(door Wibo Bourguignon)
Onze overwinning van 6-2 ziet er overtuigend uit, maar lange tijd was dit zeker niet het geval. Met onze overwinning staan we in de bovenste helft en we hebben reeds twee van de sterkste ploegen als tegenstander gehad. Volgende wedstrijd spelen we uit tegen Maassluis 1, de ongeslagen koploper.
Onderstaand de partijverslagen met de kritieke momenten.
Rob:
Mijn tegenstander opende met de London waar ik een snelle c5 en Db6 speelde zodat de dames van het bord gingen, ik een dubbelpion op de b-lijn kreeg en een open a-lijn. Het is de bedoeling dat wit een probleem krijgt over de a-lijn en dat gebeurde ook zo’n 40 zetten later toen mijn koning via die kant zijn stelling kon binnendringen. Ondertussen had ik in het middenspel verzuimd de standaard opmars b5-b4 te spelen zodat die kant vooralsnog gesloten bleef. Mijn tegenstander speelde snel en daardoor ook oppervlakkig: ik kon een stuk winnen en gaf even later een kwaliteit terug, zodat ik met een oppermachtig loperpaar en toren tegen twee torens in een nog redelijk gesloten stelling de winst moest zien binnen te halen. Toen hij niet secuur verdedigde kon ik met mijn koning zijn stelling binnen wandelen en de pion op b2 ophalen, waarmee de partij beslist was.
Jeroen:
Sinds lange tijd speelde ik weer eens King’s Indian Defense, Deferred Fianchetto Variation: 1.d4 Nf6 2.c4 g6 3.Nc3 Bg7 4.e4 d6 5.g3. Een variant die ik jaren geleden met enige regelmaat speelde. Zwart schoot in de opening een “bok” , waar ik op zet 9 reeds twee lichte stukken voor een toren en pion kon afruilen (volgens Ome Fritz +2,5). Hierna speelden we beide niet de meest optimale voortzetting. Zwart miste geforceerde dameruil en ik miste mat of damewinst:
Stand na 18de zet van zwart d6-d5:
Na 19. Pf6+ is het meteen uit: ofwel damewinst na 19. ..- Kh8 of mat na 19 .. – exf6, 20. Dxf6 gevolgd door 21. Dg7#. Ik speelde echter 20.Pg5 en ik verloor nog een pion, waardering -1. Later nam ik het remiseaanbod na de 29ste zet van zwart (Dd8-d7) aan.
Eelco en Ivar stonden op dat moment op winst en de overige borden ongeveer gelijkwaardig. Een plan wat ik nog overwoog was h5 of g4, met voordeel voor wit (ca. +1,6) al zag ik niet direct hoe daarna verder te gaan.
Eelco:
Ik kreeg een exchange French op het bord. Yech! In een poging daar nog iets van te maken besloot ik lang te rokeren, en een pionnenstorm te beginnen. Na wat passievere zetten maakte mijn tegenstander op zet 17 zijn kritieke fout. Stelling na 17. g3:
Hij dacht dat dit te overleven was, maar na 17… Pxh3+ 18. Kh2 Lg4 19. Dg2 h4 20. f3 hxg3+ 21. Dxg3
Hier kan je de dame winnen. Met een korte maar leuke variant won ik de dame voor een stuk en mijn tegenstander gaf op.
Frank:
Ik speelde met wit en na een Caro-Kann had ik lange tijd een licht voordeel. Ik kwam een pion voor en kon nog een kwaliteit winnen. Dit ging wel ten koste van mijn sterke loper en na lang twijfelen besloot ik toch maar de kwaliteit te nemen. Mijn loper voorkwam dat het zwarte paard in het spel kwam en nadat deze loper weg was, kreeg het paard veel meer spel dan ik had voorzien. Overigens zou mijn engine ook voor de kwaliteit gaan. Na nog wat onnauwkeurige zetten van mij ontstond de volgende stelling:
In deze stelling na 31 …Pe4 speelde ik 32 De2. Ik was hier terecht bang voor 32 ….d3+, waarna ik 33 De3 van plan was met het idee dat het na 33 ….dxc2; 34 Dxc5 Pxc5 het nog wel mee zou vallen. Beter is echter 32 …, d3+ 34 De3 d2!! waarna wit minimaal een stuk achter komt. Wit moet in de diagramstelling al 32 Txe4 spelen, waarna de stelling ongeveer in evenwicht is. 32 Dh4 helpt ook niet, dan volgt nl. 32 ….d3+ 33 Kh1 g5 !!, de dame moet dan f2 blijven verdedigen om stikmat te voorkomen en na 34 fxg5 fxg5 moet wit de dame geven voor het paard en de loper, maar dat loopt vast niet goed af. Ook 32 Df1 en 32 Df3 zijn onvoldoende. Gelukkig begon bij beide spelers de bedenktijd hard af te nemen. Er werd geen 32 De2 d3+ gespeeld, maar 32 De2 f5 33 Dc4, waarna zwart het onnauwkeurig speelde en ik vrij snel won.
Ivar:
Mijn tegenstander begon met 1.d3, waardoor ik gelijk in de verwarring schoot. Tactisch gezien geeft Stockfish mij dan ook een lange tijd een punt achterstand. Ik wist wel iets meer ruimte te pakken, maar al het spel zat aan mijn damekant terwijl we tegenovergesteld gerokeerd waren. Ik probeerde in de volgende stelling een outpost voor mijn paard te maken om vervolgens te kijken of ik de koningskant open kon werken.
Na een aantal zetten om beide lopers actief te maken maakte hij de curieuze keuze om b4 te spelen en lopers af te ruilen op d4, waarna mijn c-pion kon gaan lopen. Hierna was het snel afgelopen door een torenruil en daaropvolgend het vastzetten van zijn dame:
Dit is afgemaakt met: 28.Dc1 Dc3 29.Kg2 f6 30.Pxe6 Df3+ 31. Kg1 Qd1.
Wibo:
Tijdens de partij kwam mijn tegenstander mij al bekend voor. Thuis bleek dat wij elkaar ook al eens in februari 2011 hadden getroffen. Gelukkig was deze partij een stuk beter dan destijds. 😊 In een gelijkopgaande strijd had volgens Fritz soms de een, dan weer de ander een licht voordeel. Kansen hebben we niet gemist, wel enkele zwakkere zetten waar dan de ander geen voordeel uit wist te halen. Mijn tegenstander gebruikte veel bedenktijd en dat werd hem noodlottig op de 34e zet. Hij speelde f7-f5 maar had over het hoofd gezien dat ik deze ook en passant kon slaan. Vervolgens stortte zijn stelling ineen en 4 zetten later ging hij door zijn klok heen.
Zoran:
Met de witte stukken op bord 7 ging mijn tegenstander in de aanval met damegambiet als opening. Deze opening past helemaal niet bij mij als ik met zwarte stukken partij begin. Afruilen van pionnen op d-lijn gebeurde binnen paar zetten en toen begon de opening van grote stukken en bij zet 9 waren alle grote stuken al in het spel.
10. h3….. Bij deze zet had ik veel tijd gebruikt om te beslissen of offeren met 10…Lxh3 goed was. Na 10….Lxh3 11.gxh3 nam ik de verkeerde beslissing: er moest 11…Dxh3 gebeuren in plaats van het gespeelde 11….Pe4. Na afruil van de lopers kreeg ik de volgende stelling waarin de coupter zegt dat wit +3,2 staat.
Bij deze stelling zag ik dat mijn pionnen nog niet ontwikkeld zijn, dat de rokade nog niet is gedaan en dat er te weinig stuken in het spel zijn om een goede en gezonde aanval door te zetten. Ik deed nog 7 zeten en toen was voor mij er nog maar één optie overgebleven en dat is de handdoek in de ring gooien.
Bert:
In een Franse opening speelde ik de doorschuifvariant, iets wat ik normaal nooit doe. Het werd een partij van rustige opstelling, waarbij volgens Fritz het evenwicht nooit werd verbroken. Volgens de machine had ik op de zestiende zet een veelbelovende koningsaanval kunnen opzetten, maar ik besloot via een offer van paard tegen twee pionnen op de damevleugel een doorbraak te forceren. Na twee zetten kwam ik er achter dat dit bepaald geen succes was. Ik kon via een zetherhaling alsnog de veilige remisehaven bereiken en op de 19e zet werd de vrede getekend.