Competitie-einde voor Messemaker 1 blijft ongekend spannend!
(door Peter Ypma)
Onze competitie blijft ongekend spannend. Wij staan nog slechts 1,5 bordpunt voor op de nummer 4 van de competitie. De stand aan kop is nu als volgt:
1. Messemaker 1847 | 10 MP | 33,5 BP |
2. De Wijker Toren | 10 MP | 33,5 BP |
3. LSG 2 | 10 MP | 32,0 BP |
4. Santpoort | 10 MP | 32,0 BP |
5. DD | 9 MP | 33,0 BP |
De volgende ronde gaat hier waarschijnlijk veel aan veranderen, want zowel de nummers 1 en 2 als de nummers 3 en 4 spelen tegen elkaar. Dit is dus voor alle teams het moment
van de waarheid. Een moment waar wij vol voor gaan!
De wedstrijd tegen Delft 2
Als ik naar de eindspeltechniek van Magnus Carlsen bekijk, ben ik altijd onder de indruk. Hij krijgt het voor elkaar om een op het oog totaal remise-eindspel toch nog winstkansen
te creëren (en vaak ook nog te winnen). Zo'n absurd staaltje eindspeltechniek liet Peter Scheeren in onze laatste wedstrijd ook zien. Dit punt wordt misschien nog wel mooier
door het feit dat het ook nog het beslissende punt was. Op dat moment hadden Henk-Jan, Ed en andere Peter hun tegenstanders namelijk al tot opgave weten te dwingen en Wim had een
dubieuze stelling knap remise gekeept. Doordat de andere spelers helaas verloren, wonnen we met het kleinst mogelijke verschil.
Alle overige teams uit de top 5 van de competitie wisten met grotere cijfers te winnen. Hierdoor is het verschil tussen nummer 1 en de nummer 4 van de ranglijst nog maar
1,5 bordpunt. De laatste twee ronden gaan dus nog ongekend spannend worden!
Hieronder de individuele partijverslagen.
Peter Ypma:
Ik kreeg na afloop de klacht dat mijn partij voor mijn doen onnatuurlijk rustig begon. Het duurde inderdaad tot zet 16 voordat ik voor het eerst een stuk op de helft van mijn
tegenstander plaatste. Een rustig begin kan echter ook de voorbode zijn voor een spectaculair einde. In de partij offerde ik namelijk een pionnetje en vervolgens een kwaliteit
om de zwarte koning op een mooie manier mat te pompen.
Peter Scheeren:
Zoals andere Peter al schreef wist ik een "dode" remisestelling (ongelijke lopers, allebei een toren, symmetrische pionnenstelling) uiteindelijk toch nog te winnen. Die "dode"
remisestelling kwam op het bord na 15 theoriezetten, waarover ik achteraf nog de vraag kreeg van een van de teamgenoten hoe het kwam dat ik van die theorie zo goed op de hoogte was
(antwoord: zit er vanaf jongs af aan ingebakken!). Ik had me al met remise verzoend en ook al bij de teamcaptain gevraagd of hij daar bezwaren tegen had, maar het verwachte
remise-aanbod van mijn tegenstander kwam er niet (dat zou ik waarschijnlijk wel aangenomen hebben). Daarna verkreeg ik heel geleidelijk minuscule voordeeltjes en besloot ik om
risicoloos op winst te spelen. Dat zou toch niet gelukt zijn als mijn tegenstander niet op zet 41 (direct na de tijdcontrole, hoewel er van tijdnood geen sprake was) een fout maakte die
een pion kostte. Dat hoefde gezien de ongelijke lopers nog niet verliezend te zijn, maar van de schrik deed hij ook nog een slechte 42e zet en toen was de winst voor mij in zicht.
Met een aantal bekende thema's in dergelijke eindspelen (twee vrijpionnen, één diagonaal) kon ik de partij fraai tot winst voeren.
Ed Roering:
Wat maakt het spelen met wit toch zo veel makkelijker dan met zwart? Het zal er oa mee te maken hebben dat je vaak nog wel ergens initiatief hebt, ook al sta je wat minder.
Zo ook deze wedstrijd. Na 3 zetten moest ik al improviseren, maar kwam wel weer in bekende stellingen terecht. Voor mijn tegenstander was mijn keuze minder bekend terrein,
waarna hij lang moest nadenken over de juiste ontwikkeling. Aanvankelijk had ik veel tijdvoorsprong, maar dat beeld wisselde later meerdere keren, doordat ik ook mijn tijd ervoor nam.
Mijn tegenstander speelde het goed, al maakte ik het hem wel moeilijk door hem steeds veel keuzes te geven. Uiteindelijk gaf mijn betere tijdindeling de doorslag. Ik had rond zet 20
nog enkele minuten over, hij nog slechts seconden. Hij zou dus tot de tijdcontrole het steeds van het increment moeten hebben. En dat werd hem snel fataal. Ik gaf hem de keus
op meerdere manieren een pion te winnen en hij koos de verkeerde. Zijn loper op g7 werd geruild, waarna zwart ten onder ging op de lange diagonaal door de gecombineerde kracht
van mijn Dame en Paard op e4.
Wim Heemskerk:
Na een onhandige actie in de opening moest ik alle zeilen bijzetten om boven water te blijven. Een dubbel pionoffer leek me noodzakelijk en zowel mijn tegenstander als de computer
was het eens met deze aanpak. De witte dame kwam buitenspel te staan op a3 en mijn twee zwarte paarden stonden trots op e4 en d5. Maar zoals zo vaak bij positionele offers komt
op een gegeven moment de keuze tussen 'de druk handhaven' of 'materiaal terugwinnen'. De eerst optie was voldoende voor gelijkspel, maar ik dacht een derde variant gevonden te
hebben, namelijk 'slechts een deel van het materiaal terugwinnen en de druk handhaven'. Hierbij overzag ik dat wit dankzij het pionzetje c3-c4 zijn dame van a3 over de derde rij
terug kon brengen naar e3. Ineens stond ik heel slecht, waarschijnlijk verloren. Maar gelukkig was de stelling nog steeds niet simpel en in een poging toch te vereenvoudigen
onderschatte/overzag (?) mijn tegenstander een tactische wending. Er ontstond een gelijkstaand toreneindspel en even na de 40ste zet werd de vrede getekend. Een lucky escape!
Ben van Geffen:
Het is me helaas weer niet gelukt! Ik had me best goed voorbereid (op meerdere tegenstanders). Ik trof oud-clubgenote Talitha Munnik. Ik wist welke Siciliaan zij meestal speelde.
Daartoe had ik een partij van Magnus Carlsen bekeken van Tata, waarin hij Rapport van het bord speelde. Maar in de praktijk gaat het altijd anders. Talitha leek namelijk precies te
weten wat ik wilde spelen, namelijk een opstelling met c4. Bij zet 11 had ik een probleem: ik dacht lang na over 11.Pce2 met het plan 12.c4. Maar wat als zij 11... b5!? zou doen?
Waarschijnlijk waren de verwikkelingen dan toch gunstig voor wit, maar ik durfde het niet aan! Ik deed 11.Te1?! en een zet later toch 12.Pce2, waarop zwart natuurlijk 12... b5 speelde
en weg was mijn c4-plan....
Zwart stond bevredigend en ik moest iets verzinnen. Voordeel kreeg ik niet. Toen kwam zet 29. Ik had (tijdelijk) een pion geofferd, maar mijn f5-paard zou pion d6 verorberen met
kansjes. Zwart had haar paard naar d4 gespeeld en ik hoefde maar met mijn loper op d4 te slaan en daarna Pf5xd6. Ik zat nog even naar de stelling te kijken en deed.... Pf5xd4?
Een stomme vingerfout en ik dacht: Wat doe ik nou? Enfin, pion achter en een mindere positie. Misschien was de partij nog te redden, maar geërgerd probeerde ik een onderste
lijn-truc, die faalde. Na zet 40 gaf ik op, met een stuk minder. Gelukkig heeft het team gewonnen!!
Henk-Jan Evengroen:
Met wit kwam ik lekker uit de opening. Door een combinatie kon ik een pion winnen, al koos ik daarna niet de beste voortzetting. Hierdoor kwam mijn tegenstander terug in de partij
en kwam een wat onduidelijke stelling op het bord. Doordat mijn tegenstander niet veel tijd meer had koos ze om af te wikkelen naar een eindspel. Dit eindspel was echter goed voor
mij en kon ik uiteindelijk winnen.
Jan Evengroen:
Met zwart kreeg ik te maken met de Bird opening. Wit ging op de koningsvleugel en zwart op de damevleugel. Mijn tegenstander ging in de koningsaanval door een paard op g5 te plaatsen.
Deze aanval werd door mij onderschat. Met veel kunst en vliegwerk probeerde ik tegenkansen te creëren. Na ook nog een vol stuk weg te geven kon ik opgeven.
Op dit moment zit ik bij de externe competitie in de hoek waar de klappen vallen. Om depressief van te worden, maar gelukkig is dit nog niet het geval maar we zijn juist tot op het
bot gemotiveerd om weer eens een betere serie te maken. Gelukkig zag ik mede door een aantal fantastische partijen de teamwinst binnengehaald worden.