen woorden achteraf is dubieus nog een positieve kwalificatie), maar ik vond het een typischeYpma partij/stelling en was niet verrast dat Peter er tegen Paul Batenburg toch met het punt vandoor ging en nog wel als eerste.
Erik met wit tegen Michael Fung vond ik al snel prettig staan. Misschien was er weinig aan de de hand, maar de stelling speelde in elk geval prettiger voor wit en Erik kon uiteindelijk in het eindspel een pion winnen. Daarna was het voor mijn gevoel een kwestie van tijd voordat het punt zou worden binnen gesleept en zo ging het ook, zodat een halfje uit de resterende twee partijen voldoende zou zijn om door te bekeren.
Ik zei tegen Leen min of meer grappend dat remise spelen ok was. Min of meer grappend omdat de stelling er bij mij inmiddels wel erg goed uit zag. Met tegengestelde rokades was mijn aanval veel eerder dan een eventuele witte aanval. Kort daarna werd de partij van Leen (tegen Paul Tromp) inderdaad remise. Of dat door mij kwam weet ik niet, wel begreep ik achteraf dat Leen duidelijk beter zou hebben gestaan, iets wat mij ontgaan was. Hoe dan ook het beslissende halfje, dus dat was mooi. Daarna kon ik de kers op de taart zetten door in het uitvluggeren mijn voordeel tegen Herman Keetbaas gedecideerd in winst om te zetten.