Messemaker 1 tegen Charlois/Europoort: verassing in de lucht?
Op de ochtend van de speeldag bleek dat Rob niet kon spelen. Daardoor moest de teamleider op het allerlaatste moment op zoek naar een vervanger. Gelukkig wilde Zoran invallen. Hij mocht het
opnemen tegen grootmeester Erik van den Doel die ruim 900 ratingpunten meer dan Zoran heeft. Desondanks was het verre van een walkover. Tijdens de partij vond ik Zoran lange
tijd zelfs beter staan. Helaas wist Zoran niet precies hoe de tijd werkte en ging hij op zet 28 door zijn vlag in de veronderstelling er nog een half uur bij te krijgen.
Jammer - het was zo'n mooie stunt geweest!
Ook als team konden we een stunt goed gebruiken tegen een team dat in voorgaande jaren bovenin de meesterklasse speelde. Het had ook best gekund, omdat Charlois met een paar
invallers speelde. Tijdens de wedstrijd werd echter geleidelijk duidelijk dat een stunt niet ging gebeuren. Wel behaalden we nog 3,5 bordpunt door overwinningen van Ed en PeterY
en remises van Erik, PeterS en Ben.
Hieronder de individuele partijverslagen.
Wim Heemskerk:
Na een spannend middenspel was er na de 40ste zet een stelling ontstaan, waarbij mijn tegenstander een zwakke pion had op d4 maar ook een gedekte
vrijpion op h6 (hij had wit). Wegens die vrijpion was elke afwikkeling naar een eindspel verloren, zelfs als ik d4 zou winnen. Ik had dan ook
de indruk dat ik niet meer dan remise kon behalen. Op een gegeven moment leek het alsof er twee zetherhalingen in de stelling zaten. De ene op de
damevleugel en de andere op de koningsvleugel. Dat maak je niet vaak mee en ik moest kiezen voor welke herhaling ik zou gaan. In gedachten gooide
ik een muntje op en koos ... de verkeerde. Er bleek een groot gat in mijn analyse te zitten en na een sterke tussenzet stond ik ineens totaal
verloren. Na afloop keken we met een aantal spelers nog even naar de andere optie en die leek inderdaad remise. Maar thuis sloeg de computer
in nog geen tiende van een seconde ook een gat in die beoordeling. Er bleek een stille zet mogelijk die mijn tegenstander kansloos maakte! Of
ik die zet aan het bord ook gevonden zou hebben als ik het andere "remisepad" ingegaan zou zijn weet ik natuurlijk niet, maar wat me
ondertussen wel steeds duidelijker wordt is dat ons edele spel veel te moeilijk voor mij is. Ik was overtuigd van twee "zetherhalingen" en geen
van beide klopte. Misschien moet ik wel weer gaan bridgen...
Peter Scheeren:
Net als in de vorige KNSB-ronde had ik nu weer wit, kwam ik weer beter tot gewonnen te staan en wist ik de winst in de tijdnoodfase weer te vergooien. Zou dit dan toch de leeftijd zijn?
Zoals teamgenoot Wim ook in zijn verslag opmerkt: het edele spel is gewoon te moeilijk voor ons. Maar edel is het wel: in mijn partij had een fantastische variant op het bord kunnen komen die ik de lezer niet wil onthouden, zie bijgaande diagrammen.
In diagram 1 besloot ik met wit tot de roekeloze zet 34.Dxe4??! De vraagtekens zijn voor de kwaliteit van de zet (34.Lxb6 zou eenvoudig hebben gewonnen, na 34...Dd2 is dan
bijv. 35 Tc7 mogelijk), het uitroepteken voor de fraaie variant die nu op het bord had kunnen komen. Er volgde: 34...Tc1+ 35.Kg2 Df1+ 36.Kf3 Dh1+ 37.Kf4 (zie diagram 2).
Hier sloeg mijn tegenstander terecht op h2 en daarna kon ik nog van geluk spreken dat hij even later genoegen nam met een zetherhaling zodat het remise werd. De genoemde
"fantastische" variant gaat als volgt: 36...Ld6+ 37.Kf5 g6+ 38.Kxf6 Dxe4 39.Kf7+ Dxd4 40.Ta8+ en zwart gaat mat! Helaas, dit fraaie partijslot was mij niet gegund.....
Ed Roering:
Aan een lager bord spelend had ik me voorgenomen om van mijn zwartcomplex van dit seizoen af te komen. Maar dan moet het wel nog even gebeuren. Ik speelde tegen een ervaren
2100-speler, die wel al wat ouder is. In de voorbereiding had ik gezien dat hij een beetje tam speelt en daarom ging ik voor een dynamische variant. Ik liet de "damvarianten"
wijselijk links liggen, omdat ik daar dacht dat zijn kracht ligt en de mijne niet. Achteraf bleek ik 15 zetten theorie gespeeld te hebben en ook nog een van de beste varianten.
Maar ik had daar wel 3 kwartier over nagedacht! Hij had veel ruimte en beduidend meer tijd, maar hij bleef een beetje passief spelen. Zijn stelling had echter behoorlijke potentie
en ik moest vol aan de bak om bij te blijven. Dat lukte doordat ik geconcentreerd bleef spelen. Ik heb, behalve van mijn buurmannen, van geen enkele partij ook maar iets meegekregen.
De stelling bleef tot de tijdcontrole in evenwicht en ook mijn tijdachterstand was toen nagenoeg verdwenen. En inmiddels was het initiatief ook bij mij komen te liggen en na de
tijdcontrole ging mijn tegenstander veel tijd verbruiken. Al snel brak hem dit op en kwam ik beter te staan. Toen deed hij een op het eerste gezicht hele goede zet. Ik had nog
7 minuten en dacht er 4 van na om een antwoord te vinden. Ik zag alleen maar afwikkelingen waarna het nog spannend zou kunnen worden. Gelukkig zag ik net op tijd de zet die de
winst meteen binnenhaalde, blijkbaar kijk je met weinig tijd eerst naar de dreiging van je tegenstander dan naar je eigen dreigingen. Een aantal omstanders had hetzelfde, dus
zo gek is dat niet. Na mijn zet gaf mijn sympathieke tegenstander het maar op, constaterend dat we beide gelukkig waren. Hij vanwege de teamoverwinning, ik vanwege mijn winst.
Dat zie ik mezelf nog niet zo snel zeggen na een verloren partij...
Henk-Jan Evengroen:
Verslag volgt.
Jan Evengroen:
Verslag volgt.
Arjan van der Leij:
De tegenstander Roger Meng was niet echt een verrassing, de eerste zet 1.d4 wel, waarmee ik direct uit de voorbereiding was. Wit kreeg al vrij snel een prettige stelling met een
sterk paard op d4 tegen een geïsoleerde pion op d5. Ik dacht wat tegenspel te hebben over de c-lijn, maar blunderde door te missen dat met de zet Pb3 ook direct de toren op
c1 werd gedekt. Het leek erop dat me dat niet alleen de pion op d5 kostte, maar dat daaropvolgend kwaliteitsverlies ook onafwendbaar zou zijn en balend overwoog ik al om de
handdoek maar gelijk in de ring te gooien. Ook mijn tegenstander dacht dat er meer voor wit in moest zitten, maar ik vond nog een verdediging waarmee de schade beperkt bleef tot
"slechts" een eindspel met pion minder. Wellicht had dit eindspel nog kansen op behoud gegeven als ik ook het paard had af kunnen ruilen. Dat liet Roger niet toe en dit toren/paard-eindspel
werd door hem met vaste hand naar winst gevoerd.
Ben van Geffen:
Helaas is onze "stunt" er niet uitgekomen vandaag. De nederlaag kan "normaal" worden genoemd. Desondanks vind ik dat er iets meer in gezeten heeft. Ook met mijn snelle remise
ben ik niet zo blij. Ik miste de echte strijdlust. Dat is jammer. Het moet de volgende wedstrijden, wat mij betreft, beter!
Ik speelde vandaag met zwart tegen de invaller Melvin Holwijn. Hij opende met een voor mij "vervelend" systeem, waartegen ik in het verleden wel eens vergeefs storm heb gelopen.
Ik was bovendien niet helemaal "fris" na een nogal late vrijdagavond met visite. Geen geldig excuus natuurlijk, maar het denkwerk ging me niet gemakkelijk af. Een tamelijk
kleurloze remise dus.
Erik Hennink:
Ik speelde een van mijn minste partijen van het seizoen. Met wit kwam ik op bord 10 zonder noemenswaardig voordeel uit de opening tegen een invaller, al moet gezegd worden dat
mijn tegenstander prima speelde. Ook in het middenspel lukte het me niet om het initiatief in de partij naar me toe te trekken en de partij bleef in evenwicht. Nagenoeg alle
stukken werden geruild en we hielden een ongelijk lopereindspel over. In het eindspel kwam ik wel een pion voor, maar het was helaas onvoldoende voor de overwinning,
waardoor ik in remise moest berusten.
Peter Ypma:
Mijn tegenstander liet in de opening al merken er vol voor te willen gaan. Hij offerde een pion en kreeg hiervoor compensatie in de zin van actieve stukken. Ik wist deze
activiteit te neutraliseren door een paar stukken te ruilen. Hierdoor dreigde we echter af te wikkelen naar een ongelijk loper eindspel waar ik weinig zou hebben aan de
extra pion. In plaats daarvan besloot Julian echter nog een pion te offeren. Dit was iets te veel van het goede en ik wist een gewonnen stelling te bereiken. Julian bleef
het mij echter knap lastig maken en mede daardoor was ik een keertje als langste bezig. Overigens wel met het gewenste resultaat!
Zoran Zekusic:
Zaterdagochtend werd ik gebeld door Peter, met een vraag of ik als invaller kon, of wilde, meedoen voor de externe competitie voor Messemake 1. Een enorme uitdaging en eer
om mee te mogen spelen. Op internet had ik even informatie opgezocht wie de tegenstander was: Charlois Europoort, een enorme uitdaging voor Mesemaker. Op weg naar de club had ik
nog in mijn gedachten bord 10, als speler met de laagste rating, en hoop dat mijn tegenstander de laagste rating van Charlois Europoort zou hebben. Dus, met wit van 1700 rating
tegen rating van rond 2000, dat is nog te doen. Maar, welke bord speelde ik en wie was mijn tegenstander? Van Peter hoorde ik dat het bord 2 was en dat mijn tegenstander
Grootmester Erik van der Doel was met een rating van bijna 2600. Als 4940e geplaatste tegen de 25e geplaatste, volgens de ratings van de KNSB. Er was geen weg terug, een enorme
uitdaging, een enorme spanning, maar toch een enorme zin om mijn beste kant te laten zien en het Bijbelverhaal David tegen Goliath waar te maken.
Bij de opening had ik druk op de f-lijn maar met weinig resultaat. Bij de 10e zet werden de dames geruild en kreeg ik het sterke gevoel dat alles mogelijk was. De hele partij
stond ik goed tot de 28ste zet, toen kreeg ik te horen van mijn tegenstander dat mijn tijd op was. Met grote verbazing keek ik naar hem en zei ik dat we nog 30 min extra tijd
zou hebben. Maar dat was niet zo. Ik speel bij de RSB en daar ben ik gewend aan de regels van de RSB van 1,5 uur plus 15 sec per zet en tot 40 zetten verplicht noteren. Bij de KNSB
is 1,5 uur plus 30 sec per zet tot 40 zetten, en daarna 30 min extra voor het afronden van de partij. Kleine regeltjes, kleine verschillen bij regeltjes en grote gevolgen.
Partij verloren, maar wel iets nieuws geleerd voor volgende grootmeesters.
Voor alle detail uitslagen van Klasse 1A zie dewebsite van de KNSB.