Messemaker 1: soms zit het mee, soms zit het tegen (maar deze keer zat het duidelijk mee!)
In de aanloop naar de thuiswedstrijd tegen het Amsterdamse Caissa had teamleider Peter Ypma gemeld dat hijzelf afwezig was, dat Wouter Schönwetter zou invallen,
en dat ook de tegenstanders hadden aangegeven verzwakt te zijn (zonder verdere details). Daarmee was gericht voorbereiden zinloos en moest iedereen het op de dag zelf waarmaken.
En zo geschiedde! Na 4 uur spelen had Messemaker al 5 overwinningen binnen en gezien de stellingen op de nog lopende partijen was duidelijk dat Messemaker 1 haar eerste overwinning
van dit seizoen ging binnenhalen. De genoemde 5 overwinningen waren echter geenszins allemaal regelmatig tot stand gekomen (zie hiervoor de individuele partijverslagen),
maar zoals het gezegde luidt: "soms zit het mee, soms zit het tegen", en deze keer zat het voor Messemaker duidelijk mee. Een mooie en belangrijke stap in het doel dat het
team zichzelf voor dit seizoen gesteld heeft: handhaving in de eerste klassse.
Peter S:
De tegenstanders hadden tegen mij niet grootmeester Hans Ree opgesteld (waar ik min of meer op had gerekend), maar de voor mij onbekende Mariska de Mie. Diverse gedachten
speelden door mijn hoofd: was dit een tactische opstelling, was mijn tegenstandster "opgeofferd" op het eerste bord (zoals wij min of meer met Wouter Schönwetter hadden gedaan
op bord 2), of was zij gewoon een sterke schaakster? De opening speelde zij met wit erg tam, hetgeen mijn twijfel alleen maar vergrootte. (On)bewust liet ik vereenvoudigingen
achterwege, maar daardoor kreeg Mariska geleidelijk aan wel het initiatief. Eerst begon zij (terecht) op de koningsvleugel een pionnenstorm, maar even later veranderde zij
van tactiek en kwam met een pionnendoorbraak in het centrum. Dat leverde haar een kwaliteit tegen een pion op, maar daarvoor had ik wel gioede stukken en kansen tegen de
verzwakte koningsstelling van wit. In de tijdnoddfase deed ik het niet op zijn best, maar vlak daarna was het haar beurt om fouten te maken: zij gaf eerst een belangrijke
pion weg en was daar zo van geschrokken dat zij twee zetten later een blunder maakte waardoor ik een toren kon winnen. Een gelukkige overwinning!
Wouter:
Als invaller in het eerste team mocht ik, op eigen verzoek, met wit op bord 2 plaatsnemen. Door het grote ratingverschil met mijn tegenstander kon ik lekker vrijuit
spelen. Ik kwam gelijkwaardig uit de opening, maar in het middenspel kwam ik onder druk te staan. Mijn tegenstander probeerde verzwakkingen in mijn stelling aan
te brengen, maar ik liet me niet uit de tent lokken. Na de tijdnoodfase voor de 40e zet liet ik me, in een redelijk gelijkwaardige stelling, echter toch nog een
beetje uit de tent lokken. Mijn tegenstander maakte van dat beetje optimaal gebruik van. Daarna was het helaas snel uit. Als ik niets had ondernomen en gewoon
"wachtzetten" had gespeeld, zou het heel erg lastig geworden zijn voor mijn tegenstander om de overwinning uit het vuur te slepen. Desalniettemin kan ik toch
terugkijken op een leerzame en leuke invalbeurt in het eerste team, helaas net geen resultaat behaald.
Wim:
"Je hoeveelste grootmeesterscalp is dit al?" vroeg Henk de Kleijnen na afloop. "De achtste" antwoordde ik met veel bravoure, "maar de laatste is al een flinke tijd geleden!".
Dat van die flinke tijd geleden klopt (de Duitse IGM Sebastian Siebrecht, Dieren 2010), maar 'acht' was te hoog ingeschat. Het zijn er maar 7 en dan tel ik het telefoonpunt
tegen de Afrikaanse IGM Amon Simutowe (Groningen 2007) voor het gemak gewoon mee. Nou ja, dan moet je tijdens de partij maar met je tengels van je mobieltje afblijven...
De partij tegen Hans Ree verliep eigenlijk hetzelfde als vorig jaar. Ik had het gevoel strategisch weggespeeld te worden, terwijl het in werkelijkheid ontzettend meeviel.
In een stelling die ik voor mezelf als duidelijk minder beoordeelde, geeft Stockfish droogjes precies 0.00! Tja, die computers hebben nu eenmaal geen zenuwen. De psychologie
had bij mij z'n werk al gedaan en vervolgens begon ik echt slechte zetten te doen. Terwijl Ree, met inmiddels winnend voordeel, nog bijna een kwartier had en ik minder dan een minuut,
was hij het echter die zich vreselijk verslikte en een stuk wegblunderde. Op de 40ste zat had ik zelfs mat in 3 kunnen geven, maar met nog enkele seconden op de klok besloot ik het
veilig te doen en alles gedekt te houden. Twee zetten later gaf Ree alsnog op. "Ik schaam me diep" mompelde ik, terwijl ik zijn hand schudde. "Ik schaam me nog veel dieper"
was zijn antwoord. Tja, zo blijft een grootmeester je toch altijd de baas.
Henk-Jan:
Met wit kreeg ik het Boedapester gambiet tegen mij. Hierdoor kwam ik met een klein plusje uit de opening. Om dit voordeel te behouden offerde ik de pion terug zodat mijn stukken
wat beter zouden staan. Door een onnauwkeurigheid kwam een ongeveer gelijke stelling op het bord. Dit was alleen wel lastig te verdedigen voor mijn tegenstander, omdat ik een pion
op de 7e rij kreeg. Het was de vraag of ik mijn pion kon behouden, maar het lukte mijn tegenstander niet hem eraf te krijgen, waardoor ik materiaal kon winnen en ook de partij.
Arjan:
Ik kreeg met zwart de uitnodiging om op de Botwinnik-variant van het Slavisch in te gaan en besloot na enig nadenken deze uitdaging aan te gaan. Na 17 zetten theorie moest ik het
zelf gaan bedenken en koos een zet die, zo blijkt achteraf, op hoog niveau niet eerder is gespeeld, maar die ook geen duidelijke weerlegging kende. Enkele zetten later plaatste ik
een kwaliteitsoffer, dat me volgens de engines bij aanname een betere stelling zou hebben opgeleverd. Wit ging niet op het offer in en er ontstond een zeer complexe stelling met
kansen voor beide partijen. In tijdnood ging ik de mist in en wist wit met het dame-schijnoffer DxLf6 gevolgd door h8D een stuk voor te komen. Gelukkig had mijn tegenstander ook
weinig tijd en koos op de 39e zet voor 'veiligheid' door dames te ruilen, waarna de huizenhoog gewonnen stelling (de waardering van de engines is +10) opeens veranderde in een
stelling met remiseperspectief voor zwart vanwege vrijpionnen (op b2, b4 en b6) met een zeer actieve koning erbij. Grappig was enige tijd later de stelling waarin ik op mijn beurt
(na het witte schijnoffer op f6 eerder in de partij) dreigde TxLf6 te spelen gevolgd door b3-b2-b1D. Dit gevaar werd uiteraard onderkend en wit koos ervoor de zetten te herhalen,
waarmee de matchwinst binnen was. Bij een teamachterstand had ik hier zelfs nog een winstpoging kunnen doen. Veel maakt het volgens de engines niet uit: het is en blijft remise.
Ed:
Met wit spelend had ik een keer een makkelijke middag. In de interne competitie bij Caissa had ik eerder een paar keer tegen mijn tegenstander gespeeld, maar toch werd ik vandaag
al op de tweede zet verrast. Na enig nadenken koos ik voor een variant waarvan ik dacht dat hij daar het minst naar gekeken zou hebben. Achteraf gaf hij toe weinig van de hele
opening te kennen en de vorige keer dat hij het speelde ook vreselijk geveegd was. De variant die ik koos heb ik ooit goed bekeken en dat betaalde zich nu uit. Terwijl ik mijn stukken
ontwikkelde, deed mijn tegenstander vooral pionzetjes. Zijn zwakke d6-pion kon hij daarna nog dekken, maar hij ging tenonder aan de nog zwakker geworden e6-pion. Het slot was
nog wel raar, het leek alsof zwart een zet vergat te doen. Hij had denk ik dames willen ruilen en daarna ..Pg7 willen doen, dan zou ik zijn e-pion hebben gewonnen en met mijn veel
beter ontwikkelde stukken gewonnen hebben gestaan. Hij deed echter meteen ..,Pg7, waarna ik de keuze had tussen dameruil met torenwinst of mat in twee. Dat laatste heb ik toen maar gedaan.
Binnen twee en en half uur 1-0 voor met de hele middag voor me om naar andere partijen te kijken, die ook nog eens vaak goed afliepen, zo mag het altijd wel gaan!
Jan:
Met zwart kreeg ik een wat onbekendere variant van het frans op het bord. We kwamen gelijkwaardig uit de opening waarin wit kort en zwart lang gerokeerd had.
Uiteindelijk bleef er een eindspel over waarin ik een pion minder had maar remise de meest logische uitslag zou zijn. Om deze remise te bereiken moest in ieder
geval niet al mijn stukken afruilen maar zorgen dat ik een paard of een toren over zou houden. Door niet goed op te letten liep ik in een knullige zetdwang
waardoor alle stukken afgeruild werden en de pluspion voor wit verzilverd kon worden. 1-0
Verslag volgt.
Erik:
Met wit kwam ik op bord 8 iets minder uit de opening. In het middenspel probeerde ik de partij in evenwicht te brengen, maar dit lukte niet doordat mijn
tegenstander sterk speelde. In de spannende tijdnoodfase kwam ik een pion achter. Wel werden er veel stukken geruild, waaronder de dames, en ik bleef in de
partij doordat mijn stukken actiever werden. Ik kreeg een toreneindspel waarbij ik een loper had en mijn tegenstander een paard. Ik dacht ondanks een pion
achterstand voldoende compensatie te hebben om remise te maken. Dit bleek echter een verkeerde gedachte, want toen ik niet de beste verdediging vond kon
mijn tegenstander nog een pion buitmaken en daarmee was een nederlaag onafwendbaar. Een teleurstellend resultaat, maar gelukkig zat het op de andere borden wel
mee en behaalden we een belangrijke teamoverwinning.
Rob:
Zoals al aangegeven was voorbereiden voor deze match vrij zinloos. Daarbij bleek de opstelling ook nog eens naar de huidige jeugdleider van Nieuwerkerk te
zijn gestuurd, waardoor ik iets later kon beginnen. Gelukkig haalde ik zet 4 en 5 in de opening door elkaar, wie weet wat er anders van de partij was gekomen.
Nu kwam ik in ieder geval ellendig uit de opening. Na 10 zetten was het meer de vraag of de 20e zet gehaald zou worden en hoe lang ik de score van het bord
kon houden. Gelukkig werkte de tegenstander mee. In plaats van de aanval op mijn koningstelling door te zetten, probeerde hij mijn stukken kreupel te houden
op de damevleugel. Hier liet ik een pion instaan, die hij niet sloeg, om alsnog mijn stukken actief te krijgen. Een paar zetten later kreeg ik de kans dames
af te ruilen en een vervelende Tfe8 te spelen dat mij zowaar een pion extra opleverde en een betere stelling (zie diagram):
Na 19...Tfe8 20.Lf4 volgde 20...Lf6 met pionwinst. Een tweede fout van de tegenstander zorgde ervoor dat we in een eindspel met torens + lopers van ongelijke
kleur terecht kwamen, met alleen de h-pion voor de tegenstander versus mijn 3 pionnen op de h, g en f-lijn. Dankzij de actieve stukken van mijn tegenstander
moest ik nog opletten niet opeens in een matnet terecht te komen of dat alle pionnen opeens vast zouden staan op de verkeerde kleur. Dit wist ik te voorkomen
en uiteindelijk kon de f-pion snel doorlopen om het volle punt binnen de halen.
Ben:
Vandaag, met wit, kreeg ik na verwisseling van zetten een min of meer bekende stelling op bord. Het wilde echter niet vlotten en ik verbruikte zeeën van tijd om mijn positie
te verbeteren, wat natuurlijk niet lukte. Toch was er niet veel aan de hand en de stelling bleef zo'n beetje in evenwicht. Maar de psychologie, om met Wim Heemskerk te spreken,
deed zijn of haar verderfelijke werk: ik dacht dat ik slecht tot verloren stond! Zo tegen de twintigste zet besloot ik een kwaliteit te geven, maar ik kreeg er wel twee pionnen voor.
In grote tijdnood speelde ik eigenlijk best goed en op zet 37 deed ik een (schijn)offer, dat zwart best had mogen aannemen. Het leverde me een stuk op en op zet 41 gaf mijn
tegenstander zich gewonnen. Raadselachtig.... Trouwens, wat een overwinning van het team!
Zie de uitslagen en standen van klasse 1A.