Verslag ronde 7
Welluidend slotakkoord
Vijfde stek is weinig meer dan een troostprijs
Dat was het dan. Ons achttal, met gemiddeld de hoogste rating in klasse 2C, finishte na een stevig slotakkoord op een (gedeelde) vijfde plaats.
Een troostprijs, als men bedenkt dat bij het ingaan van de laatste ronde zelfs degradatie theoretisch nog mogelijk was.
Aan inzet en hartstocht heeft het de onzen niet ontbroken, maar een vrijwel ononderbroken reeks tegenslagen remde de prestaties. Jammer, maar….. volgend jaar beter!
Tegen Moerkapelle ging het van een leien dakje, maar dat mocht geen verbazing wekken: de thuisploeg had invallers aan de laatste drie borden.
Na de remise van Henk van der Wösten in een vooruitgespeelde partij kwam ons team op voorsprong na een snelle overwinning van Kees Vermijn
en dat was het voorportaal van de 2,5-5,5 zege.
Karakteristieken in bordvolgorde (gecomprimeerd)
1. Leen de Jong Met wit was ik in de opening al snel op onbekend terrein. Ik dacht aan de Pirc verdediging, terwijl mijn tegenstander
beoogde om ‘De Leeuw’ op het bod te krijgen. Niet gehinderd door kennis van deze plaatselijke theorie besloot ik tot de
doorschuif d4-d5, gevolgd door de lange rokade. Zwart reageerde met het openen van de c-lijn met als dreiging de bezetting van
veld c4 met zijn paard. Met een tactisch grapje kon ik dat echter uitstellen. Deze overpeinzingen kostten wel veel tijd.
Omdat zwart nog snel speelde was dat niet goed voor de gemoedsrust. Zijn ongeduldige 12…. Pb6-c4 was nog steeds niet goed.
Na een penning moest hij een stuk geven voor een pion met mogelijke kansen over de b-lijn. Na Kc1-d2 en de ruil van alle torens
was er niet veel meer aan de hand. Desondanks speelde zwart door totdat hij op de 31ste zet nog een stuk moest geven.
2. Marcel van Oort Mijn partij begon in mijn ogen heel saai. Ik besloot zelf wat spanning te zetten op het centrum om het wat dynamischer te krijgen
en dat leek effect te gaan hebben. Even dacht ik dat mijn tegenstander een tussenzetje over het hoofd had gezien,
maar twee zetten later bleek dat hij beter gerekend had dan ik. Alle zeilen moesten weer bijgezet worden om nog resultaat te halen.
In mijn favoriete fase (waarin ik niet meer hoef te noteren) kwam het allemaal langzaam mijn kant op.
Uiteindelijk miste ik zelfs een mat in drie en liet mijn tegenstander wegglippen met een remise.
3. Henk van der Wösten In de opening kreeg ik al snel positioneel voordeel, omdat mijn tegenstander niet bekend was met mijn opening.
Hij had op d6 een achtergebleven pion die ik na een twintigtal zetten kon veroveren. Er volgde een gedwongen ruil van dame en toren,
waarna er een eindspel van toren en pionnen overbleef. Het lukte mij om nog een pion te veroveren, die ik even later teruggaf in de veronderstelling
dat ik na gedwongen torenruil een gewonnen stelling had met een pion meer. Een verkeerde afwikkeling gaf mijn tegenstander met nog één pion op het bord
de mogelijkheid om de oppositie te veroveren, waardoor een zekere winst helaas verloren ging.
4. Diko Kalkdijk (geen input voor het verslag geleverd). Onze man, die kan terugzien op een goed seizoen, had kennelijk zijn avond niet.
Hij besloot in een stelling waarin nog (wederzijds) van alles mogelijk was een remiseaanbod te accepteren.
5. Henk de Kleijnen Het kan verkeren. Na een week eerder een soepele remise te hebben gescoord in de Promotieklasse als invaller in het tweede team,
verknalde ik tegen Moerkapelle de opening en werd zelfs pardoes mat gezet. Gruwelijk. Snel vergeten maar.
6. Kees Vermijn Ik was weer vol vertrouwen na mijn goede overwinning op Wouter en begon gemotiveerd aan mijn partij.
Het werd een Konings-Indiër met Lg5 op de achtste zet van wit. Nadat ik mijn dame uit de penning had gehaald en de tegenkansen op de damevleugel
had geneutraliseerd, kon ik met f7-f5 aan de aanval beginnen. Wit deed een wanhoopsaanval om stukverlies te voorkomen, maar die kon eenvoudig worden gepareerd.
Een snelle overwinning dus.
7. Bert Vlot Ik probeerde vanuit de opening scherp te spelen, wat echter door mijn tegenpartij goed werd opgevangen.
Op zet 20 maakte hij een fout, vermoedelijk door zetverwisseling. Daardoor kon ik twee pionnen op de koningsvleugel winnen.
Daarna liet hij dameruil toe (door Fritz als goed beoordeeld, maar ik twijfel) en kon ik met mijn actieve torens een insnoeractie beginnen.
Hoewel ik een mat in twee over het hoofd zag, moest hij een toren tegen twee pionnen offeren om direct mat te voorkomen.
Daarbij raakte hij ook zijn loper kwijt. Hij speelde erg lang door, wellicht in de hoop op pat. IJdele hoop, want op zet 44 gaf hij op,
waardoor ik het mat op de volgende zet niet kon uitvoeren.
8. Eelke de Groot In mijn partij stond ik lange tijd iets minder, maar ik had niet het gevoel dat de partij me zou ontglippen.
Totdat wit een open f-lijn kreeg en even later ook nog eens met de a-pion naar voren stoomde. Dit terwijl ik nog niet gerokeerd had.
Tempoverlies kostte me een pion, maar wit zette niet door. Hij sloot zelfs zijn toren op. Terwijl naast mij Bert zijn tegenstander,
die al lang had ‘moeten’ opgeven, fraai mat probeerde te zetten, kreeg ik het idee dat een torenoffer op b2 misschien wel heel goed voor mij zou kunnen uitpakken.
Terwijl wit probeerde te promoveren op h8 en ook nog eens f7 onder vuur nam, kreeg ik even later de mogelijkheid om op b2 te slaan.
En inderdaad was het een goed offer. Wit spartelde nog enige tijd tegen, maar ging ten slotte in een straalverloren stelling door de vlag.
Henk de Kleijnen
Moerkapelle 2 1531 - Messemaker 1847 3 1784 2½ - 5½
1. Mart Jan Luteyn 1611 - Leen de Jong 1941 0 - 1
2. Christiaan Noorland 1739 - Marcel van Oort 1849 ½ - ½
3. Marcel de Haan 1745 - Henk van der Wosten 1798 ½ - ½
4. Hans Geerling 1552 - Diko Kalkdijk 1752 ½ - ½
5. Kevin Bakker 1652 - Henk de Kleijnen 1777 1 - 0
6. Remco de Zwart 1524 - Kees Vermijn 1779 0 - 1
7. Arie Ymker 1032 - Bert Vlot 1734 0 - 1
8. Martijn Vroegindeweij 1390 - Eelko de Groot 1639 0 - 1
|